Opening studiejaar Sint Bonifatius-instituut
Zaterdag 31 augustus mocht ik het nieuwe studiejaar van het Sint Bonifatius-instituut openen met de Lauden en de Eucharistie. Twintig nieuwe studenten begonnen aan de theologie-opleiding, die voornamelijk op zaterdagen plaatsvindt. Tijdens de eucharistieviering hield ik de volgende homilie.
Voor meer informatie over deze opleiding, die onder meer kan dienen om permanent diaken te worden of catechist, als persoonlijke vorming of als ondersteuning bij (andere) werkzaamheden, zie de website van de tiltenberg: www.tiltenberg.org
Homilie
Deze zomer ben ik in de Duitse bedevaartplaats Altötting geweest. Het is één van de zes grootste Mariabedevaartplaatsen van Europa, maar je hebt daar ook een Kapucijnerklooster - de Kapucijnerorde maakt deel uit van de grote Franciscaanse familie.
Daar stierf bijna 120 jaar geleden een broeder die meer dan veertig jaar de portier van het klooster was geweest. Hij was een eenvoudige broeder, nooit tot priester gewijd en meer dan veertig jaar lang zat hij dus in de receptie. Die receptie was ook nog eens zijn kloostercel, dus meer dan veertig jaar lang was die kleine ruimte zijn leefomgeving.
Als je daar oppervlakkig en van buiten naar kijkt, zou je misschien denken dat hij nooit carrière heeft gemaakt, dat het toch wel erg eentonig moet zijn geweest en dat hij vast niet hoog werd ingeschat door zijn oversten dat hij nooit iets anders te doen heeft gekregen. Nou moet je eerlijk gezegd niet te gering denken over portier-zijn of in de receptie werken, want zo iemand is in feite het visitekaartje van het huis.
Het is het eerste contact dat mensen hebben die langskomen. Zo was het ook hier. Toen broeder Konrad - zo heette hij - stierf werd hij als een heilige vereerd, zozeer dat hij veertig jaar later inderdaad heilig is verklaard. Wat was zijn geheim? Hij was er gewoon, eenvoudig voor de mensen, stond klaar voor de armen, straalde de liefde van God uit, vertelde met heel zijn hart van Jezus en Maria. Dat was het!
Het is geweldig dat jullie naar De Tiltenberg zijn gekomen om daar aan het Sint Bonifatius-instituut te studeren. Misschien zul je heel goed zijn in de studie, ben je iemand van de vijf talenten om met het evangelie van vandaag te spreken, en dat is mooi. Ik hoop natuurlijk dat de studie aan jullie veel kennis en verrijking zal bieden. Toch moet ik tegelijk zeggen dat de studie niet het belangrijkste is. Het belangrijkste gebeurt hier in de kapel, het gebeurt in de stille dagen, in de geestelijke leiding, in je innerlijke groei naar Christus toe.
Als je fantastisch kunt studeren, hoge punten haalt, op het briljante af, maar het blijft iets van je hoofd, je weet het niet te verbinden met je hart, het wordt niet omgevormd tot liefde voor God en voor Jezus Christus die in de sacramenten tot ons komt, dan heb je je talenten eigenlijk toch in de grond gestopt. Ze leveren niets op, ze dragen geen vrucht, het blijft als die dode zak met geld in het evangelie die door die dienaar wordt begraven en er weer wordt uitgehaald als die meester weer verschijnt. Daar is niets gebeurd! En dat is toch de kern en de betekenis van ons leven: er moet iets gebeuren, ja zelfs moet je risico’s durven nemen.
Ik durf eigenlijk zelfs wel te zeggen dat die Heer blijer zou zijn geweest en meer tevreden als die knecht zijn best had gedaan, zich had ingezet, fouten had gemaakt en een beetje de mist was ingegaan met dat geld. Want onze Lieve Heer wil dat we ons laten raken door het evangelie, dat we verdieping zoeken, nieuwe impulsen, nieuwe inspiratie: “Vuur ben ik op aarde komen brengen”. En Hij wil dat we risico’s nemen, niet in ons eigen gemakkelijke leventje blijven, maar erop uitgaan: “Zie, ik zend U als schapen tussen wolven.... gaat uit over de hele aarde en verkondigt het evangelie...”.
Misschien heeft God je veel talenten toevertrouwd: je bent heel knap, je kunt van alles, niemand is zo goed als jij. Maar eigenlijk is dat niet zo interessant, sorry.... want het gaat erom of je dienstbaar maakt wat God je heeft gegeven of je ermee naar Hem gaat en of je met wat je hebt ontvangen uitgaat, naar anderen gaat, doorgeeft, dient....
Wij mensen oordelen vaak heel menselijk: wij oordelen op iemands uiterlijk, op zijn geld en bezit, op zijn intelligentie, zijn sportieve prestaties en ga zo maar door. Zo rekenen wij mensen ook af: een topbankier geven we veel geld, iemand die zorgt verleent krijgt bijna niets; een stervoetballer verdient miljoenen, iemand die in alle bescheidenheid altijd voor anderen klaar staat wordt vaak niet eens bedankt.
Toch is dat leven van die topbankier niet rijk, niet innerlijk rijk, tenzij hij ook een goed mens is, dient en geeft en erop uit gaat.
Ook wij zijn bijna allemaal in ons leven wel positief geraakt door andere mensen. Zij hebben ons hart geraakt door hun geloof, hun liefde, hun voorbeeld, nooit door hun status, positie of geld.
Zo’n vijftig kilometer ten zuiden van Altötting ligt de Chiemsee, die ik later ook heb bezocht; daar heeft Ludwig II op een eiland een van zijn kastelen gebouwd. Hij wilde Versailles imiteren om de zonnekoning Lodewijk XIV te eren, maar het gebouw had verder geen zin; het was niet bedoeld om iemand erin te laten wonen. Het paleis werd zeer weelderig aangekleed met allerlei nutteloze, maar heel dure voorwerpen. De schatkist raakte leeg, het volk verarmde, die koning was gek, psychisch gestoord. Nu nog als je er rondloopt raak je bijna gedeprimeerd van zoveel overdadige luxe zonder inhoud.
En daarom zijn er nog steeds zoveel mensen die een eenvoudige Kapucijnerbroeder eren - omdat hij in alle eenvoud zijn hart, omdat hij liefde en geloof had geschonken -, terwijl iedereen alleen nog maar eens meewarig zijn hoofd schudt als de naam van die koning valt. Ik wens U allen een heel goed en gezegend studiejaar toe. Ik wil U graag uitnodigen om iedere studiedag heel bewust te beginnen met het morgengebed en de Eucharistie hier in de kapel om te weten en te beleven: het gaat niet om de buitenkant, het gaat erom dat geloof en liefde in mij mogen groeien door Gods genade en dat ik erop uit zal gaan, gewoon al in mijn contacten met mensen om rijker te worden, innerlijk rijker en vrucht te dragen.
AMEN