In gesprek met de paus
Na afloop van de retraite in Camaldoli hadden de bisschoppen die eraan hadden deelgenomen een ontmoeting met paus Franciscus en waren we uitgenodigd om met hem de maaltijd te gebruiken. De paus gaf ons wijze woorden mee...
Onze bijeenkomst vond plaats in Santa Martha, het huis waar de paus verblijft.
Het waren deze week drukke dagen voor de paus: het eerste gedeelte van de week was in beslag genomen door bijeenkomsten met de groep kardinalen die met hem werken aan de hervorming van de curie; een hele serie bijzondere bezoekers kwam op audiëntie en de laatste drie dagen van de week worden in beslag genomen door - onder meer - het jubileum van de apostolisch nuntii: de 108 gezanten van de paus - gewoonlijk aartsbisschoppen - die ergens in de wereld de heilige Stoel (Kerk en Vaticaan) diplomatiek vertegenwoordigen. Op twee na konden alle nuntii aanwezig zijn en dat was, naar ik hoorde, nog niet eerder vertoond. Zij spreken deze dagen over allerlei vragen zoals de dialoog met en verhouding tot de Islam en de gender-ideologie die in steeds meer landen sterk wordt.
Paus Franciscus was ’s ochtends ook nog bezig geweest met een ontvangst voor de nieuw benoemde bisschoppen die in Rome een cursus hebben gevolg en hij had iedereen gegroet met een persoonlijk woord. Geen wonder dat hij er toch wel een beetje moe uitzag toen hij bij ons binnenkwam. Gelukkig was de paus later dan de afspraak was, want wij waren onderweg vreselijk vast komen zitten in het verkeer en niemand wil de paus graag laten wachten... Nadat paus Franciscus ieder van ons had begroet, werd een kort verslag gedaan van de dagen van uitwisseling en retraite die de bisschoppen hadden beleefd. Paus Franciscus beval ons in dit kader een boek van Aquaviva aan dat die als generaal van de Jezuïeten (in het Latijn) had geschreven: het Directorium, waarvan kort voor onze ontmoeting een nieuwe Italiaanse vertaling was verschenen.
Daarna beklemtoonde de paus hoezeer het nodig is de seminaristen en priesters de onderscheiding van de geesten te leren. Priesters moeten geen ‘beambten’ zijn maar zij moeten in alles de wil van God zoeken. De paus vertelde dat hij als bisschop van Buenos Aires in een gesprek met een priester vaak deze laatste vraag stelde: “Hoe ga je ’s avonds naar bed?” Meestal keek zo’n priester dan verbaasd. “wat doe je als je ’s avonds thuis komt? Dan ben je zeker moe?” “Ja”, was dan vaak het antwoord, “Ik kijk dan nog een filmpje en ga gauw naar bed”. De paus vervolgde dat de priesters dan niet door hadden of eraan dachten om nog even naar het tabernakel te gaan en de Heer te groeten en alles bij Hem neer te leggen.
Ook vertelde hij dat hij zich zorgen maakt als priesters heel rigide zijn: daar zit bijna altijd iets onder of iets achter, de rigiditeit is als een koepeltje dat iets bedekt. We moeten de priesters en de seminaristen leren in alles de wil van God te zoeken. Dat veronderstelt en geeft een innerlijke vrijheid. Hij benadrukte in dit verband het belang van de geestelijke oefeningen.
Na het gesprek gingen we aan tafel. Zelf kwam ik daar iets verder van de paus af te zitten, zodat ik daar geen direct persoonlijk contact met hem had, maar de sfeer was zo ongedwongen dat ieder met iedereen kon spreken.