Vierde zondag door het jaar B
St. Bavo-kathedraal Haarlem - 29 januari 2012
Hier volgt de homilie die ik heb gehouden in de kathedrale basiliek van Sint Bavo in Haarlem bij gelegenheid van de heilige Eucharistieviering die door de RKK is uitgezonden. Op de foto ziet U enkele koorleden voor de H. Mis. Zij moesten al heel vroeg aanwezig zijn om te repeteren.
Op de website van het bisdom kan ook de video worden bekeken
Homilie
Misschien heeft U in de afgelopen weken ook weleens een naar gevoel gehad bij alle aandacht voor het seksueel misbruik binnen de katholieke instellingen. “Laten ze er nu maar eens over ophouden”, is een reactie die ik van veel mensen te horen krijg. De Kerk wordt gebrandmerkt als criminele organisatie, als één grote samenzwering van misbruikers terwijl toch dit inderdaad zeer ernstige probleem iets is van heel de samenleving. Het Deetman-rapport spreekt van 9,7 % van de Nederlanders boven de veertig jaar die in de jeugd een vorm van misbruik heeft ondergaan en dan gaat het nog alleen over het misbruik buiten de familiekring. Daarnaast zijn er nog allerlei andere vormen van geweldpleging en mishandeling van minderjarigen. “Wat is er met onze samenleving aan de hand?”, vroeg de heer Deetman zich af. Uit de verschillende onderzoeken die sinds 1988 zijn gehouden komt steeds als resultaat dat het probleem groot is in de hele samenleving, zeker niet specifiek alleen in katholieke instellingen. Wordt nu het vele goede dat door tienduizenden priesters, broeders en zusters is gedaan, ten onrechte volkomen ondergesneeuwd? Inderdaad: het vele goede verdwijnt even uit beeld door het kwaad en de zonde van weinigen. Maar we moeten nu eenmaal ook die beroerde erfenis onder ogen zien; de voorbeeldfunctie die men terecht van de Kerk verwacht, is beschadigd en het gaat op dit moment om wonden van mensen en gevoelens van pijn die tientallen jaren onderdrukt en niet geuit zijn geweest en we kunnen en mogen nu niet anders dan daar ruimte voor geven. Het is te hopen voor slachtoffers dat die ruimte en erkenning er ook komen voor mensen die in ander verband dan de kerk misbruik hebben ondergaan of op een andere manier hebben geleden. Er is onvoorstelbaar veel leed onder mensen.
En het kwade schreeuwt, terwijl het goede fluistert. Dat blijkt ook in het evangelie van vandaag: die ene man die door een onreine geest is bezeten dreigt in de synagoge van Kafarnaüm heel het optreden van Jezus als leraar teniet te doen. Alle aandacht gaat naar hem: naar die ene man van wie de Boze bezit heeft genomen. Dat kan ook niet anders want de man begint luid te schreeuwen en hij wordt door die onreine geest hevig door elkaar geschud. Blijf dan nog maar eens rustig en devoot luisteren naar de boodschap van de Heer die vóór in de synagoge wordt verkondigd!
Dit is min of meer de fase waarin wij ons bevinden: er lijkt bijna geen ruimte meer voor die prachtige boodschap van het evangelie, voor het goede dat is geschied en dat dóór moet gaan, alle aandacht gaat uit naar het kwaad dat is geschied, naar de Boze die van bepaalde God gewijden bezit heeft genomen. En het is inderdaad een ten hemel schreiend kwaad, het is een zonde waarvan de Heer in het evangelie zegt dat je beter met een molensteen om je hals in zee kunt worden geworpen, dan die te doen...
Toch gaat het evangelie vandaag gelukkig verder, het blijft niet bij het schreeuwen van die ongelukkige, bezeten man. Het evangelie gaat verder en wat doet de Heer? Hij doet precies wat wij evenzeer verlangen te doen en wat we moeten doen: Hij verwijdert het kwaad uit hun midden door die onreine geest te bevelen: “Zwijg stil en ga uit hem weg”. Zo is ons verlangen en zo moet onze inzet zijn: het kwaad van het misbruik en elk ander kwaad uit de gemeenschap van de Kerk verwijderen zodat die Kerk een helder beeld van het Koninkrijk Gods kan zijn, want dat is de bedoeling. Ik zou daarvoor uw bijzonder gebed willen vragen: Geef, Heer, dat het licht van het evangelie helder mag stralen in de kerk en het hart mag raken van alle mensen van goede wil. Daarvoor is onze inzet nu meer dan ooit nodig!
Een tweede belangrijk element in het evangelie van vandaag en in het optreden van Jezus is dat de woorden die Hij spreekt en heel zijn optreden worden ervaren als komende van iemand die gezag bezit. Het optreden van Jezus is niet zoals dat van de schriftgeleerden die aan uiterlijke dingen en religieuze praktijken vasthielden maar met hun hart ver van de Heer waren. Jezus onderricht met gezag. Maar wat is dan dat gezag en hoe komt men tot die ervaring dat Hij spreekt met gezag? Misschien ligt het antwoord op deze vraag al besloten in wat die bezeten man daar zo ongenuanceerd door de synagoge roept: Die man wordt geráákt door Jezus’ woorden, dáárom reageert hij zo, en hij spreekt over Jezus als over de ‘heilige Gods’, wat wil zeggen dat hij Jezus ervaart als iemand die in nauwe relatie tot God staat, die bezield is door de kracht van de heilige Geest.
Ook hierin ligt natuurlijk een suggestie aan ons, die het vaak zo moeilijk hebben om het geloof door te geven in deze tijd. We voelen ons vaak niet in staat om wat we zelf hebben mogen ervaren als een grote schat, als een rijkdom voor ons leven, door te geven aan nieuwe generaties. Wat kunnen we doen? In ieder geval is het heel erg belangrijk dat mensen - net als bij Jezus - bij ons iets kunnen ervaren van een gezag waarmee wij spreken, doordat wijzelf leven vanuit een innerlijke band met de Heer of in ieder geval dat wij oprecht proberen - al zijn we zwakke mensen - om een relatie met God op te bouwen, van hart tot hart en daaruit te leven door daden van dienstbaarheid, goedheid en liefde. Denk bijvoorbeeld zelf eens terug aan mensen die door hun liefde en geloof een blijvende indruk bij je hebben achtergelaten, een man of vrouw, ouders misschien of anderen: de herinnering aan hen hou je altijd bij je.
Ik wens mezelf en U allen van harte toe dat we - juist nu - méér vuur mogen krijgen en zó mogen spreken en leven en zijn dat andere mensen - met Gods hulp - die “leer met gezag” zullen horen en van binnen geraakt worden door het evangelie en Christus’ mensenliefde. AMEN.