Ja, hier ben ik!
Panama city, woensdag 23 januari
Woensdag 23 januari heb ik de catechese gehouden voor de Nederlandse jongeren. Hieronder is die tekst na te lezen.
1 e catechese - woensdag 23 januari
“Ja, hier ben ik”
Bedankt!
Jullie hebben in zekere zin “ja, hier ben ik” gezegd door naar de WJD te komen.
Bedankt dat je die stap hebt gezet!
Uit je zelf
Jullie hebben allemaal je eigen redenen gehad om te komen, zoals jullie ook allemaal je eigen weg hebt met God. Een weg met God is ook een weg met anderen, omdat God altijd roept tot gemeenschap. Een weg van geloof gaan is dus altijd weg gaan uit jezelf, uit wat je zelf wilt beschermen, uit de controle die je zelf wilt houden, uit je afzondering en uit je “ik als een afgesloten bastion” om je te openen. Geloven gaat over vertrouwen.
Loslaten
Het is dus altijd ook loslaten. Als je Jezus wil volgen, kun je gewoon niet meer zeggen: dit is mijn recht, zo ben ik, dus doe ik het zo; dit is wat ik wil, wat ik vind, wat ik fijn vind, dus dat wordt het. Als je een leerling van Jezus Christus wilt zijn moet je menselijke zekerheden loslaten en zeggen: “Heer, hier ben ik”. “Spreek, Heer, uw dienaar luistert”. “Zegt U het maar”. Durf je dat? Durf je je leven uit handen te geven aan God?
Zijn liefde ervaren
Het is ook een heel persoonlijke weg, omdat God van ieder van jullie houdt met een persoonlijke liefde. Mijn moeder zei vroeger wel: “Ik houd van jullie allemaal”, maar dat vond ik nooit erg overtuigend. Want mijn vraag was dan: “Houd je van mij? ” Het waren en zijn - want ze leeft nog - de kleine, persoonlijke dingen waarin zij haar liefde naar mij uitdrukt, die me duidelijk maakten en maken dat zij van me houdt. Dat ze blij is als ik er ben, dat ik merk ze me waardeert, dat ze iets voor me over heeft, dat soort dingen. Zo is het ook met God. Natuurlijk hoor je voortdurend zeggen en voorlezen dat God liefde is en van ons mensen houdt, maar het wordt anders als je die liefde zelf ervaren hebt. Dat kan zomaar gebeuren en meestal ervaar je dan ook iets van wat de bestemming van je leven is.
Ervaringen met God
Ik geef een paar voorbeelden: als kind was ik misdienaar, ik heb toen vaker de aanwezigheid van Jezus ervaren bij de consecratie in de Mis (dat is het moment dat brood en wijn het lichaam en bloed worden van Jezus Christus, als de priester de woorden van Jezus bij het Laatste Avondmaal herhaalt). Toen de puberteit kwam werd het bij mij allemaal iets minder wat het geloof betreft, tot het moment dat ik een boek zat te lezen waarin de zinloosheid van het leven en alles wat daarbij hoort, sterk naar voren kwam; het speelde zich af in de tweede wereldoorlog: “Tranen der acacia’s” van de atheïst W.F. Hermans. Misschien heb je van het boek of de schrijver gehoord. Toen kwam over me heen - het was meer een ervaring dan een redenering -: zo is het niet! Het leven is niet zinloos en doelloos, God bestáát en als Hij bestaat moet ik me in Zijn dienst stellen. Het was het moment dat voor mij duidelijk was dat ik priester zou worden. Als je weet wat je doel en je roeping is in het leven, ben je veel doelgerichter bezig en loopt je hele leven beter. Zo heb ik dat toen ook ervaren.
Een van de vorige wereldjongerendagen was er een niet-katholiek meisje bij, dat zo’n zelfde soort ervaring had tijdens de avond van barmhartigheid. Zij is katholiek geworden en ik heb een paar weken geleden haar eerste geloften afgenomen in de kloosterorde waar zij nu is. Ik heb het vaker van jongeren gehoord, vaker ook dat het tijdens die avond van barmhartigheid voor het Allerheiligste gebeurde: dáár heb ik God ontmoet.
Een andere jongen was heel natuurwetenschappelijk bezig was in zijn denken, alles was verklaarbaar of moest menselijk beredeneerd worden. Hij kwam toevallig in een kerk waar de lofzang van Maria werd gezongen (over haar kleinheid en nederigheid en de grootheid van God) en ineens sloegen die woorden bij hem in als een soort geestelijke bom. Wie kan dit verklaren? In ieder geval had hij er geen wetenschappelijke redenering voor klaar liggen.
Af en toe raakt God dus mensen aan, daar is natuurlijk in die mensen iets waardoor ze er open voor staan, ergens zal er iets van een verlangen zijn, een verlangen naar antwoorden, naar vervulling, naar begrijpen...
Maar je geloof kan natuurlijk ook gewoon rustig en organisch groeien, zonder omwentelende ervaringen; voor ieder is het anders...
Roeping en bestemming
Trouwens: niet dat jullie nu allemaal priester of zuster moeten worden, natuurlijk niet, al zou het wel fijn zijn als een paar van jullie die roeping ontvingen en er voor gingen. Dat is een prachtig teken in onze tijd. Maar ook als je wat anders gaat doen: ik ontmoet nog geregeld jonge en al wat oudere mensen die naar de Wereldjongerendagen zijn geweest en me daarover vertellen als over een ervaring die hun leven heeft veranderd. Ik hoop dat jullie ook zo’n mooie ervaring hebben, waardoor je leven mooier en rijker wordt. We hebben dat hard nodig omdat onze eigen maatschappij, de samenleving waarin we leven vaak heel ver van God af staat. Het is vaak vooral: ieder voor zich. Jullie ademen continu een heel seculiere lucht in en daar word je niet erg gelovig van!
Spreek, Heer!
Heel vaak wordt er in onze jeugd al een basis gelegd of een roeping gegeven. Denk bijvoorbeeld ook maar aan de jonge Samuël uit het Oude Testament die in de tempel sliep en ’s nachts tot drie keer toe zijn naam hoorde roepen. Hij wist nog niet wat dat was en betekende, totdat Eli hem zei dat hij moest antwoorden: “Spreek, Heer, uw dienaar luistert” (1 Sam. 3, 9-10).
En dat is nog steeds hét antwoord. Niet te gauw doen wat in je opkomt, wat je nu eenmaal zelf graag wil mof wat je denkt te moeten doen; probeer je eerst even een beetje neutraal te maken, een soort bereidheid in te oefenen en een openheid om dit te doen of juist iets heel anders; sta open en zeg: “Spreek, Heer, uw dienaar luistert”.
Blokkades
Het gaat er uiteindelijk niet om wat je zult worden, het gaat erom dat je je levensbestemming vindt, je levensroeping en dat je die kunt volgen, dat is jouw weg om gelukkig te worden en vervulling te vinden, ook als die weg misschien niet zo gemakkelijk is. Je hebt er een bijzondere genade voor nodig van God. Want er zitten ook allerlei blokkades in ons hart: dit wil ik wél, dit wil ik niet. Mensen willen hun eigen gang gaan. Maar je wordt gelukkig als je Gods wil doet.
Die blokkades kunnen van alles zijn. Het kan zijn dat je met bepaalde dingen worstelt, bijvoorbeeld je zelfbeeld, je seksualiteit, je relaties met anderen, je ouders, een verslaving of wat dan ook. Het kan zijn dat je zit met haat, niet kunnen vergeven, boosheid, jaloezie, noem het maar op. Dat maakt voor God niet uit. Je bent niet minder omdat je worstelt met dit of met dat en ook niet wanneer het misschien allemaal niet zo goed lukt als je ergens zelf wel zou willen. Misschien dat je dan denkt: ik kan niet anders, zo ben ik nu eenmaal, God moet me maar accepteren zoals ik ben en misschien wil je er dan maar in berusten, er niet meer mee gaan vechten.
God moet me maar accepteren...
“Hij moet me maar accepteren...”. Dat doet Hij ook, God houdt van je onvoorwaardelijk, niet omdat je bepaalde prestaties hebt geleverd en je zo verschrikkelijk perfect bent. God houdt meer van jouw nederigheid dan van jouw perfectie.
“God moet me maar accepteren zoals ik ben”. Je hebt gelijk en dat doet Hij ook. Maar natuurlijk leeft er ergens in je hart een verlangen om een mooi en stralend kind van God te zijn en zou je iets willen bereiken. We willen allemaal graag goed zijn en goed gevonden worden. Toch is het eerste wat we moeten doen: onszelf aanvaarden zoals we zijn, eerlijk en open: dit ben ik en dit is mijn strijd, mijn worsteling. God heeft je die worsteling gegeven, ook die zaken waar je ergens misschien niet zo blij mee bent, horen erbij.
Al val je duizend keer...
Het maakt niet uit dat je worstelt, het maakt uiteindelijk ook niet uit of je valt in iets waar je niet trots op bent, sta op, sta honderd keer op - nee: tot zeventig maal zeven maal (Mt. 18, 22), want zo vaak moet je een ander vergeven, dus zo vaak moet je ook jezelf vergeven; zeventig maal zeven maal betekent: oneindig vaak - sta op en ga verder! “Luctor et emergo” zeggen ze in Zeeland: “Ik worstel en kom boven”. Je moet dus wel worstelen. Strijden. Het worstelen met iets, heeft een eigen betekenis voor je. Alleen dode vissen laten zich op de stroom meedrijven. Wees geen dode vis, maar spartel en spring, ook tegen de stroom op. Je krachten worden alleen sterker als je spartelt en springt. Wees niet ongeduldig, ook niet met jezelf.
Een gewone, gewonde mens
Belangrijk is daarbij dat je met heel je hart probeert te zeggen: “Heer, hier ben ik. Wat wilt U dat ik doe?” OK, Heer, U ziet dat ik het niet kan. Wat ben ik uiteindelijk nou helemaal? Zo heb U mij gemaakt en laten worden, misschien ook langs allerlei levenservaringen heen, maar geef mij de kracht van uw genade!
Dus je eigen ervaring van niet perfect te zijn, je onmacht, je kleinheid, jouw weer-opnieuw-in-hetzelfde vallen, je rotgevoelens: ze zijn je gegeven in ieder geval om je te helpen om naar jezelf te blijven kijken als een gewone, gewonde mens en vooral om meer de hulp van Gods genade te gaan zoeken en daarop te vertrouwen.
God kennen?
Er zijn veel mensen die niet in God geloven, die Hem niet kennen. Hoe kunnen ze ook in Hem geloven als ze hem niet kennen? En met “kennen” bedoel ik niet dat ze nooit van God gehoord hebben, dat heeft eigenlijk iedereen natuurlijk weleens, maar we hebben ook weleens van Jupiter en Zeus gehoord of van andere goden, zonder dat bij ons zelfs maar de gedachte is opgekomen om daar in te gaan geloven. God “kennen” wil zeggen dat je ook weleens iets van God hebt ervaren, dat er iets in je hart resoneert, al stond de deur naar de kennis van God misschien ook maar op een klein kiertje.
Een band
Er zijn allerlei programma’s over mensen die zoeken naar hun biologische vader, die ze niet kennen. Hoe kunnen ze houden van een Vader die ze niet kennen? Soms hebben ze hem geïdealiseerd en valt het vies tegen. Dan komt een eerste kennismaking, maar ook dan kennen ze hun vader maar een klein beetje, er is geen band, misschien komt dat nog of valt die vader toch nog tegen en blijft het bij een kort contact. Bij God hoef je voor dat laatste niet zo bang te zijn. Hoe beter je Hem leert kennen, hoe meer Hij voor je kan betekenen en je een band krijgt. Mocht het eens tegen vallen, raad ik aan om het toch opnieuw te proberen.
Ontmoediging en leegte
Want het is de moeite waard om met Hem een band aan te gaan. Zeker, er komen vragen en op een gegeven moment voel je je weleens als in een woestijn: dor en leeg. Ook door die woestijn moet je heen. Waar wij denken dat het niks zal worden, dat het zinloos is om verder te gaan en te blijven vertrouwen, daar zal Hij een God van verrassingen blijken te zijn. Denk dan bijvoorbeeld maar aan het Oude Testament. Mozes trok weg uit Egypte met het volk van de Joden. Steeds opnieuw werden ze verleid om moedeloos te worden en het maar op te geven. Na alle plagen in Egypte, toen ze allang dachten: het wordt toch niks, trokken ze dan tenslotte toch weg. Eerst kwamen ze voor een zee te staan, onneembare blokkade. Niemand zag het meer zitten. Maar God leidde hen door die zee. En daarna in de woestijn, met al zijn kwellingen en problemen, ging Hij voor hen uit, overdag in een wolkkolom, ’s nachts in een vuurzuil (Ex. 13, 21-22), tekens van Zijn aanwezigheid, tekens dat we met vertrouwen onze reis door dit leven kunnen gaan. Dat Hij voor jou een wolkkolom overdag en een vuurzuil ’s nachts mag zijn!
Hier ben ik!
Doorgaan, laat je het vertrouwen niet ontnemen, zeg: “Heer, hier ben ik”. Vecht, neem toe in kracht.
Maria is daarin ons grote voorbeeld. Zij deed dat toen de engel haar leven om kwam gooien: Hier ben ik, Fiat mihi secundum verbum tuum: het mag aan mij gebeuren zoals U mij dat gezegd hebt. Wat een moeder en wat een gelovige is zij. En wat een voorspreekster. Dus vraag het gerust aan haar dat je die weg van overgave en vertrouwen mag gaan om te kunnen zeggen: “Ja, hier ben ik”.