Ga open, ga open!
Het verhaal van Jacques Lebreton
"Effeta", ga open! Die woorden staan centraal in de genezing die Jezus aan een doofstomme verrichtte. Kan Hij ook ons genezen en doen open gaan? Dat gaat niet vanzelf. Dat leert het bijzondere levensverhaal van Jacques Lebreton.
Op zondag 8 september deed ik in Heiloo de heilige Mis voor de kandidaten voor de investituur van de Constantijnse Orde.
Open gaan voor het Woord van God
23E ZONDAG DOOR HET JAAR B
Effeta
Effeta: het woord waarmee Jezus vandaag
een doofstomme geneest,
zal velen van ons bekend in de oren klinken:
de ritus waarmee de priester of diaken
na het doopsel de oren en mond
van de dopeling aanraakt,
wordt zo genoemd: Effeta-ritus.
De bedienaar spreekt daarbij de wens uit
dat de dopeling spoedig
Gods woord kan horen
en zijn geloof kan belijden.
Daarmee wordt al duidelijk
dat de genezing die Jezus vandaag verricht
een betekenis heeft ook voor ons,
opdat wij ons hart en onze geest
mogen openen voor de woorden des Heren
en die door onze woorden en daden
in praktijk zullen brengen.
Dat je je opent voor het Woord van God
is niet vanzelfsprekend
en soms gaat er een strijd aan vooraf.
Blind, zonder handen en op krukken
Jaren geleden was ik bij een internationale bijeenkomst
in een franse bedevaartplaats.
Daar sprak een man met een zeer bijzondere geschiedenis.
Ik had de man al geregeld zien lopen.
Je kon hem ook moeilijk over het hoofd zien:
hij was meer dan één meter negentig
en hij droeg altijd een donkere bril.
Maar wat nog meer de aandacht trok:
hij liep met twee krukken
die van boven uitmondden in een soort trechters,
waar zijn armen in staken.
Toen hij die armen er uit haalde,
zag ik waarom dat was:
hij had geen handen.
Van het uiteinde van zijn armen
was operatief een soort van gaffel gemaakt
waarmee hij sommige grotere dingen kon oppakken.
De tweede avond van de bijeenkomst deed hij zijn verhaal.
Het levensverhaal van Jacques Lebreton
Zoals zoveel levensverhalen begon het in de oorlog.
Jacques Lebreton, heette hij, een fransman
(pseudoniem van Jacques Beaugé).
Hij zat in de oorlog in Egypte in een jeep aan het stuur
en in een flits zag hij
dat zijn maat naast hem
een handgranaat pakte en de pin eruit trok.
Het “waarom” heeft hij nooit geweten.
Hij werd wakker in een ziekenhuis,
ver weg, in Damascus,
zwevend tussen dood en leven,
en merkte dat hij blind was.
Toen begon een geestelijke worsteling.
Hij bad: "God, als U bestaat, laat me dat dan zien,
geef me dat ik hieruit kom en laat me leven".
Hij ging ter communie, eerst één maal per week,
toen twee maal en later iedere dag.
Na enkele maanden was hij zover
dat hij zich wat mocht bewegen
en toen ontdekte hij pas dat hij ook geen handen meer had.
Wat voor toekomst had hij nog?
Hij was niet getrouwd en stond alleen in het leven;
wat had hij nog voor kansen?
En weer bad hij:
"God als U van mij houdt, laat me dat dan zien".
Toen hij wat sterker was
werd hij overgeplaatst naar een legerziekenhuis in Frankrijk
voor verdere genezing.
Ook daar moest hij lang blijven,
lang genoeg om iedereen daar goed te leren kennen.
Eén van de verpleegsters werd zijn vrouw.
En ze kregen ook kinderen.
Maar hij had geen werk.
Wie kan er een blinde man zonder handen gebruiken?
En toen herhaalde hij nog eens zijn oude gebed:
"God, als U bestaat, laat me dat dan zien.
En warempel, hij kreeg een baan
bij de blindenbibliotheek in Parijs.
Een omslag
Toen had hij dus alles wat hij zich had gewenst
en niet had kunnen dromen
dat het waarheid zou kunnen worden,
maar nu was het er:
een lieve vrouw, kinderen en een baan.
Maar toen dat moment was bereikt,
begon wellicht de traumatische ervaring op te spelen:
hij sloeg om en werd communist
(het was nog in de vijftiger jaren van de twintigste eeuw),
hij vervulde een voortrekkersrol bij stakingen
en sprak op politieke bijeenkomsten.
Hij had zijn geloof in God verloren
en verliet zijn vrouw voor een ander.
Het laatste wat zijn vrouw hem zei was dit:
"Jacques, er valt nu niet met je te praten,
maar ik blijf op je wachten".
Ik wil het verhaal niet te lang maken,
maar ook hier heeft God hem
door zijn vrouw een hand gereikt
en er is uiteindelijk
een nieuw begin mogelijk geworden
van zijn geloof en het huwelijk met zijn vrouw.
Hij werd zelfs permanent diaken.
Een kleinkind zei hem op een gegeven moment
- en dat raakte hem diep - :
"Opa, gelukkig maar dat die oorlog er geweest is,
anders had je oma niet leren kennen
en waren wij er nooit geweest".
Kromme lijnen?
Gods lijnen lijken vaak krom,
maar dat die lijnen er zijn
is altijd ons perspectief.
Open gaan
Jezus geneest in het evangelie vandaag een doofstomme,
hij doet dat buiten het Joodse land,
in de streek van Dekapolis,
buiten de kring van het volk;
daarmee wil Hij ook iets meer aangeven
dan alleen de genezing van die man toen:
wij mensen hebben allemaal genezing nodig,
het is met vallen en opstaan dat we onze weg gaan,
het is met niet-begrijpen
en in het donker gaan,
het is soms worstelen en verder gaan
om te komen tot vertrouwen.
Soms horen we de woorden wel,
maar kunnen die ons hart niet raken;
of zeggen we onze gebeden,
maar zonder vuur;
soms ook worden we aangeraakt
en zegt een hemelse stem ons:
“Effeta, ga open”.
Aangeraakt
Wat doet Jezus?
Hij neemt die doofstomme mens
- het maakt niet uit wie het is; Hij is er voor ieder mens -
mee, buiten de kring van de mensen,
in de stilte, uit de sfeer en de drukte
van het gewone bestaan.
Daar raakt Jezus hem aan, een nieuw begin.
Zo geneest Hij hem.
Engelen
En dan staat er nog bij:
"Men bracht hem bij Jezus".
Andere mensen helpen hem,
dat zijn de menselijke engelen op ons pad.
Niet vergeten...
Laten we niet vergeten
hoe God ons heeft geleid, behoed en bewaard
langs heuvels en dalen
en soms door duisternis
en door welke engelen.
Laten we kracht een zegen vragen
om moeilijkheden te kunnen overwinnen
en onze christelijke opdracht
in woord en daad te kunnen volbrengen.