Priesterontmoeting in Heiloo
Twee penningskes...
Maandag 25 november was de priesterontmoeting in Heiloo. De meeste priesters van het bisdom waren aanwezig in Heiloo voor een broederlijke ontmoeting en bezinning, waarbij dit keer het naderende Jubeljaar centraal stond.
Jubeljaar
Het programma begon om 10.00 uur met een inleiding van pater Mark Lindeijer over de betekenis van dit heilig jaar of jubeljaar in relatie tot de voorgaande jubeljaren en de accenten die de bulle "Spes non confundit" zet, waarmee dit heilig Jaar is afgekondigd. Na een pauze heb ik gesproken over verschillende actuele zaken die ons bisdom betreffen en was er gelegenheid om vragen te stellen. Pater Mark Lindeijer sloot af met een geestelijke inleiding op het Jubeljaar.
Geestelijk programma
Aan het einde van de ochtend was er een geestelijk programma met uitstelling van het H. Sacrament en biechtgelegenheid waarna we samen de heilige Eucharistie hebben gevierd. Tijdens de Eucharistieviering heb ik onderstaande homilie gehouden naar aanleiding van het evangelie van de dag over het "Penningske der weduwe" (Lc. 21, 1-4).
We sloten de geslaagde dag af met een gezamenlijke warme lunch. Hartelijk dank weer aan de beide seminarie-rectoren die verantwoordelijk waaren voor de organisatie van deze geslaagd dag!
DE PENNINGSKES
MAANDAG IN DE 34E WEEK DOOR HET JAAR PRIESTERONTMOETING - HEILOO
‘Het penningske der weduwe’
De pericope ervoor
Dit korte evangelie staat precies tussen
een korte pericope
over de eerzucht van de Schriftgeleerden
- chique lange gewaden,
graag begroet willen worden,
de ereplaatsen claimen -
maar die geen eerbied en zorg hebben
voor de armen, de weduwen
wel indruk willen maken op anderen,
maar het is eigenlijk allemaal uiterlijk,
dus geen echte godsdienst.
Het gedeelte erna
En na de pericope van vandaag
komt het gedeelte waarin men
het vol bewondering
over de pracht van de tempel heeft,
maar Jezus voorzegt
dat dit alles verwoest zal worden,
woorden die uitmonden in een rede
over de verschrikkingen van de eindtijd.
Focus
Die twee gedeelten zijn natuurlijk niet alleen
een boodschap aan de mensen die toen leefden,
maar tegelijk een soort waarschuwing aan ons
om je niet te verliezen in uiterlijkheden,
je te realiseren dat een focus op dat soort zaken
je in feite bepaalt bij onbelangrijke, vergankelijke zaken
en als je je daarin verliest, zo staat er,
zal een strenger vonnis worden uitgesproken.
Twee ‘lepta’
Tussen die twee gedeelten in
staat dus het korte stukje
over die weduwe met haar twee penningen.
De vrouw is weduwe en behoeftig,
dat wil zeggen dat zij niet de steun heeft
van een man
- in die tijd maatschappelijk van groot belang -
en dat zij arm is.
En wat zij geeft stelt helemaal niets voor:
twee “lepta”, de kleinste muntjes die er waren.
Toch wordt zij geprezen als degene
die het meest van allen heeft gegeven,
omdat zij gaf waar zij van leven moest.
Het komt erop neer dat zij zich zelf gaf,
alles waar haar toekomst van afhing.
Reminder
Die weduwe is natuurlijk een reminder voor ons,
die ons leven aan Christus en Zijn Kerk hebben gegeven.
Laat die gave die je met zoveel overtuiging hebt gedaan
niet inhoudsloos en waardeloos worden
doordat je leven gaat draaien
om uiterlijkheden, iets bereiken voor jezelf
met een focus op comfort en prestige;
dan komen we dus terecht
in de sfeer van die schriftgeleerden.
Wat geef je?
Aan de andere kant gaat het ook niet
om je successen en vermogens,
je kunde, slimheid en briljante pastoraal.
De weduwe brengt ons in herinnering
dat we geroepen zijn
om onszelf te geven
en dat de Heer ons geroepen heeft,.
Waarbij het niet uitmaakt
of je grote rijkdommen aan talenten
in te brengen hebt, of niet.
Het gaat om de gave van jezelf,
het gaat om je hart,
om je oprechte dienstbaarheid.
Wie zichzelf geeft,
geeft altijd genoeg,
wie niet zichzelf geeft,
maar "iets" geeft,
die doet zichzelf en zijn dienstwerk te kort.
Cadeautjes
Ik denk dat dit beantwoordt aan een zekere ervaring
die we allemaal hebben opgedaan.
Van verschillende priesters heb ik gehoord
dat er tieners zomaar uit het niets komen binnenlopen
en vragen om voorbereid en gedoopt te worden.
Je hebt dan als priester
of anderszins als man of vrouw van de kerk
het gevoel: wat heb ik hieraan gedaan?
Ik ken die tieners niet eens.
Ze zijn zomaar gekomen.
Ze zijn een cadeautje van de goede God
en ze maken je duidelijk:
geef jij maar jezelf
- nu ook in de voorbereiding van deze jongeren -
maar vergeet niet
dat het niet jouw successen zijn,
jouw talenten en briljante ideeën
die een succesvolle missionaire pastoraal
hebben bewerkt.
De rest is genade
Nee, het waren wel jouw penningskes,
het weinige of misschien wat meer
wat jij te bieden had,
maar het was God die er iets mee heeft gedaan,
en wat daarvan komt is genade.
Hij brengt het wonder tot stand,
Hij doet dat met jou,
Hij kan dat zo doen,
omdat jij je zó geeft,
bereid was Gods instrument te zijn.
Want wij zijn arme weduwen en weduwnaars,
zonder steun,
bedelend om Gods genade,
maar wij geven het kleine beetje dat we hebben,
ons penningkje.
Geef de eer aan Hem,
blijf zeggen:
Wij zijn maar onnutte dienstknechten;
en voel je daar maar heel goed bij...!