Contemplatief in de actie
homilie bij de bisschoppenvergadering
Op dinsdag 9 oktober werd de maandelijkse bisschoppenvergadering gehouden. Bij de afsluitende Eucharistieviering heb ik deze homilie gehouden.
Homilie
9-5
Bisschop-zijn is voor niemand van ons
een baan van negen tot vijf,
net zo min als de taak van de secretaris-generaal.
Er zijn vele zaken die onze aandacht vragen
en er zijn bijna voortdurend dead-lines
die moeten worden gehaald,
brandjes die moeten worden geblust.
Gregorius de grote
We vinden het vast en zeker heel herkenbaar
als we op het feest van Gregorius de Grote
de vaderlezing bidden
waarin deze heilige paus en kerkleraar
de veelheid van zijn taken beschrijft
en verzucht dat hij niet meer in staat is
- zoals toen hij monnik was -
zijn geest ingekeerd te houden
en onverdeeld op hemelse zaken gericht.
Dat overkomt ons ook!
Maar de troost van paus Gregorius is
- zo blijkt aan het einde van die vaderlezing -
dat hij de last van zijn ambt draagt
uit liefde voor Christus:
“Uit liefde voor Christus
spaar ik me immers niet,
als het erom gaat Hem te verkondigen”.
Caritas Christi urget nos!
Het eerste gebod
Meteen na de parabel van de barmhartige Samaritaan,
die het tweede gebod van de liefde tot de naaste illustreert,
plaatst Lucas het bezoek van Jezus
aan Maria en Marta,
dat gelezen kan worden
als een onderstreping van het belang
van het eerste gebod, van de liefde tot God,
het belang van de liefdevolle aandacht
voor het woord van God
dat Jezus verkondigt en belichaamt.
Marta wordt in beslag genomen
door de zorgen voor de maaltijd,
door alles waarvan zij wellicht denkt
dat de gastvrijheid dit van haar vraagt.
Zij maakt zich druk over een veelheid, “over veel dingen”,
terwijl maar weinig,
eigenlijk maar één ding, nodig is.
Het unum necessarium
Er zijn veel tekstvarianten overgeleverd
van dit laatste deel van Jezus’ antwoord,
maar het is duidelijk dat het
niet alleen gaat
over het aantal gerechten
dat nodig is voor de maaltijd van deze hoge gast.
Ook hoeft hier niet
een voorkeur voor het contemplatieve leven
uit begrepen te worden
boven een leven in activiteit.
De Heer zelf heeft ons het voorbeeld gegeven
van een actief, rondtrekkend leven.
De rijke jongeman
Dat “unum necessarium”,
dat ene dat noodzakelijk is,
komt later terug in het Lucas-evangelie
waar Jezus de rijke jongeman ontmoet:
“Toch ontbreekt u een ding”
en dat ene dat ontbreekt
blijkt zo belangrijk
dat Jezus zal zeggen
dat het moeilijk is voor wie geld heeft
om het koninkrijk Gods binnen te gaan (Lc. 18, 24).
Het grote bezit weerhield de rijke jongeman ervan
alles te verkopen en Jezus te volgen.
Contemplatief in de actie
Het gaat in ons evangelie dus niet zozeer om een keuze
voor actief of contemplatief leven,
maar het gaat erom bij Jezus te zijn;
dat “unum necessarium” is de bron
die nooit mag ontbreken.
Zonder die bron wordt ons spreken en handelen
kil en koud, functioneel en zakelijk
of emotioneel en violent;
vanuit die bron
wordt het de liefde van Christus die ons dringt
en krijgt de veelheid van activiteiten
een samenhang, een eenheid.
We zijn dus geroepen om contemplatief
in de actie te zijn.
Dat de Heer ons mag geven
dat uit ons rusten bij Hem,
uit ons luisteren en Hem aandacht geven
al onze activiteit zal voortvloeien,
zodat die het stempel draagt
van het ene dat noodzakelijk is.
Moge Gods goedheid ons dat geven.