Kerstvieringen in Heiloo en op het bisdom
Slachtoffers Berlijn herdacht
Woensdagmiddag 21 december waren de vrijwilligers van Onze Lieve Vrouw ter Nood uitgenodigd voor een gezamenlijke kerstviering, de dag erna vond op de Tiltenberg de viering voor de medewerkers van het bisdom plaats, waar de Bisschop ook de slachtoffers van de aanslag in Berlijn herdacht.
Tijdens de viering in Heiloo las rector Jeroen de Wit het ontroerende kerstverhaal “Vadertje Panov” van Leo Tolstoj voor, we zongen kerstliedjes en ik mocht de viering afsluiten met gebed en zegen. Daarna bleef iedereen nog lang bij elkaar voor een gezellige ontmoeting om naar huis te gaan met een van de prachtige kerstpakketten die bij de kerstboom stonden opgestapeld (zie foto).
In Vogelenzang, op de Tiltenberg vond de viering plaats in de kapel, prachtig opgeluisterd door de zang van drie leden van het kathedrale koor. Mgr. Jan van Burgsteden las het evangelieverhaal van de aankondiging aan Maria voor en mgr. Punt sloot de bijeenkomst af met een toespraakje waarin hij de slachtoffers van de aanslag in Berlijn herdacht en de curieleden bedankte die in het afgelopen jaar waren gepensioneerd of anderszins afscheid hadden genomen. ook de financiële situatie van parochies en bisdom werd even benoemd, maar de toespraak was vooral hoopvol en vertrouwvol.
Tijdens de viering heb ik een openingswoord en voorbede gehouden waarvan u de teksten hieronder vindt.
Opening
De adventstijd was een tijd van wachten,
vier weken lang,
niet omdat datgene waarop wij wachten
of Degene op wie wij wachten
niet vlugger kan komen,
maar omdat het wachten zelf
zo belangrijk is.
Wachten op, ergens naar uitzien,
ergens naar verlangen,
doet ons veel meer
de waarde beseffen
en de vreugde ervaren.
“Wachten op” is dus niet iets negatiefs:
dat het er nog niet is,
maar het is ook en vooral iets positiefs.
Een wachttijd kan zo
een tijd van verwachting zijn,
een tijd of een moment
aan ons gegeven
om datgene waarop we wachten,
minder te ervaren
als iets dat wij doen, grijpen of maken,
en meer als iets dat ons gegeven wordt.
De geboorte van een kind
wordt mooier
doordat de ouders er negen maanden
verlangend naar hebben uit mogen zien.
De tijd van verwachting
is een tijd van genade.
Je gaat wat komt meer waarderen
als een schat die je wordt toevertrouwd
en je raakt er dieper mee verbonden.
De advent is nu bijna afgelopen;
ik hoop dat die
ondanks allerlei dingen
die steeds weer onze aandacht vragen
en rijke, mooie tijd mag zijn geweest
of wordt
doordat deze wachttijd voor ons
een tijd van verwachting werd.
Het Kind dat wij allen op Kerstmis verwachten,
kwam voor een enorme taak
- verzoening en vrede voor iedereen -
maar Hij kwam hulpeloos en klein,
onmachtig,
om ons uit te nodigen
vrede te blijven verwachten,
uiteindelijk als een geschenk,
iets dat ons gegeven wordt
en wat wij niet zelf tot stand brengen
en tegelijk met Hem méé te doen
en bewerkers
van vrede en verzoening te worden.
Zalig Kerstmis!
Voorbede
Laten we bidden
om zegen, om vrede en verzoening
voor onze wereld
die geteisterd wordt
door een derde wereldoorlog
“in stukjes”, “a pezzi”
zoals paus Franciscus zegt.
Hoe komt het
dat geloof en vertrouwen
vooral te vinden zijn
waar mensen ervaren
dat welvaart en bestaanszekerheid
niet vanzelfsprekend zijn?
Laten we bidden
dat de zelfvoldaanheid
doorbroken zal worden,
de zelfgenoegzaamheid
van de westerse maatschappij,
dat er ruimte mag komen
en een openheid
waarin God weer ervaren kan worden,
waar de werkelijkheid niet alleen maar
plat en maakbaar is.
Wie niet meer omhoog kijkt,
leert het op den duur ook af
om zich heen te kijken.
Individualisme is een ander kenmerk
van onze seculiere maatschappij geworden,
waardoor eenzaamheid
nu het grootste probleem
van onze samenleving is.
Laten we daarom bidden
om hartelijke aandacht
van mensen voor elkaar,
om zorg en naastenliefde,
belangeloos.
In de publieke ruimte
mag bijna alles worden afgebeeld,
we mogen elkaar kwetsen,
het mag banaal of schunnig zijn,
maar liever niet godsdienstig;
als het aan bepaalde politieke partijen ligt,
zal de godsdienst worden terug gedrongen
tot achter de voordeur.
Vroeger was goddeloos een vreselijke belediging,
nu is het een eretitel.
Toch zou ik wensen en wil ik bidden
dat er meer ruimte mag komen
voor een godsdienstig verstaan,
voor het beleven van spirituele waarden,
voor respect voor het heilige,
voor de mens als Gods beeld en gelijkenis.
Laten we ook bidden
om zegen over ons allen,
over de zieken en gezonden,
over ons werk
en over de kerk,
om een goed nieuw jaar
voor allen die ons dierbaar zijn.