Feestvierende kerk in Nes aan den Amstel, Beverwijk en Bergen.
Jubilea en een afscheid...
Zo vlak voor de vakantietijd valt er in de kerk vaak veel te vieren: het is sinds mensenheugenis de tijd van de priesterwijdingen en dus ook van jubilea; ook nieuwe benoemingen en het afscheid vinden niet zelden in deze periode plaats.
Zo mocht ik zondag 1 juli 's morgens de heilige Eucharistie vieren in Nes aan de Amstel bijgelegenheid van het veertigjarig ambtsjubileum van diaken Rob Mascini, die onlangs al ridder in de orde van Oranje Nassau werd.
Diezelfde morgen vond in Bergen het afscheid plaats van pastoor, oud-deken en erekanunnik C. Wanna, die met emeritaat ging. Daar kon ik helaas niet bij zijn. 's Middags werd het gouden jubileum van de Apostelkerk in Beverwijk gevierd tegelijk met het zestigjarig priesterjubileum van Father Dr. J. H. Nielen MHM, die in de Apostelkerk assisteert.
Diaken Rob Mascini heeft zich de laatste jaren ingezet voor de parochies van Uithoorn, De Kwakel en Nes aan den Amstel, na eerder in het ziekenhuispastoraat en in andere parochies werkzaam te zijn geweest. Tevens was hij zeer actief in het Internationaal diaconaatswerk dat hem vaak achter het ijzeren gordijn bracht - toen dat nog bestond -, in Rome en over de hele wereld. De volle kerk getuigde ervan dat Rob Mascini ook in Nes, Uithoorn en De Kwakel zeer wordt gewaardeerd.
In de Apostelkerk waren vele gelovigen en veel priesters aanwezig om het feest te vieren. Hierbij mocht ik de Bavopenning uitreiken aan de heer Wim Bugnum die gedurende vijftig jaar zich zeer verdienstelijk heeft gemaakt voor het koor en de parochie. Zowel in Nes als in de Apostelkerk werd bij gelegenheid van de feestelijkheden een fraai verzorgd boekje ujitgegeven. Hieronder volgt de homilie die ik in de Apostelkerk heb gehouden (waar het hoogfeest van de apostelen Petrus en Paulus als patroonsfeest werd gevierd).
Homilie
We kunnen veel van de tijd van de apostelen leren. In heel wat opzichten zijn we als rooms-katholieke kerk weer terug bij "af": onze duizenden instellingen zijn verdwenen, het aantal gelovigen is terug gelopen, kerken worden gesloten, de maatschappij is ontkerkelijkt en ontchristelijkt, in veel gezelschappen durven mensen niet te zeggen dat ze katholieke christenen zijn.
Zeker wanneer je terugkijkt, zoals dat nu eenmaal bij een jubileum gebeurt, kan ons dat weemoedig stemmen en met vragen achter laten: waar gaat het naar toe? Ja, in veel opzichten zijn we weer terug bij "af", maar we mogen niet vergeten dat dit "af" de uitstorting was van de heilige Geest op het Pinksterfeest in Jeruzalem: Dáár en toen is de Kerk aan het licht getreden, op die dag begonnen de apostelen de blijde boodschap van de verrijzenis te verkondigen, tóén zijn de eerste christelijke doopsels toegediend, vanaf die dag zijn de apostelen uitgetrokken om overal het evangelie te brengen.
En Jezus is met niks begonnen. Sterker nog, Hij heeft ervoor gekózen om arm en klein ter wereld te komen, zonder een steen om Zijn hoofd op neer te leggen. Het is allemaal heel eenvoudig begonnen: een paar vissers, een tollenaar, een jonge jongen en een revolutionair, een zeloot: de Heer keek hen aan en zei: "Volg mij". Soms namen ze wat familie mee. Die blik van Jezus hield altijd ook een uitnodiging in om los te laten, zich te bekeren, een andere weg in te slaan maar het moet allereerst een blik vol liefde zijn geweest, een herscheppende blik, want die jonge mensen werden er zo door geraakt dat ze heel hun leven wilden geven en alles achter lieten.
Dat staat er trouwens ook weleens bij in het evangelie, bijvoorbeeld als een rijke jonge man naar Jezus komt. Als hij Jezus vertelt dat hij Gods geboden onderhoudt en dat hij eigenlijk nog meer wil doen, kijkt Jezus hem liefdevol aan, zo staat er (Mc. 10, 21). Bij die jonge man lukte het niet, die kon zijn geld en bezit toch niet loslaten, maar de twaalf apostelen werden geraakt, zij lieten alles achter en volgden Jezus.
Menselijkerwijs absurd: de apostelen die vissers waren hadden een bedrijf, met personeel en bedrijfskapitaal, die tollenaar had een vaste zeer goedbetaalde baan en daar kwam een man langs uit een dorp van niks, Nazareth, een man die een beetje rondtrok door het land, zonder vaste inkomsten - een paar rijke vrouwen sponsorden Hem - en die Man riep hen en zij gingen met Hem mee, een hoogst onzekere toekomst tegemoet. Wat zouden hun ouders ervan hebben gezegd? En hoe onzeker het allemaal was, bleek wel toen Jezus als een soort misdadiger aan het kruis geslagen werd en toen daarna ook zijn volgelingen werden vervolgd, vastgezet of zelfs gedood.
Er is veel dat we kunnen herkennen. Ook nu hebben gelovigen en heeft de Kerk het niet gemakkelijk. Natuurlijk, wat fout is geweest, was fout en dat moet eerlijk en goed onder ogen worden gezien, schuld moet erkend en beleden worden, daar wil ik niets van af doen, maar er wordt nu soms een beeld neergezet van de Kerk dat geen gelovige die de tijd van toen heeft meegemaakt, zal herkennen; dat kun je alleen herkennen vanuit een behoefte af te rekenen met een verleden dat je niet meer wilt delen.
Ja, in veel opzichten zijn we weer terug bij ‘af’, we kunnen niet meer inzetten op instituties, er is geen school meer die de geloofsopvoeding verzorgt, er is geen maatschappij meer die het een schande vindt als je ongelovig bent en je niet aan Gods geboden houdt. Je moet het zelf doen, met Gods hulp, met de genade van de heilige Geest.
We kunnen niet bouwen op zusters en paters, op pastoors en kapelaans die het wel zullen doen, nee, als het geloof ons iets te zeggen heeft, als de kerk ons dierbaar is, moeten wijzelf ons steeds meer laten raken door de kracht van de heilige Geest - zoals de apostelen op dat eerste Pinksterfeest - en missionarissen durven zijn, niet opdringerig en opgepast, maar wel door een getuigenis van leven, door een hartelijke verbondenheid met Onze Lieve Heer, door een trouw aan het geloof, waarvoor we ook durven uitkomen en die we ook proberen door te geven aan anderen om ons heen; dat móeten we eigenlijk wel doen door anderen een beetje in ons hart te laten kijken, door te delen wat ons raakt, wat we werkelijk belangrijk vinden in dit leven, hoe we door het leven willen gaan en naar wie we op weg zijn.
Dat begint al in onze eigen kleine kring door samen te bidden, ook misschien af en toe met eigen woorden. Beste mensen van de twaalf apostelenkerk: wees apostelen! Kom ervoor uit en geef het door! Soms moet je dan ook weleens moeilijke keuzes maken, wees niet bang! Dat is trouwens ook de traditie van deze parochie.
Father Nielen is een missionaris. Hij heeft zijn leven voor Christus gegeven en voor de verkondiging van het evangelie in Afrika in vaak niet gemakkelijke omstandigheden. Hij heeft heel wat mee moeten maken, maar doelbewust het roer recht gehouden. Zo getuigt hij tot de dag van vandaag van zijn roeping, van Christus en Zijn evangelie, trouw verbonden met Zijn Kerk. Zo stelt hij de hogepriester Christus bij U tegenwoordig.
We willen hem daarvoor vandaag graag danken en om Gods zegen bidden: moge Gods goedheid U bij blijven staan om Uw roeping en zending met vreugde te blijven vervullen. Ik ben zelf voor het eerst met de Apostelkerk in contact gekomen door de advertenties voor de dansavonden die pastoor Pas organiseerde. Ik heb hem later leren kennen als een man die tegen de stroom in durfde gaan als het ging om de trouw aan geloof en Kerk, trouw verbonden met de paus, vol vertrouwen dat de poorten van de hel de Kerk nooit zullen overweldigen, zoals het evangelie ons vandaag zegt.
Van harte wens ik U allen proficiat met dit jubileum. Ik wens U van harte toe dat Uw band met God van hart tot hart steeds sterker mag worden, mag groeien, en dat die bezieling het fundament en de krachtbron van Uw leven mag zijn. Natuurlijk kunnen we niet in de toekomst kijken, maar we één ding weten we zeker, met de zekerheid van ons geloof, een zekerheid die we putten uit Jezus’ eigen woorden: "Ik zal met U zijn, alle dagen, tot aan het einde van de tijd" (cf. Mt. 28, 20)
AMEN