Het kruis centraal in viering gemeenschap Neocatechumenale Weg
In Missio Ad Gentes, Almere
De tweede gemeenschap van de “Missio ad Gentes”, die enkele jaren geleden vanuit de Neocatechumenale Weg in Almere-Poort is gestart, heeft deze dagen een belangrijke ‘passage’ gedaan. Het gaat om een stap die deel uit maakt van een catechetische geloofsweg door middel van een nieuw catechumenaat om de genade van het doospel mee te gaan beleven.
Dit keer stond onder meer de betekenis van het kruis van Christus en de beleving van het kruis in ons eigen leven centraal, wat natuurlijk heel toepasselijk was bij het begin van de Lijdenstijd op deze vijfde zondag van de veertigdagentijd.
Voor bijna alle leden van de gemeenschap ging het om een diepere beleving van de genade van het doospel dat zij al ontvangen hadden, maar voor twee mannen maakt het deel uit van een eerste catechumenaat, omdat zij zich voorbereidden op het doopsel.
Bij deze gelegenheid was ik aanwezig om de woordviering te doen bij gelegenheid van deze passage en de heilige Eucharistie te vieren.Tijdens de woordviering heb ik het onder meer gehad over de verwachtingen die wij van God hebben (vaak: dat Hij ons allerlei cadeautjes geeft) en over wat Hij ons aangeeft: dat we een kruis op moeten nemen.
Tijdens de viering van de Eucharistie heb ik gepreekt over het evangelie van deze zondag: de Grieken die naar Jezus kwamen om met Hem te spreken waren gelovige mensen. Zij kwamen immers ter aanbidding naar Jeruzalem. Toch gaat Jezus niet op hun verzoek in, omdat dit verzoek nog ‘door het lijden moet gaan’: Jezus spreekt over de graankorrel die sterven moet, over het dienen van jezus door Hem na te volgen, over het ‘uur’ dat Hij nu moet ondergaan. Maar daarna zal Hij allen tot zich trekken.
Het is iets wat wijzelf ervaren: veel van wat wij denken en doen moet eerst de loutering van het lijden ondergaan, anders is het te veel onze glorie, onze prestatie, onze verheerlijkingen en te weinig dienst. Wij willen graag alles controleren, alles beheersen, goed, groot, belangrijk, rijk en machtig zijn. Ook de leerlingen moesten na de verheerlijking op de berg Tabor gezien te hebben, eerst nog zwijgen, tot zij het lijden van de Heer hadden meegemaakt. De preek ging op dit thema nader in maar was dit keer niet uitgeschreven.