Sacramentsdag in de kathedraal
Geef jezelf!
Op Sacramentsdag was ik in de kathedraal voor de heilige Mis. Het herenkoor onder leiding van Rens Tienstra zong Gregoriaanse en meerstemmige gezangen, afgewisseld met volkszang. Titulair organist dr. Ton van Eck bespeelde vandaag met extra vuur de mooie orgels van de Sint Bavo.
Onder meer werd de Missa Sancti Willibrordi van Hendrik Andriessen uitgevoerd en sacramentszangen van Monteverdi en Feroci. Ook de orgelmuziek was op Sacramentsdag afgestemd. Op deze dag heb ik de hierna volgende homilie gehouden.
HOMILIE
Op Sacramentsdag staan we stil
bij de Eucharistie en de communie
en dat Jezus Christus voor ons
is gestorven en verrezen.
Brood en wijn,
het zijn heel eenvoudige tekenen.
Dierenoffers
Wij kunnen het ons eigenlijk
al niet meer goed voorstellen
dat er in de tijd van het Oude Testament
dagelijks dierenoffers werden opgedragen,
in de tempel en in de woestijn
- zoals we dat vandaag
in de eerste lezing hoorden
over de stierenoffers -
als bekrachtiging van het verbond
dat God met Zijn volk had gesloten.
Dat slachten van dieren als offer
staat wel heel ver van ons af;
we zijn gevoelig geworden voor dierenleed;
ritueel slachten
- waar dat voorkomt in andere godsdiensten -
ligt onder vuur
en velen zouden dat willen verbieden.
Bloed
We kunnen het belang van dat bloed
dat in al die offers werd vergoten,
misschien een beetje begrijpen
als we bedenken
dat in die oude tijden
het bloed werd gezien als drager
van de levenskracht,
van de ziel en de geest van een mens of een dier.
Je kostbaarste bezit
En er was toen een agrarische maatschappij,
waarin werd gekeken hoeveel dieren iemand had
als je wilde weten of iemand rijk was.
Wie onafzienbare kudden schapen en runderen had,
die had het het gemaakt!
Als iemand dus een bok of een kalf of een stier
als offer bracht,
dan offerde die persoon zijn bezit,
hij gaf het kostbaarste wat hij had: zijn vee.
Natuurlijk was er dan weer de menselijke neiging
om een schaap of een bok uit de kudde te nemen,
dat toch al kreupel liep
of waarvan de eigenaar weinig opbrengst te verwachten had.
Maar nee, zo mocht het niet zijn,
je moest aan God het eerste geven,
het mooiste en beste
van wat je bezat.
Dus, de gedachte was
dat je het beste wat je had
aan God kon geven
door een offer te brengen uit je kostbaar bezit.
Die dierenoffers uit lang vervlogen tijden
waren ook een teken
van hoe belangrijk dieren voor de mensen waren.
Daarom offerden ze die aan God.
Het mooiste cadeau
Maar geleidelijk zien we dan in het Oude Testament
de gedachte opkomen
dat het helemaal niet om brand- en slachtoffers gaat,
niet om geschenken en cadeaus uit je bezit
want dat het mooiste wat we God kunnen geven
niet iets is uit onze bezittingen,
maar dat het om onszelf gaat,
om onze persoon.
“Gij vraagt geen brandoffer,
geen zoenoffer van mij,
(maar) dat ik Uw wil volbreng” (Ps. 40(39)).
We moeten onszelf aan God geven,
want het mooiste wat we God kunt geven,
is niet ons geld of ons bezit,
maar dat zijn wijzelf!
De liefde die erin zit
Dat ervaren we nog steeds.
Natuurlijk, er zijn mensen nodig die geld geven
of een deel van hun bezit.
Maar eigenlijk is
dat een persoon zichzelf geeft:
zijn tijd, zijn liefde
nog belangrijker;
zo kan een klein gebaar
van meer betekenis zijn
dan een kamer vol mooie cadeaus.
Het gaat uiteindelijk om de liefde die erin zit,
dat iemand zichzelf geeft, zijn hart.
Onbloedig offer
Vandaag vieren we Sacramentsdag,
het hoogfeest van het lichaam en Bloed van Christus.
Jezus heeft bij het laatste Avondmaal
van lichaam en bloed gesproken,
maar wees niet bang:
het wordt geen bloederig geheel,
er zijn geen dierenoffers meer.
Die heeft Jezus juist afgeschaft.
Wat Jezus toen, bij dat afscheidsmaal, gegeven heeft
is een onbloedig offer,
de gave van zichzelf, teken van liefde.
De uiterlijke tekens zijn brood en wijn,
Brood verwijst naar Zijn lichaam,
dat gebroken is, geleden heeft voor ons.
Wijn verwijst naar Zijn bloed,
dat voor ons is vergoten
en teken is van Zijn levenskracht, Zijn ziel.
Hij is er zelf
Onder die uiterlijke tekens van Brood en Wijn,
is Hijzelf er,
want het gaat om Hemzelf,
dat Hij zich geeft uit liefde.
Over Zijn dood aan het kruis werd gezegd:
“Als een lam werd Hij naar de slachtbank geleid”,
maar Hij offert geen dier,
Jezus offert niet iets wat Hij heeft,
wat Hij bezit,
maar Hij offert, Hij geeft ons zichzelf.
Daarom maakt het niet uit
dat we de communie ontvangen
onder de gedaanten van brood alleen,
we ontvangen Hem,
het gaat erom
dat Hij zich aan ons geeft
in de heilige communie.
Geef jezelf
Dit is wat we iedere keer voor ogen krijgen
als we de Eucharistie komen vieren
en wellicht ook de heilige communie ontvangen.
We ontvangen Jezus die zich voor ons geeft.
Het is een uitnodiging om zelf zoals Jezus
te doen, te leven, te spreken, te handelen.
Geef jezelf!
Leg je hart in wat je doet en zegt.
Laat wat je doet een offer zijn
voor God en voor de naaste,
een gave, een cadeau,
niet iets uit wat we bezitten,
maar een gave van onzelf, Amen.