Op bezoek in Varese
Maandag 2 en dinsdag 3 oktober heb ik een bezoek gebracht aan de Sacro Monte van Varese, een bedevaartplaats ter ere van Maria waar een priester woont met wie ik al heel lang verbonden ben en die veel onder andere voor ons seminarie en het heiligdom in Heiloo heeft gedaan.
Precies dertig jaar geleden heb ik don Agostino Ferrario voor het eerst ontmoet en sindsdien is het contact gebleven. Hij is werkzaam in de bedevaartplaats van Onze Lieve Vrouw van de Sacro Monte van Varese.
Langs de berg waarop de basiliek staat bevinden zich vijftien eeuwenoude kapellen met levensgrote uitbeeldingen van de geheimen van de rozenkrans.
Na het overlijden van paus Paulus VI werd diens secretaris, mgr. Pasquale Macchi, rector van deze bedevaartplaats, gelegen in het bisdom Milaan dat door Paulus VI voor zijn pausverkiezing werd geleid'; en dat heeft ertoe geleid dat deze zalige paus hier bijzonder wordt vereerd en er de nodige voorwerpen worden bewaard die aan paus Paulus hebben toebehoord, zoals het borstkruis dat hij van Patriarch Athenagoras kreeg bij hun historische ontmoeting in Jeruzalem, die een geheel nieuw tijdperk inluidde van de betrekkingen tussen de Orthodoxe kerken en de katholieke kerk.
Op deze berg bevindt zich tevens een slotklooster van zusters - Romite Ambrosiane - die met bijzondere aandacht de Ambrosiaanse liturgie vieren, die eigen is aan (bijna heel) het bisdom Milaan.
Zowel in de basiliek als bij de zusters heb ik deze dagen de heilige Mis gevierd. De lezingen van deze dinsdag waren in de Ambrosiaanse liturgie uit de brief van H. Judas Taddeüs en over de kwaadaardigheid van de Farizeeën en Schriftgeleerden. Naar aanleiding van de lezingen heb ik gepreekt over de "humilitas" (nederigheid), wapenspreuk van de heilige Carolus Borromeüs, de grote bisschop van Milaan. De nederigheid gaat niet alleen tegen de erfzonde in, die bestaat uit hoogmoed, maar maakt ook concreter wat de liefde inhoudt, die Jezus ons als centraal gebod heeft gegeven. De nederigheid is het vermogen om niet zichzelf maar de ander centraal te stellen en dienstbaar te zijn. De jaloezie van de schriftgeleerden en hogepriesters komt voort uit een gebrek aan nederigheid, waardoor zij dachten rechten te hebben die aan anderen niet toekomen. De nederigheid helpt ons om in liefde en vrede met anderen samen te leven.