Van Stefanus leren hoe getuige te zijn
Bij de zusters van Casa Carmeli
Op tweede kerstdag was ik bij de zusters van Casa Carmeli in Vogelenzang en de mensen die in de appartementen van hun zorghotel wonen. Het is de dag van Stefanus, eerste martelaar. Dat betekent eigenlijk: getuige.
De zusters Karmelietessen van het Goddelijk hart hebben in het verleden het seminarie gehuisvest en nog steeds wonen er verschillende priesters, naast andere mensen die er van hun oude dag genieten.
Het Griekse woord ‘marturion’ betekent getuigenis en getuigen is precies wat Stefanus doet door zijn leven en dood. Hij was één van de zeven die aangesteld waren voor de ‘zorg voor de ondersteuning’. Voor de caritas-activiteiten werden eigen mensen aangesteld (Hand. 6, 1-6) en verschillenden van hen zien we later als diaken terug, waaronder Stefanus. Althans, de traditie wijst hem aan als diaken. In Hand 7 houdt hij een lange toespraak, een getuigenis van zijn geloof. Hij sprak met “wijsheid en geest” (Hand 6, 10). Aan het einde van die toespraak wordt hij dood gestenigd, maar Stefanus geeft zijn leven als een offer: “Heer Jezus, ontvang mijn geest” en vroeg hij vergeving voor zijn belagers (Hand. 7, 59-60), naar het voorbeeld van jezus zelf (Lc. 23, 46).
Zo komen in het elven van Stefanus drie fundamentele trekken naar voren van het getuigenis waartoe iedere chisten is geroepen: de dienst aan de naasten, vooral de behoeftigen en armen, het getuigenis door het woord en het getuigenis door het geven van zijn leven als offer.