Geen clericalisering van de leek!
Feest van H. Jozefmaria
Op 26 juni wordt de feestdag van de heilige Jozefmaria Escrivà gevierd. In het bisdom Haarlem-Amsterdam is dat sinds vorig jaar een vrije gedachtenis. Voor de prelatuur van het Opus Dei is het natuurlijk een hoogfeest omdat het gaat om de stichter. Op deze dag was ik in de O.L. Vrouwekerk in Amsterdam om dit feest met hen en alle andere gelovigen te vieren.
In de avond werd een plechtige H. Eucharistie gevierd, zoals dat op nog enkele andere plaatsen in het land ge beurt, ter ere van de H. Jozefmaria. Samen met mij concelebreerden de regionaal vicaris, mgr. dr. Christian van der Ploeg, en de rector van de kerk, dr. Rafael Ojeda.
Voor in de kerk was de beeltenis van de heilige stichter geplaatst. Bijzondere aandacht kreeg ook het nieuwe altaar en de ambo die pas in gebruik zijn genomen.
Homilie
Clericalisering van de leek
Eén van de meest wonderlijke ontwikkelingen
in de kerk in ons land
in de tijd na het tweede Vaticaans concilie,
is - lijkt me - de clericalisering van de leken geweest:
iedereen moest “op het altaar”staan;
een gelovige voelde zich pas echt meetellen
in het kerkelijk leven
als hij of zij mocht vóórgaan,
vieringen kon leiden,
voor in de kerk kon staan.
Overal bij aanwezig....
In zekere zin was de kerkelijke situatie vóór het concilie
juist de andere kant op gegaan:
in de loop van de negentiende en twintigste eeuw
was de situatie gegroeid
dat de priesters overal bij aanwezig waren,
zij waren betrokken
bij alle katholieke vormen van jeugdwerk
en bij talloze organisaties op katholieke grondslag
van sportverenigingen,
culturele en maatschappelijke verenigingen en instellingen,
waaronder natuurlijk het katholiek onderwijs
en alles er tussen in.
Nieuwe clerus
Het leek misschien
alsof de slinger van de klok
na het concilie
helemaal de andere kant uitsloeg,
van alles door de priester
naar alles door de leken,
maar in zekere zin
kwam het voort uit eenzelfde geest:
in plaats van priesters waren het de leken
die een nieuwe “clerus” vormden
en de kerkelijke touwtjes in handen hield,
terwijl de katholieke organisaties
werden opgegeven.
Het leek voor ons in Nederland
alsof dit uit het tweede Vaticaans concilie voortkwam:
nu moest de leek het meer voor het zeggen gaan krijgen.
Maar dit was eigenlijk een fundamenteel misverstand!
Die eigen plaats van de leek
scheen meer een kwestie van macht,
van wie het voor het zeggen heeft
en niet een kwestie van een vurig geloof
dat zich in daden uit.
Wat zei het concilie wél?
Zeker, het tweede Vaticaans concilie
heeft verklaard
dat de inzet van leken, hun apostolaat
een deelname is aan de zending van de Kerk
en dat dit apostolaat
hun niet is toevertrouwd door de Kerk,
maar dat zij krachtens hun doopsel en vormsel
aan deze zending deel hebben.
Maar het concilie had tegelijkertijd gezegd
dat die zending van de leken
niet per se of allereerst bij het altaar lag,
maar dat het erom gaat
als zuurdesem in deze wereld
bij te dragen aan haar heiliging
en heel het menselijk bestaan
te doordringen
van de geest van het evangelie.
Geschapen en herschapen
We zijn niet “belangrijk”
doordat we dicht bij het altaar staan,
we zijn kostbaar
omdat we door God geschapen zijn
naar Zijn beeld,
omdat we verlost zijn
en tot Zijn kinderen zijn aangenomen
en Hij ons alles heeft toevertrouwd,
heel Zijn schepping,
om die te bewerken en te beheren.
Het gaat niet om macht,
niet om positie,
het gaat erom alles wat we doen,
heel de taak die ons is toevertrouwd
te maken
tot iets moois en kostbaars
voor God,
die wij geroepen zijn
in alles en overal te dienen.
Het charisma van Opus Dei in het concilie
Bij het hoofdstuk over de leek
in de Kerk-constitutie van het concilie
hoort een hoofdstuk
over de universele roeping tot heiligheid:
iedereen is geroepen tot heiligheid.
De zalige Alvaro del Portillo heeft,
zoals ik al eerder heb gezegd,
een grote en belangrijke rol gespeeld
in de doorwerking van de centrale overtuigingen
van de stichter van het Opus Dei
in de teksten van het concilie.
Ik denk dat de uitwerking
die het tweede Vaticaans concilie
aan deze thema’s heeft gegeven,
niet goed denkbaar was geweest
zonder en los van het charisma
van de grote heilige die wij vandaag hier mogen vieren:
de heilige Jozefmaria Escrivà.
Zijn woorden
Om het in zijn woorden te zeggen:
“Jullie moeten je ervan bewust zijn,
nu duidelijker dan ooit,
dat God jullie roept
om Hem te dienen
in en vanuit de gewone,
seculiere en burgerlijke activiteiten
van het menselijk leven.
Hij wacht ons iedere dag op,
in het laboratorium,
in de operatiekamer,
in de legerbarakken,
in de leerstoel aan de universiteit,
in de fabriek,
in de werkplaats,
op de velden,
thuis
en in heel het immense panorama van de arbeid”.
Het gaat er niet om
dat we vooraan staan in de kerk,
maar dat we ons realiseren
dat het onze opdracht is
heilig te worden in en door
datgene wat de Heer
ons in dit leven heeft toevertrouwd.
Voorspreker
We mogen de Heer
op deze dag dankbaar zijn
dat Hij de heilige Jozefmaria
de zending en het charisma heeft geschonken
om deze opdracht
voor te leven
en door te geven.
Moge deze heilige juist in onze tijd
een grote voorspreker zijn
voor ons allen en voor heel de kerk.
Moed en vertrouwen!
Jezus zegt degenen die Hij roept
om Zijn leerlingen te worden,
dat zij naar het diepe moeten varen
en daar de netten uit moeten werpen:
“Duc in altum”.
Die leerlingen hadden de hele nacht
voor niets gevist en niets gevangen,
maar toch:
“In verbo tuo”,
op Uw woord zullen wij de netten uitwerpen.
De heilige Jozefmaria heeft deze moed
en dit Godsvertrouwen
in tal van
werkelijk niet eenvoudige omstandigheden
voor-geleefd.
Als het menselijkerwijs gesproken
niets lijkt te worden,
komt het nog meer aan
op de kern van onze inzet:
Godsvertrouwen,
zuiverheid van intentie,
Hem in alles zoeken en vinden. AMEN.