Je talenten en je fouten....
leg je het open of dek je je in?
De parochie in Nieuw Vennep bestaat 150 jaar. Dat is met een feestjaar gevierd, dat op zondag 18 september werd afgesloten. Tevens was het de opening van het nieuwe werkjaar voor de parochie. Het koor "Revelation" uit Buitenkaag (zie foto) luisterde de Eucharistieviering op met feestelijke zang.Tijdens deze Mis heb ik de hierna volgende homilie gehouden.
Tijdens de Mis was er "kinderkerk" (kinderwoorddienst) en creche voor de kleinsten. Veel parochianen waren na afloop aanwezig bij de ontmoeting en het koffie-drinken.
We wensen die parochie, die aan de Onbevlekte Ontvangenis van Maria is toegewijd veel zegen toe voor de toekomst! Dat het een levende gemeenschap mag zijn en blijven.
Homilie
Wij kunnen die rentmeester zijn...
Broeders en zusters,
Die rentmeester
waarover het evangelie het vandaag had,
kunnen wij allemaal zijn.
Dat mogen we ons juist vandaag
wel bijzonder te binnen brengen,
nu we een mooi feestjaar mogen besluiten
van 150 jaar parochie in Nieuw Vennep
en een nieuw werkjaar mogen openen.
Ja, die rentmeester kunnen wij allemaal zijn.
Rentmeester van wat God je heeft toevertrouwd
Niet dat ik hier nu kom zeggen
dat u allemaal bedriegers bent,
zoals die rentmeester in het evangelie,
die alle schuldbekentenissen aan zijn meester
gauw even liet vervalsen
om ervoor te zorgen
dat er allerlei mensen zouden zijn
die hem wel even
een vriendendienst zouden willen verlenen
als hij zelf zijn baan kwijt was
en in moeilijkheden zat.
Dat niet.
Maar het is wel waar
dat wij allemaal rentmeesters zijn.
De goede God heeft ieder van ons
mooie eigenschappen en kwaliteiten meegegeven.
Sommige kwaliteiten
vallen misschien iets meer in het oog
dan andere,
maar we hebben allemaal veel gekregen.
In de parochie...
Dat merk je in de parochie:
de een is zakelijk
en kan goed met het geld omgaan,
een anders is erg hartelijk
en een goede gastvrouw of gastheer,
weer een ander is accuraat
en doet het secretariaat,
een vierde heeft als bijzondere deugd
dat hij of zij zich graag en goed
inzet voor de jeugd,
nog een ander zingt als een nachtegaal
of leidt het koor
en weer een ander
bezoekt zieken of nieuwe parochianen,
zorgt voor of achter de schermen voor de liturgie,
voor de bloemen, voor caritas en missie
en ga zo maar door.
In een parochiegemeenschap
zet iedereen zijn talenten in,
we beseffen dat we elkaar aanvullen
en tonen onze waardering
voor de talenten van een ander.
Zet je in!
En we moeten natuurlijk niet lui zijn:
heb je talenten, zet ze dan in!
Blijf niet aan de kant staan!
En doe het ook niet zozeer voor jezelf
- al mogen we er natuurlijk veel plezier aan beleven -
maar zie het grote geheel:
we vormen een mooie gemeenschap in Christus
en we zijn geroepen
om door woord en daad
getuigenis af te leggen van ons geloof,
ook naar buiten te gaan
- zoals paus Franciscus zo vaak zegt -
en nieuwe mensen uit te nodigen,
enthousiasme door te geven.
Daar was blijkbaar iets mis gegaan
bij die man in het evangelie.
Hij had het bezit dat hem was toevertrouwd,
de gaven van zijn Meester, die rijke heer,
verkwist, verkwanseld en verknoeid.
Dat gaat misschien een tijdje goed,
maar dan komt toch het moment,
dat die heer rekenschap gaat vragen:
Wat heb je met mijn bezit gedaan?
Wat ging er mis?
Die dag komt voor ons ook!
We voelen die vraag
af en toe weerklinken in ons hart:
heb ik dit wel goed gedaan?
Moet ik de schuld
voor wat hier is mis gegaan,
ook niet een beetje bij mezelf zoeken?
Heb ik die of die misschien
een beetje te hard aangepakt?
Ben ik daar of daarin
niet een beetje lui geweest,
had ik meer kunnen doen?
Dat soort vragen
komen af en toe in ons op.
En het is eigenlijk beter
dat we er zelf
een antwoord op proberen te geven,
dan dat de Heer ons die vraag
uiteindelijk gaat stellen.
Fouten maken we allemaal!
Stomme dingen? We doen ze allemaal!
Je talenten verkwist, er niet veel van gemaakt?
Het overkomt ons allemaal,
tenminste zo nu en dan.
We zijn nu eenmaal niet perfect!
Dat is ook niet erg,
we zijn tenslotte mensen
en niets menselijks is ons vreemd.
Erken je je fout?
Maar dan komt het!
Er zijn twee manieren van reageren.
We kunnen onze fout inzien en erkennen
en proberen er nog wat van te maken
en dan kan er nog iets moois gaan groeien.
Een vader had een zoon
die het verkeerde pad was opgegaan,
verkeerde vrienden, verkeerde keuzes.
De man had het op een gegeven moment
niet meer in kunnen houden,
was vreselijk kwaad geworden
(wel een beetje begrijpelijk...)
en had die jongen de deur gewezen.
Het was aan alle kanten ontploft.
Na een tijd
(ik houd het verhaal maar even kort)
kreeg die vader spijt van zijn actie
en hij had tenslotte de moed
om over zijn gelijk (wat hij wel had natuurlijk)
heen te stappen
en naar die jongen toe te gaan
en hem zijn spijt te betuigen.
Hij was vastbesloten:
als die jongen over zijn verkeerde pad begint en dat goedpraat,
word ik niet kwaad
en ik ga er maar even niet op in,
ik kom hier om iets goed te maken.
Het is gelukt!
Het deed die jongen al heel goed
om zo als het ware op gelijk niveau te praten,
zich niet beoordeeld te voelen.
Met de Vader in de hemel
gaat dat nog gemakkelijker:
als we onze fout inzien
en eerlijk vergeving vragen,
zelfs als het nog een beetje halfslachtig is,
is Hij al bereid om ons te vergeven,
daar heeft Hij zelfs
een speciaal sacrament van vergeving voor ingesteld,
wat paus Franciscus ons bijna dagelijks aanbeveelt.
Of dek je je in?
Maar het kan dus ook anders,
dat zien we vandaag
aan die onrechtvaardige rentmeester.
Hij ziet dat hij ter verantwoording wordt geroepen,
ziet ook dat hij met zo' n geschiedenis achter zich,
niet veel te verwachten heeft,
maar hij buigt niet, hij dekt zich in
en probeert zijn toekomst veilig te stellen.
Het goede hierin is, zegt Jezus,
dat hij tenminste erover heeft nagedacht.
Maar het niet zo slimme is natuurlijk
dat hij zich niet realiseert
dat je geen twee heren kunt dienen,
God en het geld,
dat het leven maar kort is
en dat hij eens toch
verantwoording zal moeten afleggen:
Wat heb je ervan gemaakt?
Je hebt geprobeerd je eruit te redden,
maar die ene stap heb je niet gezet:
een stukje erkenning, iets van omkeer,
zoals die verloren zoon
in het evangelie vorige week:
met hoeveel liefde en hartelijkheid
werd die daarop niet door zijn vader ontvangen?
Nieuwe mensen uitnodigen!
Zo mogen we samenverder gaan
als één gemeenschap met de Heer.
Laten we onze kwaliteiten inzetten
voor de opbouw van het rijk van God,
leren van onze fouten
en laten we ook proberen
steeds weer nieuwe mensen uit te nodigen,
want juist in deze tijd
met alle uitdagingen waar we
in deze wereld voor staan,
is het van groot belang
dat steeds meer mensen
Gods barmhartige liefde leren kennen.
Amen.