Eerste liturgisch feest zalige Alvaro del Portillo
In O.L. Vrouwekerk in Amsterdam
Op 27 september van het afgelopen jaar werd mgr. Álvaro del Portillo zalig verklaard in Madrid; zijn feestdag werd vastgesteld op 12 mei en het was dus nu de eerste keer dat die werd gevierd. Álvaro del Portillo was de opvolger van de heilige Jozefmaria Escrivá aan het hoofd van het Opus Dei en hij was als nauwe medewerker steeds diens steun en toeverlaat geweest. Op deze dag mocht ik in de O.L. Vrouwekerk aan de Keizersgracht in Amsterdam de heilige Mis vieren ter ere van de zalige, in concelebratie met de regionaal vicaris, mgr. dr. Chr. v.d. Ploeg en de rector van de kerk dr. R. Ojeda. Daarbij heb ik de volgende homilie gehouden.
Homilie
Broeders en zusters,
Het is met grote vreugde
dat wij vandaag voor de eerste keer
na diens zaligverklaring
de liturgische feestdag
van de zalige Alvaro del Portillo
mogen vieren,
die in 1975 geroepen werd
om de stichter van het Opus Dei,
de heilige Jozefmaria op te volgen,
die de eerste prelaat werd
toen het Opus Dei een personele prelatuur werd
en in 1991 door de heilige paus Johannes Paulus II
tot bisschop werd gewijd .
Eerste communie
Zijn liturgische feestdag is niet geplaatst
op 23 maart, de dag van zijn overlijden,
zoals voor heiligen gebruikelijk is;
ook niet op 11 maart, zijn geboortedag.
Beide zijn dagen
die meestal in de veertigdagentijd vallen.
De feestdag van de zalige Àlvaro
wordt gevierd
op de dag van diens eerste heilige communie
en dat past wel heel bijzonder mooi.
De nederigheid van Jezus
Want het leven van Àlvaro del Portillo
werd gekenmerkt
door een bijzondere liefde
voor de verborgen Jezus,
voor Jezus die zachtmoedig is
en nederig van hart,
voor Jezus die niet gekomen is
om gediend te worden
maar om te dienen,
voor Jezus die zichzelf
uit liefde aan ons geeft.
Die Heer van hemel en aarde,
van wie de zalige Àlvaro zozeer verlangde
dat Hij zou heersen en regeren
- “Regnare Christum volumus”,
we willen dat Christus regeert,
dat was zijn wapenspreuk -,
die Heer die boven ons allen staat,
die ons alles heeft geschonken
en die recht heeft op alle eer en heerlijkheid,
op alle eerbied en dankbaarheid,
die mocht hij
sinds zijn priesterwijding in 1944
iedere dag opnieuw
onder de gedaante van het Brood
in zijn handen nemen en tonen:
de Heer die de nederige dienaar van ons allen werd,
degene die Zijn leven voor ons geeft:
Mijn lichaam voor U gegeven,
Mijn bloed voor U vergoten.
In die gesteltenis
Heel vaak heeft Àlvaro del Portillo
deze woorden herhaald,
zoals hij ook talloze malen
de bekende Eucharistische hymne heeft gebeden,
die we zo vaak zingen
voor het uitgestelde heilig Sacrament:
“Adoro te devote, latens Deitas”,
“Ik aanbid U eerbiedig, verborgen Godheid”.
Het is deze gesteltenis van Jezus,
zachtmoedig en nederig,
die hij zich bijzonder eigen wilde maken,
en die hij zich daadwerkelijk
bijzonder eigen heeft gemaakt.
Hij was zich er zeer van bewust
hoezeer de nederigheid van Jezus
tot het uiterste toe,
de hoogmoed van de erfzonde doorbreekt
en dat dus de nederigheid
aan de wortel ligt
van alle andere deugden.
Er bestaat geen deugd zonder nederigheid.
Zichzelf geven in eenvoud,
zonder op te willen vallen,
zonder dingen naar zichzelf toe te willen trekken,
zonder erkenning,
zijn zoals Jezus in de allerheiligste Eucharistie,
dat de Eucharistische Jezus
in hem zou mogen leven
dat was het geestelijk verlangen
van don Àlvaro
waarvan we dus kunnen zeggen
dat dit in zekere zin een bron vindt
in de dag van zijn eerste heilige communie.
We hoorden zijn verlangen terug in het evangelie
dat we vandaag hebben gehoord:
“Ik ben de goede herder.
De goede herder geeft zijn leven voor zijn schapen”.
Hoezeer verlangde hij
zich deze woorden, deze gesteltenis
eigen te maken!
Uitwerking in zijn leven
Dit maakte bijvoorbeeld
dat hij vertrouwen en rust uitstraalde
en een innerlijke vrede,
dat hij zich dienstbaar opstelde
naar de stichter, naar de paus,
maar ook naar de gelovigen, zijn mensen
met wie hij graag in persoonlijk contact was,
dat hij niet gehecht was
aan zijn eigen ideeën,
maar open stond voor andere meningen,
ook jongere mensen uitnodigde
om hun visie naar voren te brengen.
Dit zijn allemaal kleine tekens
dat het voor hem niet om hemzelf ging,
om zijn eigen aanzien of positie
maar om het nederig zich geven met Jezus.
Wij ook!
Daar zijn wij eigenlijk allemaal toe geroepen
en ik denk dat de zalige Àlvaro del Portillo
ons allen deze deugd van nederige dienstbaarheid
- gevoed door de Eucharistie -
kan leren
en daarin voor ons een bijzondere voorspraak kan zijn.
Het overkomt ons allemaal weleens
dat we ons gekwetst voelen en beschadigd,
dat we niet erkend worden
en men aan ons voorbij gaat.
De zalige Àlvaro del Portillo
kan ons helpen om te zeggen:
“Niet ons, Heer, niet ons,
maar Uw Naam komt de eer toe”
en om met de Eucharistische Jezus
de verborgenheid lief te hebben.
Dienaar van de Kerk
Onze zalige heeft een bijzondere bijdrage geleverd
aan de zending van de Kerk.
Hij heeft voor de paus en de Kerk
vele belangrijke opdrachten vervuld.
Zo heeft hij een cruciale rol vervuld
op het tweede Vaticaans concilie.
Meestal wordt dan met name zijn bijdrage
aan het decreet over het priesterschap,
Presbyterorum Ordinis vermeld.
Die tekst van het Concilie
gaat vooral terug op een synthese
die hij als secretaris van de voorbereidende commissie
heeft gemaakt.
Maar Àlvaro del Portillo was
in de voorbereidingsperiode van het concilie
ook de voorzitter van een commissie
over de rol van de leken.
In die commissie
zijn enkele van de centrale ideeën uitgewerkt
die later in Lumen Gentium,
de Constitutie over de Kerk van het concilie,
zijn terecht gekomen,
zoals de roeping van alle gelovigen
- ook van de leken -
om heilig te worden
en zuurdesem te zijn
en van binnen uit
aan de heiliging van de wereld bij te dragen.
Dat is ons aller opdracht:
eenvoudig goed voor te gaan,
in trouw onszelf te geven,
verborgen vaak,
zoals Christus in de Eucharistie,
zuurdesem te zijn,
heilig te willen worden.
Moge de zalige Àlvaro del Portillo
ons daarbij een voorspraak zijn.
AMEN.