Arsacal
button
button
button
button


Priesterontmoeting in Heiloo

Twee penningskes...

Overweging Preek - gepubliceerd: maandag, 25 november 2024 - 828 woorden

Maan­dag 25 no­vem­ber was de pries­ter­ont­moe­ting in Heiloo. De meeste pries­ters van het bisdom waren aanwe­zig in Heiloo voor een broe­der­lijke ont­moe­ting en be­zin­ning, waarbij dit keer het naderende Jubel­jaar centraal stond.

Jubel­jaar

Het pro­gram­ma begon om 10.00 uur met een inlei­ding van pater Mark Lindeijer over de bete­ke­nis van dit heilig jaar of jubel­jaar in relatie tot de voor­gaande jubel­ja­ren en de accenten die de bulle "Spes non confundit" zet, waar­mee dit heilig Jaar is af­ge­kon­digd. Na een pauze heb ik ge­spro­ken over ver­schil­lende actuele zaken die ons bisdom betreffen en was er gelegen­heid om vragen te stellen. Pater Mark Lindeijer sloot af met een gees­te­lij­ke inlei­ding op het Jubel­jaar.

Gees­te­lijk pro­gram­ma

Aan het einde van de ochtend was er een gees­te­lijk pro­gram­ma met uit­stel­ling van het H. Sacra­ment en biecht­gele­gen­heid waarna we samen de heilige Eucha­ris­tie hebben gevierd. Tijdens de Eucha­ris­tie­vie­ring heb ik on­der­staan­de homilie gehou­den naar aan­lei­ding van het evan­ge­lie van de dag over het "Penningske der weduwe" (Lc. 21, 1-4).

We sloten de geslaagde dag af met een ge­za­men­lijke warme lunch. Harte­lijk dank weer aan de beide semi­na­rie-rectoren die verant­woor­de­lijk waaren voor de organi­sa­tie van deze geslaagd dag!

DE PENNINGSKES

MAANDAG IN DE 34E WEEK DOOR HET JAAR PRIESTERONTMOETING - HEILOO


‘Het pen­ningske der weduwe’

De pericope ervoor

Dit korte evan­ge­lie staat precies tussen
een korte pericope
over de eer­zucht van de Schrift­ge­leer­den
- chique lange gewa­den,
graag begroet willen wor­den,
de ere­plaatsen claimen -
maar die geen eerbied en zorg hebben
voor de armen, de weduwen
wel indruk willen maken op anderen,
maar het is eigen­lijk allemaal uiter­lijk,
dus geen echte gods­dienst.

Het gedeelte erna

En na de pericope van vandaag
komt het gedeelte waarin men
het vol bewon­dering
over de pracht van de tempel heeft,
maar Jezus voorzegt
dat dit alles verwoest zal wor­den,
woor­den die uitmon­den in een rede
over de verschrik­kingen van de eind­tijd.

Focus

Die twee gedeelten zijn na­tuur­lijk niet alleen
een bood­schap aan de mensen die toen leef­den,
maar tege­lijk een soort waar­schu­wing aan ons
om je niet te verliezen in uiter­lijk­he­den,
je te rea­li­se­ren dat een focus op dat soort zaken
je in feite bepaalt bij onbe­lang­rijke, ver­gan­ke­lijke zaken
en als je je daarin verliest, zo staat er,
zal een stren­ger vonnis wor­den uit­ge­spro­ken.

Twee ‘lepta’

Tussen die twee gedeelten in
staat dus het korte stukje
over die weduwe met haar twee pen­ningen.
De vrouw is weduwe en behoef­tig,
dat wil zeggen dat zij niet de steun heeft
van een man
- in die tijd maat­schap­pe­lijk van groot belang -
en dat zij arm is.
En wat zij geeft stelt helemaal niets voor:
twee “lepta”, de kleinste muntjes die er waren.
Toch wordt zij geprezen als degene
die het meest van allen heeft gegeven,
omdat zij gaf waar zij van leven moest.
Het komt erop neer dat zij zich zelf gaf,
alles waar haar toe­komst van afhing.

Remin­der

Die weduwe is na­tuur­lijk een remin­der voor ons,
die ons leven aan Christus en Zijn Kerk hebben gegeven.
Laat die gave die je met zoveel over­tui­ging hebt gedaan
niet inhoudsloos en waardeloos wor­den
doordat je leven gaat draaien
om uiter­lijk­he­den, iets bereiken voor jezelf
met een focus op comfort en pres­tige;
dan komen we dus terecht
in de sfeer van die schrift­ge­leer­den.

Wat geef je?

Aan de andere kant gaat het ook niet
om je successen en vermogens,
je kunde, slim­heid en briljante pas­to­raal.
De weduwe brengt ons in her­in­ne­ring
dat we ge­roe­pen zijn
om ons­zelf te geven
en dat de Heer ons ge­roe­pen heeft,.
Waarbij het niet uitmaakt
of je grote rijkdommen aan talenten
in te brengen hebt, of niet.
Het gaat om de gave van jezelf,
het gaat om je hart,
om je oprechte dienst­baar­heid.
Wie zich­zelf geeft,
geeft altijd genoeg,
wie niet zich­zelf geeft,
maar "iets" geeft,
die doet zich­zelf en zijn dienst­werk te kort.

Cadeautjes

Ik denk dat dit beant­woordt aan een zekere erva­ring
die we allemaal hebben opgedaan.
Van ver­schil­lende pries­ters heb ik gehoord
dat er tieners zomaar uit het niets komen binnenlopen
en vragen om voor­be­reid en gedoopt te wor­den.

Je hebt dan als pries­ter
of an­ders­zins als man of vrouw van de kerk
het gevoel: wat heb ik hieraan gedaan?
Ik ken die tieners niet eens.
Ze zijn zomaar geko­men.
Ze zijn een cadeautje van de goede God
en ze maken je dui­de­lijk:
geef jij maar jezelf
- nu ook in de voor­be­rei­ding van deze jon­ge­ren -
maar vergeet niet
dat het niet jouw successen zijn,
jouw talenten en briljante ideeën
die een succes­volle missio­naire pas­to­raal
hebben bewerkt.

De rest is genade

Nee, het waren wel jouw pen­ningskes,
het weinige of mis­schien wat meer
wat jij te bie­den had,
maar het was God die er iets mee heeft gedaan,
en wat daar­van komt is genade.
Hij brengt het won­der tot stand,
Hij doet dat met jou,
Hij kan dat zo doen,
omdat jij je zó geeft,
bereid was Gods instru­ment te zijn.
Want wij zijn arme weduwen en weduw­naars,
zon­der steun,
bedelend om Gods genade,
maar wij geven het kleine beetje dat we hebben,
ons pen­ningkje.

Geef de eer aan Hem,
blijf zeggen:
Wij zijn maar onnutte dienstknechten;
en voel je daar maar heel goed bij...!

post deze webpagina op: Facebook X / Twitter

Fotoserie

Klik op een foto voor een uitvergroting.
Terug