Steinmeyer orgel ingewijd in Maria kerk te Bussum
Op zondag 30 augustus werd in de St. Mariakerk in Bussum een nieuw orgel ingewijd, tenminste: het orgel was nieuw voor de Mariakerk, want het was afkomstig uit een lang geleden gesloten kerk in Hilversum. In een goed verzorgde viering met fraaie zang van het dames- en herenkoor werd het nieuwe orgel gezegend en bewierookt en uitbundig in gebruik genomen.
Bij deze gelegenheid hield ik de volgende homilie:
homilie
Allereerst wil ik U allen natuurlijk heel hartelijk feliciteren met het prachtige Steinmeyer-orgel dat we zojuist hebben ingewijd.
Het is een prachtig orgel, dat hebben we intussen zelf al kunnen horen en natuurlijk komt dat volgende week bij het inauguratie-concert nog meer uit de verf; het is een aanwinst en verrijking voor deze mooie kerk.
Dus: van harte proficiat! De H.Mariaparochie staat op deze zondag ook aan het begin van een nieuw werkjaar: een nieuw seizoen wordt geopend met activiteiten op allerlei gebied.
Dit nieuwe jaar zal het jaar van het geloof zijn dat op 11 oktober door de paus in Rome en in ons bisdom in Heiloo zal worden geopend.
In het werk van de parochie spelen de vrijwilligers een belangrijke rol.
Deze parochie en elke andere parochie kan niet buiten vrijwilligers die zich met hart en ziel voor hun geloof en voor hun kerk inzetten.
Ik wil bij deze gelegenheid daarom allen die in deze parochie zo actief zijn heel hartelijk bedanken voor jullie inzet en inspiratie en jullie allen bemoedigen en aanmoedigen: Ga door, wees bezield en vol goede moed; en tracht anderen erbij te betrekken, want we hebben een prachtig geloof, het is een rijkdom voor ons leven; dus: laat het uitstralen! Wees getuigen van de hoop die in ons leeft.
We hoeven niet opdringerig te worden, het hoeft niet zo te worden dat anderen denken: daar heb je hem of haar weer, maar andere mogen wel iets merken van wat ons bezielt.
Het heeft me bijvoorbeeld als priester altijd geraakt als iemand die iets heel ergs moest meemaken - een groot verdriet -, in zo’n gesprek ineens zei: “Ik ben toch blij dat ik een geloof heb”.
Ik was deze week twee keer in contact met mensen die me vertelden dat ze al vele jaren regelmatig met iemand te hadden samengewerkt en er toen pas achter kwamen dat die persoon gelovig was en naar de kerk ging.
Wees niet bang, stop het niet weg.
Je weet trouwens niet hoe je andere mensen helpt door open te zijn over je geloof.
Het is natuurlijk waar dat de laatste tijd de nadruk erg heeft gelegen op de negatieve kanten van de Kerk, met name het seksueel misbruik.
Je zou soms niet meer durven vertellen dat je katholiek bent.
In de Kerk wordt op dit punt nu veel gedaan, U heeft dat misschien wel gelezen.
Tegelijk wordt uit alle onderzoeken steeds duidelijker dat misbruik een probleem is van heel de samenleving; de cijfers zijn hoog en helaas buiten de Kerk zeker niet minder.
Ik hoop eigenlijk dat de samenleving als geheel dit kwaad onder ogen gaat zien.
Het evangelie is er vandaag heel duidelijk over: Jezus heeft het erover dat je beter met een molensteen om je hals in zee kunt verdrinken dan deze kleinen aanleiding tot zonde te geven.
Hij heeft het zelf over het afhakken van handen of voeten om maar geen kwaad te doen.
Nou wil Jezus natuurlijk niet zeggen dat U thuis straks maar eens flink met een hakbijl aan de gang moet gaan.
Het is een manier van spreken om duidelijk te maken: je moet streng zijn tegenover het kwaad, geen verkeerde compromissen sluiten, wat verkeerd is niet vergoelijken; en je moet aan de andere kant open en ruimhartig zijn tegenover al het goede dat er gebeurd.
Dat is nog helemaal niet zo gemakkelijk en vanzelfsprekend in de praktijk.
Wij zijn best wel vaak geneigd om juist het tegenovergestelde te doen.
Als wij bijvoorbeeld iets hebben gedaan dat niet zo geweldig was, zijn we geneigd dat wat weg te praten, niet zo onder ogen te zien, te gaan redeneren om het toch nog tot iets acceptabels te maken.
Maar de werkelijke grootheid van een mens zit erin dat hij ook zijn kleinheid onder ogen kan zien.
We zijn allemaal klein, want we zijn allemaal maar heel gewone mensen.
Onze eigen fouten en tekortkomingen willen we misschien nogal eens gemakkelijk begripvol benaderen, je snapt wel hoe dat zo gegaan is; maar hoe staat het met de minpunten die we bij anderen zien? Stel bijvoorbeeld: U zit in de ziekenbezoekgroep van de parochie en U merkt op een gegeven moment dat iemand anders van de parochie úw zieke heeft bezocht, of iemand anders trekt de eer voor wat U gedaan heeft naar zichzelf toe: kun je je dan nog verheugen over het goede wat er gebeurd is, dat die zieke bezoek heeft gehad, dat het goede gedaan is of ben je eigenlijk vooral geërgerd dat er iemand in je vaarwater zit? En zo kunnen we natuurlijk talloze voorbeelden bedenken.
Maar goed, troost U maar, als U het weleens moeilijk vindt dat iemand iets doet of regelt of het woord neemt, waar dat eigenlijk Uw taak en verantwoordelijkheid is, als U het lastig vindt als iemand anders op uw terrein komt, want dan zit U gewoon op dezelfde lijn als de apostelen: die hadden er grote moeite mee: “Meester, we hebben iemand duivels zien uitdrijven in Uw naam die geen volgeling van ons is en we hebben geprobeerd dat te beletten”.
Duivels uitdrijven is ons exclusieve terrein, daar mag een ander niet aan komen, vonden ze.
En toch zegt Jezus dan: Kijk meer naar het goede dat er gebeurt, dan naar je eigen gevoelens; stap over je eigen ego heen en probeer vooral dat goede, het positieve te zien in wat die ander doet, de bijdrage die gegeven wordt, want God zal al het goede belonen, al is het maar een beker water die je iemand te drinken geeft.
En als je dat goede kunt zien in wat die ander heeft gedaan, dan kun je ook een goede invalshoek vinden om misschien met die ander in gesprek te gaan, want de liefde moet de leidraad zijn.
De waardering en de hartelijke openheid die we laten zien, die openen voor mensen een weg om te kunnen groeien en erbij te horen.
Wees soms iets strenger voor jezelf en iets ruimhartiger naar anderen toe, is dus de boodschap.
Een nieuw werkjaar, een nieuw orgel en U heeft ook een nieuw kerkbestuur, en bovendien nieuwe priesters: pastoor Carlos Fabril en kapelaan Maciej Sendecki, die ik heel veel zegen toewens voor deze nieuwe taak.
De Kerk en ons geloof blijven hetzelfde, verder is hier, geloof ik, alles nieuw! En dat is een uitnodiging aan U allen, een hartelijke uitnodiging om er met een nieuw elan aan te gaan staan, aan die oude Boodschap, die toch altijd weer nieuw blijft! Amen.