Priester: 24/7
Koperen priesterfeesten
De priesters die in 1997 als seminarist in het Willibrordhuis in Vogelenzang als eerstejaars hun priesteropleiding zijn begonnen, in het jaar dat dit als seminarie met een eigen opleiding begon, vieren op 5 december hun koperen feest. De dag ervoor was het feest in hun parochies.
drie jubilarissen
In Assendelft was ik bij het koperen feest van pastoor Floris Bunschoten, waar ik onderstaande homilie heb gehouden. Het was een feestelijke Mis en ondanks het feit dat de Missen in de parochies van het samenwerkingsverband gewoon doorgang vonden, was de kerk goed bezet. In Overveen vierde pastoor en kanselier Bart Putter zijn koperen feest in Overveen met vele gelovigen uit het samenwerkingsverband van de BOAZ (Bloemendaal, Overveen, Aerdenhout en Zandvoort) en Schalkwijk. Ook daar was een feestelijke Mis, waar ik het laatste gedeelte nog van heb kunnen meemaken. Op 17 en 18 december zal ik bij de derde jubilaris zijn, priester Giancarlo Rizzo, die uit het Redemptoris Materseminarie van Nieuwe Niedorp afkomstig is en de priester is van de Missio ad Gentes in Amsterdam en werkzaam is in de parochies van Weesp en omgeving. De Missio ad Gentes bestaat tien jaar, wat ik op 17 december hoop te gaan vieren.
Homilie
Pastoor Bunschoten, broeders en zusters,
Samenhang
Het is vandaag een blijde, feestelijke dag:
wij vieren het 12,5 jarig priesterfeest van uw pastoor;
tegelijk is dat een dag om te bedenken
hoe onze roeping als christen
en de roeping van een priester, van een pastoor,
ten zeerste samenhangen.
Een mooi cadeau
Allereerst is dit een dag van dankbaarheid,
want het priesterschap is een gave, een cadeau,
dat de goede God
in de handen en het hart van een mens heeft gelegd;
het is een gave die een mens verandert:
dat merkt een priester goed
alleen al omdat hij iedere keer
mag zeggen en geven
wat Jezus aan de mensen zegt en geeft:
“Ik doop U”, “Ik ontsla U van Uw zonden”,
“Neemt en eet, dit is mijn lichaam...”,
enzovoorts;
wie priester wordt gewijd
mag Jezus tegenwoordig stellen,
hoewel hijzelf maar een kleine, arme mens is,
niet beter of meer gekwalificeerd
dan andere mensen.
Het priesterschap is dus een gave,
een mooi cadeau van God,
een prachtige roeping,
niet voor de priester zelf alleen,
maar vooral voor de gemeenschap
en daarom vieren we vandaag tezamen
met vreugde en dankbaar
dit koperen priesterfeest van uw pastoor.
24/7
Wie priester wordt,
begint een avontuur:
je weet niet wat er komt,
hoe de wereld en de kerk
er later uit zullen zien
en het is voor heel het leven
en het is niet alleen een baan,
er zijn geen kantooruren,
een priester is priester
24 uur per dag
en zeven dagen van de week.
Misschien schrikt dat af,
maar het is eigenlijk niet anders
als bij een huwelijk,
bij het sacrament van het huwelijk:
wie getrouwd is,
is dat altijd en voor altijd.
Kan ik dat wel, wil ik dat wel?
En net als bij een huwelijk,
kan de stap naar het priesterschap lastig zijn
als je het vanuit menselijk perspectief bekijkt:
Een leven lang,
kan ik dat wel
en wil ik dat wel?
Wat kan er allemaal niet veranderen
en hoe weet ik hoe ik er
over dertig, veertig jaren over denk?
Kan ik het niet een tijdje proberen?
Nee, dat kan niet,
tenminste niet echt.
Want juist doordat de stap
om te gaan trouwen
of om priester te worden
een radicale stap is,
een geven van het eigen leven,
juist daardoor
kan er iets moois gaan groeien.
Dat geldt eigenlijk niet alleen
voor mensen die getrouwd zijn of priester worden,
het geldt voor iedere mens
die in zijn leven een roeping ontdekt:
daar wil ik mijn leven voor geven.
"Zijn"
Wie dat ervaart
of wie gaat trouwen
of wie priester wordt, zegt niet:
ik ga dit een tijdje doen;
die zegt iets anders:
ik ben priester,
ik ben getrouwd.
Het is niet iets wat we doen,
het is iets wat we zijn.
Juist doordat we er helemaal voor gaan
- als priester of gehuwde
of als iemand die een roeping ervaart -
juist daardoor bepaalt het ons “zijn”.
Anders kijken
Wie een doel heeft, een roeping ervaart
ziet alles in het kader van dat doel.
Als je getrouwd bent,
kijk je anders naar elkaar, naar andere mensen;
een man die getrouwd is
kijkt anders
naar andere vrouwen
en een vrouw die getrouwd is
kijkt anders naar andere mannen.
Hij, zij weet: ik heb een doel,
ik ben van iemand,
ik behoor Iemand toe.
Voor een gehuwde is dat
de man of vrouw,
voor en priester is dat
Christus en de Kerk,
dat kan ook een ander levensdoel zijn.
Zo kijkt ook iemand die priester is
anders naar de mensen
dan wanneer hij geen priester zou zijn,
meer als een herder en een vader.
Vreugde
Dus, van harte proficiat, pastoor,
met deze dag
en ik wens je toe
dat het priesterschap
je ook in de toekomst
heel veel vreugde geven mag
en dat het voor heel veel mensen
een bron van vreugde en geluk mag zijn.
Dat is de kracht van het priesterschap.
Huisbezoek
Niet dat het altijd gemakkelijk is.
Dat geldt eigenlijk voor bijna alle mensen:
het leven is niet altijd gemakkelijk.
Hoe gaan we daarmee om?
Als een priester begint te denken
dat hij het moeilijk heeft,
moet hij meer huisbezoek gaan doen;
dat is trouwens toch iets
wat zijn priesterschap verrijkt:
door het contact met de mensen,
krijgt zijn priesterschap aansluiting,
het is van groot belang voor een priester
dat hij de noden van de mensen begrijpt
en die een beetje mee-draagt.
En als hij ziet en hoort
wat andere mensen
vaak te dragen krijgen,
zal hij zijn eigen kruisje
gemakkelijker dragen.
Ook dat geldt trouwens voor ons allemaal:
als we het moeilijk hebben,
zal ons contact met een zieke,
met iemand die alleen staat, verdriet heeft,
die een dierbare moet missen
en trouwens alles wat we doen voor mensen
in moeilijke omstandigheden,
ons helpen
om ons eigen kruis te dragen,
onze eigen moeilijkheden een beetje te relativeren
en iets van vreugde en dankbaarheid
terug te vinden.
De liefde die we geven,
helpt ons vaak door moeilijke dagen heen.
Een aanmerking
In deze adventstijd
ontmoeten we Johannes de Doper
die de bevolking voorbereidt
op de komst van de Messias,
de geboorte van Jezus Christus
en die oproept tot bekering.
Het is niet gemakkelijk om zoiets te doen.
Hoe moeilijk vinden we het vaak al niet
om iemand ergens op te wijzen,
een persoon te corrigeren,
iets te zeggen,
wat op een aanmerking kan lijken.
Johannes moest dat volop doen
en nota bene moest hij de personen
die in aanzien stonden
- de Farizeeën, Schriftgeleerden en de Sadduceeën -
mensen die in tel waren,
aanspreken op hun gedrag.
Zo was Johannes een teken van tegenspraak.
Johannes wordt ons als voorbeeld voorgespiegeld
in deze Adventstijd,
waarin wij allemaal worden uitgenodigd
om de komst van Jezus te verwachten
en de weg voor de Heer gereed te maken,
zodat Hij goed en vlot
bij ons kan komen.
Niet met elke wind...
Een priester, een pastoor, moet doen als Johannes.
Hij moet de weg bereiden
zodat God bij de mensen kan komen
en de mensen bij God.
Hij moet eerlijk zijn,
kan niet alleen zeggen
wat de mensen prettig vinden
en fijn om te horen,
hij moet de tegendraadse boodschap
van het evangelie verkondigen.
Hij kan niet met elke mode meegaan,
niet meewaaien met elke wind.
Zijn norm en zijn leidraad
is Jezus Christus
en niet wat de mensen zeggen
of de heersende opvatting
van een bepaalde tijd.
Welke wind?
Maar ook dat geldt in zekere zin
voor iedere christen, voor ons allemaal;
want al zijn we niet allemaal geroepen
om de boodschap van de preekstoel af te roepen,
we zijn wel allemaal geroepen
om die boodschap te leven,
om het evangelie en Jezus Christus
onze leidraad te laten zijn
en niet met alle winden mee te waaien;
de wind waar wij met mee willen waaien
is de heilige Geest,
die - zoals de eerste lezing ons dat zei -
wijsheid geeft en verstand,
raad en heldenmoed,
liefde en ontzag voor God.
Dat hebben we allemaal hard nodig!
Van harte wens ik U, pastoor,
die dit mooie feest mag vieren,
en U allen
die kracht van de Geest
in overvloed toe!
Amen