Stuur ze maar weg...
Zondagavond 29 mei werd in Heiloo Sacramentsdag gevierd en de sluiting van de meimaand. Zo'n 250 pelgrims waren gekomen voor de feestelijke Eucharistieviering en de processie met het H. Sacrament en het fraai versierde beeld van O.L. Vrouw ter Nood.
Tijdens de processie zong het koor met een orkestje meerstemmige liederen en marialiederen samen met de mensen. Bij het rustaltaat werd een toewijding gebeden en de processie werd afgesloten met de zegen met het heilig sacrament bij de genadekapel. Ook de seminaristen en de zusters waren bij de procvessie betrokken, evenals een zestal priesters, de diaken en acolieten en misdienaars en natuurlijk alle pelgrims die aan de processie deelnamen.
Het was weer een mooie avond, begunstigd gelukkig door mooi, droog weer, een eerbetoon aan Maria en aan Jezus in het heilig Sacrament.
Homilie
Broeders en zusters,
Stuur ze weg
“Stuur dat volk weg”
dat is de reactie van de apostelen
als er een grote menigte mensen bij Jezus is gekomen
en het avond wordt
en die mensen te eten moeten hebben.
“Stuur ze weg”.
afschuifbeleid
Er kunnen allerlei redenen zijn
om mensen weg te sturen.
In het antwoord van de twaalf apostelen
zien we al een paar van die redenen:
Ze kunnen zelf wel zorgen
dat ze aan eten komen
in de dorpen en gehuchten in de omtrek.
Het is niet onze zorg,
laat ze zich zelf maar redden!
Niet dat er in die dorpen en gehuchten in de omtrek
allerlei bakkerijen en supermarkten te vinden zijn, trouwens.
Die zijn er niet,
want de mensen maakten thuis
zelf wat brood;
maar die menigte mensen
moet daar maar onderdak vinden,
in die dorpen
bij de mensen die daar wonen,
vinden de apostelen.
Ook geen realistisch verhaal trouwens,
want alleen de mannen
zijn al met zo’n vijfduizend
en dan nog alle vrouwen en kinderen!
Hoe zouden ze met z’n allen
in een paar kleine dorpjes
onderdak en voedsel kunnen vinden?
Het is dus meer een afschuifbeleid:
wij weten daar geen raad mee,
het gaat mij niet aan,
ik hoef daar niet voor te zorgen,
laat zij het maar doen,
stuur ze maar weg.
We kunnen ons dat wel voorstellen, trouwens.
Hoe reageren mensen nu,
hoe reageren wij zelf,
op mensen die onze hulp nodig hebben,
op een bedelaar op straat,
op de vluchtelingenproblematiek,
op iemand die aanbelt
of iets van ons wil.
En dit is dan ook nog eens een keer,
zo’n grote massa mensen
dat je menselijkerwijs wel moet zeggen:
Wat kan ik daar mee?
Dit is te groot,
die kunnen wij niet aan!
Die oppervlakkige mensen
Er kan nog een andere reden bij komen
voor de apostelen
en dat is dat al die mensen
wel luisteren naar de woorden van Jezus
over het koninkrijk Gods,
maar hun interesse is vaak oppervlakkig
en ze komen toch wel heel speciaal
omdat Jezus wonderen kan doen,
blinden kan laten zien,
verlamde mensen weer kan laten lopen
en vele andere kwalen kan genezen
en dat ook inderdaad volop doet.
Heb je een pijntje, een kwaaltje
of een serieus gezondheidsprobleem?
Ga maar naar Jezus,
Hij helpt je ervan af!
We zien vaker in het evangelie
dat de apostelen en anderen zich ergeren
omdat de mensen zich niet engageren,
zich niet echt
als leerling en volgeling van Jezus gaan zien.
Stuur ze maar weg,
stuur die mensen weg
want het zijn - zeg maar - “kerstmis-katholieken”,
je ziet ze het hele jaar niet
en dan zitten ze met kerstmis ineens op jouw plaats.
Oordelen
Dat overkwam de apostelen
en dat kan ons gemakkelijk overkomen:
we hebben onze oordelen over mensen,
er zijn mensen die we wel willen helpen
en mensen die we niet willen helpen,
er zijn mensen die we niet zien zitten
of waarvan we de praktijken niet goedkeuren
en mensen die we wel zien zitten.
Zwakke mensen
Maar dan vergaten de apostelen
dat zij zelf ook maar zwakke mensen waren:
als het even stormde op het meer
waren hun geloof en vertrouwen verdwenen
en zij zouden de benen nemen
toen het moeilijk werd;
tijdens Jezus’ lijden waren zíj vertrokken!
positie claimen
Daar komt dan nog bij
dat de apostelen toch een beetje vinden
dat zij als apostelen iets te zeggen hebben
en dat zij Jezus op moeten komen:
Ze wijzen de mensen
die met kinderen naar Jezus komen,
bars af;
ze willen vuur uit de hemel roepen
als Samaritanen Jezus niet willen ontvangen,
ze willen een Kananeese vrouw wegsturen
die achter hen aan loopt en genezing vraagt.
Er zit dus ook nog iets bij van:
mensen moeten hun plaats weten.
Stuur die mensen weg.
Afgewezen
Het gaat zo gemakkelijk,
dat we oordelen en afwijzen,
hard spreken
dat wij in feite zeggen:
Stuur die mensen weg.
Als we een negatief oordeel hebben
over mensen of praktijken,
als we ons niet met compassie, met meegevoel
ergens op in willen laten,
als wij geen verantwoordelijkheid willen nemen,
is dat vaak door onze emotie gekleurd
en kunnen er vrij harde, stevige woorden vallen.
Soms zit er onmacht bij.
In feite bereiken we dan het tegendeel
van wat we eigenlijk graag
vanuit ons geloof en ons oprecht mens-zijn
zouden willen bereiken.
Als we oordelen en wegsturen
om wat voor reden ook
dan kan het gemakkelijk gebeuren
dat mensen zich door die afwijzing
als mens afgewezen voelen,
ook al is dat niet onze bedoeling.
Dat dunne lijntje
Wat de apostelen aan de mensen
van plan waren te zeggen,
dat is:
Hoepel op en zoek het zelf maar uit!
Wat zij eigenlijk willen is
dat mensen in een liefdevolle relatie treden
met Jezus,
een relatie van geloof en vertrouwen.
Maar zij zouden het tegendeel hebben bereikt
wanneer zij werkelijk zouden hebben gezegd:
Ga maar weg, zoek het zelf maar uit.
Al die mensen zouden zich
in de steek gelaten
en afgewezen hebben gevoeld
en het dunne lijntje dat zij met Jezus hadden
zou worden verbroken.
Sturen we de mensen weg
of trekken we hen aan?
Dat is een vraag voor ieder van ons,
een vraag over hoe we
in het leven staan.
Haal mensen erbij!
Breng hen hartelijk naar Jezus toe.
Liefde communiceren
Hoe belangrijk is het
dat wij bij alles wat wij zeggen
eerst en vooral
de liefde proberen te communiceren;
alleen de liefde heeft aantrekkingskracht.
Natuurlijk is er een zender en een ontvanger
en zelfs de mooiste en hartelijkste boodschap
kan worden misverstaan,
maar het gaat erom
dat wij werkelijk uit liefde hebben gehandeld
en niet uit emotie, kwaadheid, irritatie,
iemand op z’n nummer willen zetten, enzovoorts.
Geeft gij hun maar te eten
Wat is het antwoord van Jezus?
“Geeft gij hun maar te eten”.
Dat leek idioot.
Er waren maar vijf broden en twee vissen.
Maar het antwoord wilde eigenlijk zeggen:
dat de leerlingen aan het werk moesten gaan,
zich in moesten zetten,
dat zij
van het goede dat zij hadden
moesten uitdelen
en dat de Heer hen dan zou helpen
en het vruchtbaar zou maken.
Misschien denken we vaak:
Ik kan dit niet,
het is niets voor mij,
wat moet ik hiermee,
stuur die mensen weg.
Maar de Heer zegt:
Begin er maar aan,
geef gij hun maar te eten.
En dan neemt Hij in zijn handen
dat schamele wat wij te bieden hebben,
het wordt gezegend
en Hij maakt dat het rijkelijk voldoende is.
Zo gaat het steeds:
moed en vertrouwen, zegt de Heer,
ik maak jouw armoede tot overvloed,
Deel van je armoede
Zo moeten wij ons geloof delen,
alle godsdienstige en menselijke waarden
die in ons zijn,
soms lijkt het weinig,
maar het gaat uiteindelijk niet
om wat wij bezitten,
maar om wat Hij geeft.
Daar mogen we helemaal op vertrouwen.
Twee grote geestelijke krachtbronnen
We sluiten vanavond de meimaand af,
die aan Maria is toegewijd.
We vieren vandaag
het feest van Onze Lieve Vrouw ter Nood
en tegelijk is het Sacramentsdag.
Dat zijn onze twee grote helpers in het leven:
de heilige communie
die we met devotie en liefde ontvangen
is een grote geestelijk bron van kracht voor ons.
Jezus, zo simpel
Het is zo mooi:
Jezus zelf heeft ervoor gekozen
om heel armzalig en klein, verborgen
onder ons aanwezig te zijn.
Als we denken dat we het niet kunnen,
als we zouden willen zeggen:
ik doe maar niks,
ik kan het niet, ik wil het niet,
stuur ze allemaal maar weg,
kijk dan hoe klein Jezus geworden is
en hoe simpel, gewoontjes en arm
Hij onder ons komt.
Maria: haar macht komt van God
En natuurlijk is er dan Maria,
de Moeder tot wie wij altijd mogen gaan
in armoede en nood.
Zij zal nooit zeggen:
“Stuur dat mens maar weg”,
wij zijn altijd bij haar welkom.
Niet omdat zij zoveel kan uit zichzelf.
Van zichzelf is zij een klein, eenvoudig meisje
in een uithoek woonachtig, zonder invloed,
zonder macht.
Haar macht komt van God,
haar plaats en positie komen door Jezus,
haar leven wordt geleid
door de heilige Geest.
Kijk wat God door Maria kan bewerken
en vertrouw
dat Hij ook door jou, door U wel wat kan!
Stuur de mensen niet weg.
De droom van don Bosco
Ruim honderdvijftig jaar geleden
waarschijnlijk precies op deze dag
(op 30 mei 1863 heeft hij de droom verteld)
kreeg de heilige Don Bosco een droom
- een bekende droom, wellicht ook bij U wel bekend.
Don Bosco zag het schip van de kerk, geleid door de paus,
temidden van hevige storm en zware golven
en bedreigd door kanonvuur
van talrijke vijandige schepen.
Maar dan staan daar twee grote zuilen
in de woeste zee;
de ene zuil bekroond door de Eucharistie,
de andere zuil door de Maagd Maria,
hulp van de christenen.
Tussen die beide zuilen
laat de paus in die droom
het anker zakken,
daar vindt het schip van de kerk
zekerheid en geborgenheid.
En wij...
Het kan stormen in het leven van de Kerk
en in ons eigen leven
en wij zijn maar klein;
dat kan ons ertoe brengen
af te wijzen,
ons te sluiten,
het niet meer te zien,
niet in ons toe te laten:
stuur ze maar weg!
Maar de Heer wil ons helpen
om stappen te zetten,
om ons de mildheid en barmhartigheid
van de hemelse Vader
en van onze moeder Maria
in herinnering te roepen en eigen te maken
en door de communie die wij ontvangen
en door de voorspraak van Maria
zal Hij dat weinige wat wij te bieden hebben zegenen
en onze inzet vrucht doen dragen.
Amen.