Besturencursus trekt alweer veel mensen
Zaterdag 24 maart was ik in Heiloo waar de besturencursus van start ging. De eerste jaren waren we van start gegaan met een limiet van 25 deelnemers. Dat hebben we maar losgelaten. Dit jaar zijn het er 48 die zich bekwamen in professioneel beheer en bestuur in de kerk. Eerder deze week waren meer dan driehonderd mensen bijeen die zich inzetten voor ledenadministratie en beheer in de parochies. Wat zijn we blij met zoveel enthousiaste vrijwilligers!
Dieptreurig?
In de preek tijdens de Mis heb ik paus Paulus VI aangehaald. Vijftig jaar geleden toen met de studentenopstanden ook heel de kerk in opstand leek te zijn gekomen, priesters uittraden en de visie van de kerk op seksualiteit in de ban werd gedaan, stelde iemand hem de vraag hoe de paus vond dat het ging met de kerk. Die antwoordde daarop dat het heel erg goed ging want dat de kerk veel leed. Ja, de kerk is het lichaam van Christus en haar succesverhalen en glorieuze momenten zijn niet altijd de beste geweest. Jezus’ beste moment was in ieder geval niet toen de massa's zich om Hem verdrongen, maar toen Hij eenzaam stierf op het kruis om op de derde dag te verrijzen. Dat is een signaal dat ook wij niet dieptreurig naar de toestand van de kerk moeten kijken, maar aannemend wat God ons geeft uitzien naar de toekomst, die Hij met onze medewerking wil voorbereiden.
Toekomstvisie
Aan het begin van de cursus hebben de algemeen econoom, Thom van der Steen, en ikzelf een inleiding gegeven. De conoom lichtte vooral de financiële situatie toe en wat dit betekent voor de parochies, ikzelf ben ingegaan vooral op de pastorale uitdagingen waar we voor staan en de richting waarin we willen werken om de toekomst van de kerk voor te bereiden. Niet alles was nieuw wat iik te vertellen had, in de zin dat ik op de besturenbijeenkomst van vorig jaar en op de bijeenkomst voor de pastorale krachten (priesters, diakens, pastoraal werkers, catechisten) ook over deze thema's heb gesproken.
Wat voor parochie in de toekomst?
Een paar punten vat ik nog graag even samen. Het is belangrijk om:
- stappen te zetten om mensen te helpen zich gemeenschap te voelen in groter verband
- te kijken of de regio groot genoeg is; in ons bisdom zijn sommige fusies of samenwerkingingsverband nog te klein. Parochies zijn uitgenodigd om hier zelf ook stappoen in te zetten;
- de situatie van de parochie of financieel en pastoraal terrein door te lichten en te bekijken op langere termijn en daaruit conclusie trekken; het machtigingenbeleid van het bisdom wordt afgestemd op de vitaliteitscriteria die in de nota “Kerk in een verander(en)de samenleving” zijn aangegeven;
- niet alleen naar de vaste groep kerkgangers te kijken; evangelisatie vraagt ook om bredere initiatieven en het uitzetten van een traject waardoor mensen in het geloof en kerkelijk leven kunnen ingroeien; een verwelkomende gemeenschap en het leggen van contacten zijn cruciaal;
- zoveel mogelijk aandacht te besteden aan inhoudelijke catechese;
Een parochie zou kinderwerk, jongerenwerk, aandacht voor gezinnen en ouderen, goede caritas moeten omvatten, de sacramenten moeten er beleefd en gevierd worden en er moet contact worden gelegd met de gelovigen, liefst zo persoonlijk mogelijk; een parochie die (vrijwel) geen doopsels, eerste communicanten, vormsels, huwelijken en uitvaarten heeft, kan geen parochie zijn. Dat betekent dat we moeten streven naar parochie-groottes waarin dit gerealiseerd kan worden en waarin hopenlijk tegelijk een gemeenschapservaring kan ontstaan.
Ruwweg schatten we dat er naar de toekomst toe zo’n vijftien territoriale parochies in ons bisdom zullen zijn.
En als....?
En als de gelovigen dan weer zullen toestromen, bijvoorbeeld omdat de tijden veranderen? Misschien hebben we te weinig kerken als er een oorlog komt? Dat is een luxe-probleem. Dat zullen we dan samen met veel plezier oplossen, merkte de econoom nog op.
In de middag sprak mr. drs. Reinier W.L. Russel over allerlei juridische vragen en kwamen de pastoor en kerkbestuurleden van Amsterdam nieuw-west om een goede praktijk-casus voor te leggen.
Met dank!
De cursus is tot stand gekomen in samenwerking met de Vrije Universiteit van Amsterdam en door de steun van het KSBW-fonds.