Priesterwijding: twee nieuwe priesters voor ons bisdom
In een volle kathedraal mochten we op zaterdag 25 mei de priesterwijding vieren van Juan Ignacio Jiménez Walker en Josué Enmanuel Mejia Sánchez met enkele bijzondere gasten.
Foto's van de priesterwijding, een mooie reportage, zijn te vinden op de website van het bisdom:
Beide nieuwe priesters zijn gevormd in het diocesaan Willibrordseminarie en het Diocesaan Missionair seminarie Redemptoris Mater. Zij zullen werkzaam zijn in het Gooi (Ignacio) en in de Waterkant (Josué).
De aartsbisschop-secretaris van het Dicasterie voor de Clerus is een goede kennis van één van de wijdelingen en die was daarom hierbij aanwezig: Z.Exc. Mons. Andrés Gabriel Ferrada Moreira. Ook onze Apostolisch Nuntius, Z. Exc. aartsbisschop mgr. Paul Tschang In-Nam concelebreerde. Ook waren er priesters uit verschillende landen, waaronder de landen van herkomst van de wijdelingen. Seminaristen dienden de Mis, naast acolieten uit de kathedraal. Laine Tabora leidde de Bavocantorij en de titulair organist dr. Ton van Eck bespeelde het orgel. Erik Jan Eradus zong de litanie van Alle heiligen, waarin ook heiligen uit de landen van herkomst van de wijdelingen waren opgenomen zoals Oscar Romero, Alberto Hurtado en de Z. Rutilio Grande.
Na afloop van de viering was er gelegenheid de nieuwe priesters te feliciteren en van het de neomisten-zegen te ontvangen.
Hieronder de homilie die ik bij deze gelegenheid heb gehouden.
De priester, een leven voor Christus en de Kerk
PRIESTERWIJDING HOMILIE
Broeders en zusters,
Vergeven
De verrezen Heer Jezus Christus
zond zijn apostelen uit
om zonden te vergeven.
Zo zendt Hij jullie uit, beste wijdelingen.
Dit is de kern van onze missie:
de vergeving van de zonden;
dit is ons verlangen:
dat alle mensen deel mogen krijgen
aan de verlossing door onze Heer Jezus Christus.
Dat was het verlangen van het hart van Jezus,
daarvoor is Hij gestorven en verrezen
en daarvoor worden jullie priester.
Het fundament is de Geest
Voordat Jezus die opdracht geeft
om zonden te vergeven
schenkt Hij Zijn leerlingen de heilige Geest.
Ook de eerste lezing begon daarmee,
bij de Geest van God.
Die is het fundament.
Gave
Het is goed om dit te bedenken:
wat je ook doet in het leven,
als priester maar ook als gehuwde, als leek:
het is allereerst niet jouw werk, jouw succes of prestatie.
Láát het dan ook niet je eigen werk zijn,
alsof je zelf alles doet.
Leef in de werkelijkheid,
dus besef en beleef dat alles gave is,
alles wat je kunt en doet
heb je gekregen,
elke seconde van je leven is een gave
en je geeft gaven, genade dóór:
het is niet jouw kerk, je bent niet zelf een Messias
en het zijn ook niet altijd onze prachtige kwaliteiten
die het succes van onze missie bepalen;
en soms is je gebed en je lijden meer waard in Gods ogen,
dan het grootste werk dat je hebt verricht.
Alles komt voort uit de gaven van God,
uit de Geest die ons geschonken is.
Een huwelijk...
Beste Juan Ignacio en Josué,
we vieren vandaag een huwelijk.
Nee, ik ben niet in de war
en maak je niet ongerust:
jullie zullen de priesterwijding ontvangen,
maar dit is óók een geestelijk huwelijk.
Van vrouwelijke religieuzen zeggen we vaak
dat Jezus hun bruidegom is,
als teken daarvan dragen veel religieuzen een ring.
Jullie zullen bruidegom zijn,
jullie bruid zal de Kerk zijn,
jullie huwelijk is een verbond met het volk van God.
De beloften die jullie straks uitspreken
zijn als het ware het “ja woord’ van jullie hart
op de gave die jullie gaan ontvangen.
Door de oplegging van mijn handen
en het wijdingsgebed
zal de goede God jullie Zijn Geest schenken
en jullie verdere leven verbinden
met dat van de bruid van Jezus Christus,
in een altijddurend verbond.
Als gewijde priester zullen jullie
Christus, hoofd en bruidegom van de Kerk,
sacramenteel tegenwoordig stellen.
Dat is niet iets om jezelf te verheffen,
hooguit iets om jezelf te vernederen
omdat die bruidegom
de dienaar van ons allen is geworden.
Christus-drager
Wij allemaal, alle gelovigen
die het heilig doopsel en vormsel hebben ontvangen,
zijn Christus-dragers,
wij stellen Jezus Christus tegenwoordig;
Hij leeft in ons
en de roeping van ons allen is om te leven
met en vanuit die aanwezigheid van God in ons.
Dat Christus in ons is, is dus een genade en een roeping:
je bent gedoopt, je bent gevormd,
je bent priester gewijd,
Hij leeft in je.
Daaraan te beantwoorden is je roeping.
Kan men Jezus Christus in je herkennen,
in wie je bent, in wat je zegt en wat je doet?
En voor een priester is dus de specifieke vraag:
kunnen mensen, kan de gemeenschap
Jezus Christus in mij herkennen,
als de bruidegom die zijn leven geeft
voor zijn bruid, de Kerk?
Kun je het wel?
Jullie geven heel je leven
in dienst van Christus en Zijn Kerk.
Misschien zul je je afvragen:
Kan ik dat wel volbrengen?
Soms lijkt het gras bij anderen groener;
er komen verleidingen en bekoringen op je pad.
Red je het wel?
Het antwoord is: Nee!
Jij kunt het niet,
Hij kan het, in jou.
Dus blijf in Hem
want alles is genade.
Eucharistisch priester-zijn
Iedere Eucharistie die je zult vieren
herinnert je eraan:
Dit is mijn lichaam... Dit is mijn bloed...
voor jullie gegeven;
je hebt jezelf gegeven, weggegeven...
tegelijk is Zijn Lichaam en Zijn bloed
dat je tegenwoordig stelt en ontvangt,
de bron die je in je zelfgave sterkt en vernieuwt.
Leef vanuit de Eucharistie!
Het tweede Vaticaans concilie heeft onderstreept
dat het priesterschap een dienst is,
“sacerdotium ministeriale”,
jullie worden priester gewijd
om het volk van God te dienen,
Gods woord te verkondigen,
de heilsgeheimen, de sacramenten te vieren,
en als een goede herder
temidden van het volk van God te staan.
Het gaat niet zozeer
om een positie of functie die je op je neemt
als wel om een sacramentele tegenwoordigheid.
Wie is de baas?
Kinderen vragen het weleens als ik kom vormen:
“Bent u nu de baas van de kerk?”
Mensen denken vaak in functies, in hoog en laag,
in macht en gezag
Dat is het priester-zijn niet.
Het gaat om een zijn
en dat zijn is er om te dienen.
Te mogen dienen is een gave.
Help eerst jezelf!
Als je in een vliegtuig zit
krijg je voor het vertrek allerlei instructies
over wat je moet doen in geval van nood.
Wie met een kind reist
moet eerst zichzelf helpen
met het reddingsvest
voordat hij dat bij het kind moet doen.
Zo is het ook in het geestelijk leven:
doe eerst zelf je reddingsvest om!
Voordat je een ander kunt helpen,
moet dat eerst;
dus: zorg eerst geestelijk goed voor jezelf,
want niemand geeft wat hij niet heeft;
je moet eerst ontvangen om te kunnen geven;
als je jezelf geestelijk hebt gevoed,
kun je aan anderen geestelijk voedsel geven.
Ik mag jullie uitzenden, zoals Jezus eens deed;
de basis voor die zending
is de Geest die je nu gaat ontvangen.