“Wie gelooft en gedoopt is zal gered worden”
Homilie op Hemelvaartsdag (Basiliek, Laren)
We hoorden vandaag in het evangelie weer eens hoe belangrijk het geloof is: "Wie gelooft en gedoopt is zal gered worden". Toch hebben we bijna allemaal wel grote moeilijkheden om dat geloof door te geven.
Hoe kun je zorgen dat iemand gelooft? Kennis op zich geeft nog geen geloof. Je kunt alles koel redenerend bekijken aan de buitenkant. Onderwijsinstellingen en in kranten geven soms ook wel iets door van wat katholieken denken en vinden, maar het perspectief is van afstand; je leest ook weleens iets over het geloof van de Inca’s of de Azteken of van een of andere buitenissige sekte. En al vinden we dat misschien interessant of grappig of erg, we blijven aan de buitenkant en kijken als toeschouwer. Niemand zal erover denken om de godsdienst van de Azteken over te nemen, bijvoorbeeld. En dat is gezien hun praktijken natuurlijk maar goed ook.
Zo zal het veel mensen helaas ook vergaan met wat zij lezen en horen over de katholieke kerk en het katholieke geloof. Voor veel mensen staat dit geloof ver van hen af. Het is alsof je van de buitenkant naar een kerkgebouw kijkt: zo overdag, in de zon, is het misschien best een fraai gebouw, maar de ware schoonheid ervan zie je pas als je binnen komt: dan zie je de glas in lood ramen die het geloof verbeelden, de beelden, het altaar en het tabernakel met de godslamp, als teken dat de Heer in ons midden is. Pas als je erin gaat staan, gaat er een wereld voor je open.
Niet anders is het met het geloof. Velen van ons zullen het geloof van huis uit hebben meegekregen. Toch waren er momenten en gebeurtenissen waardoor dat geloof iets van onszelf werd. We maken allemaal bepaalde dingen mee, soms was wat ons overkwam een zware beproeving, soms was het een vreugde die jezelf te boven ging, zoals bij de geboorte van een kind.
Ook ongelovige mensen hebben in hun leven vaak bijzondere ervaringen meegemaakt, zaken die ze niet kunnen verklaren, gebeurtenissen waar je menselijkerwijs maar moeilijk een zin aan kon geven. Op dat moment komt het erop aan, het is een innerlijke groeikans voor onszelf en een uitdaging. Maak je dan de sprong van vertrouwen of blijf je op het niveau van het redenerend verstand? Als je vanuit een zekere openheid voor de schoonheid, voor de diepere dimensie als het ware van binnen uit kunt kijken, als je ervaart en ziet met je hart, dan gaat een nieuwe wereld voor je open.
Dat is een grote genade, het is de genade van het geloof en op het moment dat we ons daardoor hebben laten raken, als we ons ervoor hebben open gesteld om dat vuur in ons te laten komen, als we zo bewust zijn ingegaan op dat wat ons geraakt heeft, dan zullen wij op onze beurt weer een woord kunnen spreken waarin vuur en bezieling doorklinken en dat het hart van anderen kan raken.
Natuurlijk hebben we dan nog geen garantie dat die ander die bezieling op zal pakken en dat dit vuur in hem of haar ontstoken zal worden, want die ander moet er ook door geraakt worden en er mee door willen gaan en geloven is natuurlijk ook een genade. De elf overgebleven apostelen - Judas heeft zijn Heer verraden en zich daarna opgehangen - nemen vandaag afscheid van hun Meester, Jezus keert terug naar de hemel. De apostelen krijgen de opdracht erop uit te gaan en overal te prediken, de verrezen Heer te verkondigen. Tegelijk worden zij eraan herinnerd dat hun geloof de basis is: op de eerste plaats zijn ze christen, daarna pas apostel. En als het met die basis goed zit, als ze dat geloof in hun hart levend weten te houden, bezield en bewust, dan zal er vuur in hun woorden zijn, dan zal de Heer met hen meewerken, dan zullen hun woorden krachtig zijn.
Natuurlijk, U hebt het niet in de hand of U in uw concrete situatie het geloof kunt doorgeven, uiteindelijk is het een genade en die ander moet zich er zelf ook voor open stellen, maar het vuur in uw eigen hart is wel heel belangrijk, wie zijn geloof voedt, wie zijn hart opent in liefde voor die ander en voor God, zorgt ervoor dat zijn uitstraling krachtiger is, zijn woorden welsprekender, zijn daden authentieker.
Twee ouders stierven beiden jong, ze lieten vier kinderen achter, de jongste was pas twaalf. Die kinderen hebben zelf het gezin voortgezet en het zijn prachtige mensen geworden. Ze hadden in hun beide ouders een mooi voorbeeld gehad van geloof en liefde, dat had hen geraakt en zij hadden er voor open gestaan: in die geest wilden zij verder gaan. De ouders waren jong gestorven en toch hadden zij lang genoeg geleefd om voldoende mee te kunnen geven, zodat hun kinderen goed op hun bestemming kwamen. Ga erin staan, in dat geloof, beleef het met hart en ziel, van binnenuit, zodat die kracht van God Uw woorden en daden kan vervullen en U anderen kunt bezielen.
Waarbij U ook nog mag bedenken dat het zaad dat U gezaaid heeft soms pas tientallen jaren later tot wasdom komt. De Heer neemt afscheid, Zijn aardse leven is voorgoed voorbij, maar Hij laat ons niet alleen, Hij schenkt ons Zijn Geest. Op het Pinksterfeest zullen we dat weer gaan vieren. Dat die Geest ons allen moge bezielen. AMEN.