Het belang van eerbied en stilte...
Derde zondag van de veertigdagentijd B
Op de derde zondag van de veertigdagentijd was ik niet - zoals was voorzien - in de kathedraal, maar in de sint Vituskerk in Hilversum, waar de pastoor door een hevige griep was geveld. Bisschop Jozef Punt was bereid de hoogmis in de kathedraal over te nemen.
Homilie
Voorhoven
De tempel van Jeruzalem
was letterlijk een schitterend gebouw.
Er was lang aan gebouwd
en het geheel was bedekt met gouden platen.
Het eigenlijke tempelgebouw
mocht alleen door de priesters worden betreden.
Daarvoor lagen voorhoven,
pleinen voor de Joden,
waar zij konden bidden en de offers konden bijwonen
en daar voor lag een voorhof van de heidenen,
een plaats waar iedereen kon komen.
Weg ermee!
Daar werd dat vee verhandeld en geld gewisseld,
zoals het evangelie ons vandaag verhaalt.
Dat geld was voor de tempelbelasting
en het vee was voor de offers.
Jezus windt zich duidelijk op
over dat gehandel en gewissel:
“Weg ermee!
Maak van het huis van mijn Vader
geen markthal”.
Gewijde stilte
Nu is inderdaad de ruimte die wij voor God maken
altijd breekbaar en kwetsbaar.
Als U bijvoorbeeld weleens op een stille retraite bent geweest,
weet U hoe doordringend lawaai dan kan zijn.
Maar ook als U bijvoorbeeld
eens stil zit te bidden in de kerk
- waar een kerk toch voor bedoeld is -
en twee mensen lopen kletsend binnen
dan hebben die twee mensen
natuurlijk nergens last van,
maar voor degene die aan het bidden is,
is de gewijde stilte verbroken,
die wordt er uit gehaald.
Toch is de stilte heel belangrijk:
daar komen we innerlijk
tot een nieuwe diepte,
daar ontmoeten we God,
daar leren we anders
naar ons leven te kijken,
daar openen we onze ziel.
Koninkrijkjes
Zelfs in en rond een kerk
kan het gemakkelijk om andere dingen gaan:
eigen belang, eigen koninkrijkjes, eigen positie,
jaloezie, weinig begrip voor een ander,
dat komt zelfs weleens onder mensen voor
die in en rond een kerkgebouw werken
- hier natuurlijk niet, maar het komt voor -
en zo was het ook in de voorhof
van de tempel van Jeruzalem,
waar de afgoderij van het geld en handelsbelangen,
onder een vroom sausje,
het hadden overgenomen
van de ware godsdienst.
Wat drijft mij?
Het stelt natuurlijk ook aan ons de vraag:
waar word ik door bewogen,
wat drijft mij?
Is het eigen belang
of de liefde tot God en de naaste?
Die vraag moeten we ons eigenlijk stellen
bij alles wat we doen.
De wereld wil mij achterna...
Jezus zal die goede geest en sfeer in de tempel
zeker belangrijk hebben gevonden.
We weten tenminste uit het evangelie
dat Hijzelf regelmatig de stilte en afzondering opzocht.
Vaker lezen we dat Jezus
in de stilte, boven op een berg,
bleef bidden.
En dat voor ons zo’n plaats
vaak moeilijker is te vinden,
wist ook de dichter al,
- Guido Gezelle - toen hij dichtte:
“Gij bad op ene berg alleen,
maar Jezu is vind er geen
waar ik hoog genoeg kan klimmen
om u alleen te vinden,
de wereld wil mij achterna...”.
Laat ons christen-zijn niet alleen maar zijn
dat we dingen doen,
voor de kerk of in ons dagelijks leven,
maar ook en vooral een relatie,
een band met God die we beleven.
De ware tempel
Toch is er meer
dat dit evangelie ons te zeggen heeft.
“Breek deze tempel af...”.
Jezus verwijst naar Zijn kruisdood en verrijzenis.
Hij zelf is de ware tempel,
Hij spreekt over de verrijzenis van zijn lichaam.
Dat lichaam van Christus is de kerk,
waar wij allen toe behoren,
ieder met zijn eigen gaven en talenten,
samen vormen we een mooi geheel
en proberen Jezus Christus
handen en voeten te geven in onze tijd.
Iedereen uitgenodigd
Er is geen onderscheid meer tussen Joden en heidenen,
geen voorhof meer
die er niet echt bij hoort:
de tempel van Jezus
staat open voor iedereen,
ieder mens is geroepen
om een weg met God, met Jezus te gaan,
een weg van bekering en vernieuwing,
een weg van innerlijke groei.
Dat nodigt ons uit
om niet te oordelen, maar uitnodigend te zijn,
verwelkomend, helpend,
zodat mensen stapjes kunnen zetten
om deel uit te gaan maken
van de gemeenschap van Jezus. Amen.