Preek bij de bisschoppenvergadering
Het gaat om de binnenkant
Op dinsdag 13 oktober vond in Utrecht de maandelijkse bisschoppenvergadering plaats. Na een lange dag van vergaderen over talrijke onderwerpen, vierden we gezamenlijk - zoals gebruikelijk - de vespers en de heilige Eucharistie. Bij die gelegenheid heb ik de onderstaande homilie gehouden.
De bisschoppenvergadering vindt maandelijks gewoonlijk op de tweede dinsdag van de maand plaats in het huis van de aartsbisschop aan de Maliebaan in Utrecht.
Homilie
Jezus spreekt vandaag
tot de Farizeeën en tot ons
over de buitenkant en de binnenkant.
Die binnenkant gaat over wie wij zijn
als mens en gelovige:
wat is het hart van ons bestaan?
Luisteren naar de Geest
De retraite, stille dagen, geestelijke leiding en de meditatie
zijn in de priesteropleiding
daarvoor gewoonlijk de meest belangrijke momenten.
We hebben dat zelf vermoedelijk
ook wel zo ervaren
en eigenlijk merken we dat vermoedelijk nog steeds
al heeft met name de geestelijke leiding
in de loop van ons leven als priester en bisschop
vermoedelijk een andere plaats en betekenis gekregen.
Tegen het licht van hun groei en ontwikkeling
zijn meditatie, stilte en geestelijke leiding
voor een seminarist
uiteindelijk zelfs belangrijker
dan getijdengebed of rozenkrans.
Dit is omdat zij door de meditatie
er toe wordt gebracht
persoonlijk, direct naar God te gaan.
Ook al zal een vers van een psalm
van het getijdengebed bijvoorbeeld
ook ons hart kunnen raken,
het luisteren naar de werking van de heilige Geest
krijgt in de stilte van meditatie en retraite
toch wel op een bijzondere manier gestalte.
Hij laat mij niet meer los...
Daar ontstaat de innerlijke zekerheid
dat Hij je niet meer loslaat
en dat je Hem niet meer los kunt laten.
Het is een heel directe manier
om - als je je ervoor open stelt -
je hart en heel je leven
van het evangelie
en van Jezus’ tegenwoordigheid
te laten doordesemen.
Gebeden die we "doen"...
In zekere zin
kunnen getijdengebed en rozenkrans daarentegen
iets gemakkelijks hebben:
we hebben iets gepresteerd,
we hebben iets gedaan.
Dat kan iets formalistisch krijgen
al is zeker in dorre tijden
de gebedsstroom van het brevier
zeer belangrijk om ons
in de bedding van het gebed te houden.
Niets doen...
Als we de meditatie doen
kun we de indruk krijgen
dat we niets hebben gedaan.
We zijn als die boer
in de kerk van de pastoor van Ars,
die zei:
Hij kijkt naar Mij
en ik kijk naar Hem.
We openen ons heel concreet
om ons met de hulp van Gods genade
te vormen naar het evangelie.
Maar dat is meer een werk
dat Hij in ons verricht,
meer dan dat wijzelf iets “doen”.
De woorden van het evangelie
kunnen zelfs bijna alleen
diep in ons vallen
als we ”terug geschakeld” zijn,
tamelijk passief zijn, ontvankelijk;
hier wordt meer bewerkt
als het langzaam gaat,
als we er tijd voor nemen.
Voor de drukke mensen die wij zijn
vraagt het al iets
om het brevier in te plannen.
Toch is het vaak gemakkelijker
het brevier te bidden
dan de meditatie te doen.
Jezus doet de wassingen niet
Jezus bezoekt vandaag dus een Farizeeër
die Hem heeft uitgenodigd voor de maaltijd.
Jezus verricht de wassingen niet,
luidt diens verwijt.
Het waren bepaalde rituele wassingen
die volgens Farizeïsche overlevering
waren voorgeschreven
maar niet in het Oude Testament waren bevolen.
Jezus verricht ze niet,
blijkbaar om aan te kunnen geven
dat je niet voor de buitenkant moet leven,
niet in formalisme moet vervallen,
maar dat het om de binnenkant gaat.
De binnenkant
Laten we duidelijk zijn:
Jezus veroordeelt die praktijken niet,
Hij geeft slechts aan
dat ze niet de kern vormen,
dat het om iets anders gaat.
De buitenkant is maar de buitenkant,
wezenlijk is de binnenkant.
Het gaat erom of we leven vanuit ons geloof,
of onze band met de Heer
de levende leidraad is,
of we een goed mens zijn;
het gaat erom of we innerlijk trouw zijn
aan Hem
en niet zozeer om het doen van dingen,
hoe goed en hoe belangrijk
die ook kunnen zijn.
We kunnen gemakkelijk tot formalisme vervallen,
bijvoorbeeld door op een bepaalde, bijna politieke manier
bezig te zijn met zaken van Kerk en geloof.
Op die manier ermee bezig zijn
kan een oorzaak zijn
dat we in een niet-louterende dorheid belanden,
omdat de Geest uit onze overwegingen,
ons denken en spreken verdwijnt.
Het gaat om de binnenkant,
zegt ons vandaag de Heer,
daar moet het vanuit komen.
Dan wordt de buitenkant vanzelf rein.
Amen