Alleen maar hoogtepunten? Wat willen we wel en wat niet?
Tweede zondag van de veertigdagentijd C
Zondag 21 februari was ik in de St. Antonius kerk van Kortenhoef waar we de H. Eucharistie hebben gevierd met assistentie van diaken Wim Balk en stagiair Anton Goos. Kortenhoef heeft een fraaie parochiekerk, niet zo groot en dat geeft op zich al betrokkenheid van de gemeenschap. Alles was goed verzorgd.
Het dames- en herenkoor zong goedgekozen liturgische gezangen. De parochie hoort tot het samenwerkingsverband van Hilversum, Nederhorst, Ankeveen (met Kortenhoef de KAN parochies) en Loosdrecht, waar pastoor Jules Dresmé met enthousiasme leiding geeft. Ook voor het jaar van de Barmhartigheid heeft de parochie veel initiatieven en diaken Wim Balk is in de KAN-parochies heel actief met activiteiten die ook jongeren en gezinnen bij de kerk betrekken. Deze zelfde dag mocht de diaken drie kinderen dopen. Na afloop van de viering kon ik veel parochianen ontmoeten tijdens het ‘achtste sacrament’: de koffie!
Homilie
Een hoogtepunt
We hebben allemaal in ons leven
met bergen en dalen,
hoogte- en dieptepunten te maken
en we kennen strijd
door ontmoediging, afkeer of juist verlangens.
Vandaag in het evangelie een hoogtepunt:
Jezus gaat omhoog,
hij bestijgt met drie van Zijn leerlingen de Taborberg.
Gods aanwezigheid of menselijke 'grootheid'
Vorige week
- in het evangelie van de eerste zondag van de vasten -
ging Hij ook al omhoog,
meteen na Zijn doop in de Jordaan,
maar toen werd Hij door de duivel omhoog gevoerd
die Hem alle koninkrijken van de wereld liet zien
om Hem te verleiden.
Vandaag is het compleet anders:
de leerlingen ervaren Gods aanwezigheid,
Jezus begint te stralen en te schitteren,
het was prachtig om te zien,
het maakte diepe indruk op de leerlingen,
zozeer dat ze er in die tijd
met niemand over konden praten.
Maar er is één zin
die terug komt bij de doop van Jezus in de Jordaan
en ook hier weer:
“Dit is mijn Zoon,
in wie ik mijn welbehagen heb gesteld”
en aan die zin wordt vandaag
op de berg Tabor toegevoegd:
“Luistert naar Hem”.
Verleiding en strijd
Zo’n moment van bekoring en verleiding, van strijd
als Jezus meemaakte in het evangelie van vorige week
hebben we allemaal weleens meegemaakt.
Zo' n verleiding, zo’n strijd heeft vrijwel altijd
met emoties en verlangens te maken:
met begeerte naar bevrediging,
verlangen naar aandacht, naar aanzien en macht.
Iedere bekoring is eigenlijk
een soort verdraaiing
van ons verlangen naar liefde.
Iedere mens verlangt naar liefde,
maar liefde is altijd open
naar anderen en dienstbaar,
dus als we liefde willen ontvangen,
moeten we zelf zo proberen te zijn.
Als we liefde niet in een geest van liefde ontvangen,
maar in een geest van zelfzucht, van egoïsme,
maken we in feite de liefde kapot.
Wat niet gelukkig maakt en wat wél
Bekoringen en verleidingen zijn op onszelf gericht,
we willen dan graag iets naar ons toe trekken,
maar het hebben van de zaak
is ook vaak het einde van het vermaak,
want als we streven naar geld en goed,
komen we erachter
- wanneer we dat eenmaal bezitten -
dat dát ons niet gelukkig maakt;
hetzelfde geldt voor eer en een hoge positie:
hebben we die eenmaal verkregen,
dan voelen we bijvoorbeeld ook de last en de stress ervan.
We krijgen dan te maken met
de strijd en de moeilijkheden die er ook bij horen;
we moeten ons dan wel dienstbaar gaan opstellen,
onze positie duidelijk zien als iets
dat ons gegeven is om te dienen,
als iets dat we met liefde voor anderen willen doen,
anders wordt het een mislukking en een grote beproeving
en worden we niet gelukkig.
We worden gelukkig door te dienen.
Non honor sed onus
Ik zag het vorige week nog in de kapel
van een van de bisschopshuizen in Nederland
waar de wapenspreuken van bisschoppen
stonden afgebeeld:
“Non honor sed onus”
was er één en dat betekent:
“geen eer, maar een last”;
dat maakt wel duidelijk hoe de man in kwestie
zijn bisschopsambt had ervaren.
Zo is het eigenlijk met alles:
we kunnen iets doen of iets willen
voor de eer en het aanzien
en dan verliest het zijn schoonheid,
zijn glans en betekenis
voor de persoon zelf en voor anderen;
of we kunnen iets doen als dienst,
een inzet gericht op anderen
en dan is het iets moois, een genade,
al is het niet gemakkelijk.
Een bekoring, een verleiding wil ons ertoe brengen
om iets te doen niet als een dienst
maar voor onszelf.
Naar boven
Vandaag gaan Petrus, Johannes en Jakobus
dus met Jezus naar boven
en hebben daar een prachtige ervaring.
“Meester, het is goed dat wij hier zijn”,
zeggen ze.
Deze leerlingen hebben alles achtergelaten
om Jezus te volgen,
zij hebben al veel onderricht gekregen
en nogal wat wonderen gezien
en zij geloven dat Jezus de Messias is, de Heer.
Nu ervaren zij de heerlijkheid en glorie van Jezus,
daar boven op die berg.
Zij zien op die manier als het ware al voor zich
dat Jezus uit de doden zal verrijzen.
In slaap
Maar dan vallen ze ineens in slaap,
nota bene terwijl Mozes en Elia verschenen zijn.
Dat is natuurlijk niet zo' n goed teken.
Als ik zie dat U in slaap valt tijdens de preek,
is dat blijkbaar een teken
dat die preek u niet voldoende aansprak
om wakker te blijven!
Wanneer vallen de leerlingen in slaap?
Wat vonden zij dan niet zo interessant en aansprekend?
Waarover ging dat gesprek van Jezus
met Mozes en Elia dan?
"Zij spraken over Zijn heengaan in Jeruzalem",
staat er.
Dat ging dus over het lijden en het kruis,
over de moeilijkheden, het offer.
Wat Jezus met dit gesprek wil aangeven
is dat de verrijzenis, de heerlijkheid,
dat schitteren en stralen
door het kruis heen gaat,
niet los staat van het lijden
en het doorstaan van tegenvallers.
Maar daarbij vallen de leerlingen dus in slaap,
dat zien ze niet zo zitten,
dat wil er nog niet in,
ze willen wel de glorie, maar niet de pijn
zoals dat ook gebeurt wanneer twee van deze leerlingen
Jezus later vragen of zij in Zijn koninkrijk
de beste plaatsen mogen bekleden.
Ja, ze willen de glorie
maar ze willen het lijden en de inzet
die erbij horen
nog niet zo gauw aanvaarden.
En toch horen bij hun positie
- ze worden als apostelen van Jezus
over de wereld uitgestuurd -
ook het lijden en de last
die ze zullen moeten dragen.
Ze hebben tal van moeilijkheden
en zelfs de marteldood verdragen.
Zo menselijk
Dit is algemeen menselijk
zoals die apostelen er tegenover staan;
we zijn allemaal geneigd
om te vinden dat God
ons voor narigheid moet behoeden.
Maar het kruis hoort erbij!
En dat geldt voor een christen
dubbel en dwars:
Ieder huisje heeft zijn kruisje, zeggen we,
de moeilijkheden horen erbij.
De gedaanteverandering van Jezus
is dus een uitnodiging om niet alleen
de eer en glorie voor onszelf,
de schittering en het stralen te zoeken,
maar onze taak in het leven te beleven als dienst
en die als roeping te beleven.
De offers horen erbij!
Je komt weer met beide benen op de grond te staan!
Ook wij hebben misschien
allemaal weleens meegemaakt
dat we veel licht en vreugde hebben ervaren
bij iets moois dat op onze levensweg kwam:
de geboorte van een kind,
de goedheid en liefde van een naaste,
een andere mooie ervaring
of zomaar een vreugde en blijheid die door je heen ging.
Dat is de glorie en heerlijkheid,
om zo te zeggen.
Maar dan komt toch de dagelijkse werkelijkheid
met zijn ups en downs.
Na zonnige dagen komen
de grijze regendagen ook.
De oorspronkelijke vreugde
Laten we dan proberen
in ons hart altijd iets
van die oorspronkelijke vreugde te bewaren,
en die niet te vergeten,
maar die steeds weer laten oplichten;
laten we ons die stralende, schitterende momenten
blijven herinneren,
die oorspronkelijke vreugde
en mogen die ons blijven inspireren
om onze taak met liefde als dienst te blijven beleven,
juist als we de lasten, de pijn, het zware meer voelen.
Zo moest het ook bij de apostelen gaan:
dat piekmoment daar op die berg,
die mooie ervaring,
moest hen helpen om ook het moeilijke
te kunnen doorstaan.
Luistert naar Hem
"Luistert naar Hem" hoorden we daarbij vandaag.
Mogen het woord en het voorbeeld van Jezus Christus
ons steeds inspireren.
Amen