Ben je zalig als je arm en hongerig bent? (6e zondag C)
Italiaanse jongeren op Missie in Uithoorn
In het weekend van 16-17 februari was in Uithoorn een flinke groep Italiaanse jongeren aanwezig die op straat evangelisatie hebben gedaan en mensen hebben uitgenodigd voor de catechese van de parochie. In de Eucharistieviering op zondag hebben zij met andere jongeren van de Neocatechumenale Weg gezongen en er een feestelijke viering van gemaakt.
Pastoor Marco Cavagnaro draagt samen met kapelaan Darek Karwowski en diaken Jeroen Hoekstra de pastorale zorg van Uithoorn, De Kwakel, Nes aan den Amstel, Aalsmeer. Br. W. Ernst o.carm en catechiste mw. P. van Rooden werken mee in huisbezoek en catechese.
De pastoor is afkomstig uit Rome en van de parochie van de H. Maria Goretti in die stad, was een veertigtal jongeren van de Neocatechumenale Weg samen met enkele catechisten gekomen om een kleine missie te doen. Voor de Eucharistieviering die om 11.00 uur begon, hebben enkele van hen kort over hun ervaringen en hun persoonlijke weg verteld (zie foto). Aan het einde van de feestelijke Mis verzamelden velen zich voor de kerk om te zingen en te dansen (foto). Het weer - dat al helemaal de lente ademde - werkte volop mee. Tenslotte was er in de parochiezaal een gezellige ontmoeting met hapjes en drankje (foto). Het was een mooie ervaring voor de parochianen, die van de Mis, de zang en dans en natuurlijk de hapjes en drankjes bijzonder hadden genoten.
HOMILIE
Val me niet lastig...
Als mensen op straat langs een arme mens lopen
en ze zijn niet van plan die persoon iets te geven,
dan hebben ze meestal
een redenering in hun hoofd:
Die arme heeft het aan zichzelf te danken,
als ik geld geef gaat dat op aan drank en drugs,
hij heeft zijn uitkering zeker al opgemaakt,
ik heb nu geen tijd, ik moet nodig verder,
laat hij maar naar het Leger des Heils gaan
of de zusters van moeder Teresa,
in plaats van mij lastig te vallen.
Zo kunnen mensen denken,
maar niemand zou met die arme persoon willen ruilen.
Een dam tegen vluchtelingen?
En we horen veel over vluchtelingen
die naar Nederland komen
en vele mensen vinden dat
een dam moet worden opgeworpen
tegen de komst van al die mensen,
dat die mensen in hun eigen land moeten blijven,
ook al is het daar niet leuk.
Alleen als het over goed-geïntegreerde kinderen gaat,
willen sommigen wel met de hand
over het hart strijken: het kinderpardon.
Toch zou natuurlijk niemand
met zo iemand
in diens land van herkomst willen ruilen.
Zalig zijn zij...?
Maar waarom prijst Jezus vandaag dan
de armen zalig
en degenen die honger lijden?
En waarom noemt Hij mensen zalig
die verdrietig zijn, vervolgd worden en uitgestoten?
Terwijl daarentegen wie genoeg te eten hebben,
het leuk hebben en waardering krijgen van de mensen,
er in deze toespraak van Jezus
niet goed van af komen, zo lijkt het:
“Wee u”.
Zijn armen beter?
Wat Jezus niet bedoelt te zeggen is
dat de arme mensen de goede zijn
en de rijkere mensen de slechten.
Onder de leerlingen van Jezus
waren ook rijkere personen,
zoals de vrouwen die Hem volgden
en uit eigen middelen voor Hem zorgden (Lc. 8, 3)
en Jozef van Arimatea
die een graf voor Jezus had gekocht (Lc. 23, 50vv.).
Onder rijke mensen zijn goede en slechten
en onder arme mensen zijn slechten en goeden.
Armen in hun ellende laten leven?
Wat Jezus ook niet bedoelt te zeggen
is dat het wel goed is als mensen arm zijn,
honger lijden, wenen en vervolgd worden
en dat je dat maar lekker zo moet laten.
“Laat hen maar in ellende leven”:
dat bedoelt Hij zeker niet
want Hij heeft juist van alles gedaan
om de levensomstandigheden van mensen
te verbeteren:
Hij heeft zieken genezen,
hongerigen te eten gegeven
- denk aan de broodvermenigvuldiging -;
Hij heeft het opgenomen voor mensen
die door anderen werden uitgestoten:
de overspelige vrouw, tollenaars en zondaars.
Dus Jezus bedoelt zeker ook niet te zeggen
dat het wel goed is als mensen arm zijn, honger lijden
en vervolgd worden...
Christen zijn is liefhebben
En zo is het ook in heel de geschiedenis van de kerk gegaan:
onderwijs, ziekenzorg, armenzorg,
het is oorspronkelijk allemaal
opgezet vanuit de kerk.
Je leven aan God toewijden in het kloosterleven
betekende eeuwenlang
dat je andere mensen wilde helpen,
niet alleen door voor hen te bidden,
maar ook door concrete zorg voor hen.
En dat is bovendien de kern van het christendom,
voor ieder van ons.
We hebben allemaal onze fouten en gebreken,
we zijn in die zin zondige mensen,
maar we weten allemaal donders goed
dat christen zijn neerkomt op twee dingen,
die nauw met elkaar verbonden zijn:
God liefhebben
en je naaste liefhebben.
Het gaat om de liefde
en dan niet een liefde van mooie gevoelens
- vol hartjes van Valentijnsdag -
maar de liefde van concrete inzet,
van iets over hebben
voor God en de medemens.
Dat is christen-zijn!
Dus Jezus bedoelt hier zeker niet te zeggen
dat we de armen maar moeten laten stikken
of in hun sop moeten laten gaar koken.
We zijn rijk...
Er is dan ook inderdaad veel inzet geweest
van gelovige mensen,
geïnspireerd door het evangelie
om medemensen een beter bestaan te geven.
Nu is onze maatschappij rijk geworden,
veel mensen hebben het goed
- zeker, lang niet iedereen,
er zijn nog genoeg problemen onder mensen -.
Maar terwijl de rijkdom gekomen is,
is het geloof verdwenen.
Het leven is voor velen vol en druk,
zonder veel tijd voor reflectie en bezinning
en de mensen zijn hun eigen god geworden,
zij beslissen zelf en niet een Vader in de hemel..
God werd overbodig.
Schijnzekerheid
Toch is dat een schijnzekerheid.
Onze rijkdom en ons geluk zijn vergankelijk,
zoals het leven op deze aarde;
en we zijn niet in staat onszelf leven te geven
en dat leven echt te bepalen:
morgen kan alles anders zijn.
Anawim
En dat is precies waar het Jezus om gaat
in de zaligsprekingen en wee-roepen
die we hebben gehoord:
het gaat om de mensen die in het oude Testament
de “anawim” werden genoemd, de armen van God.
Die armen zijn de mensen
die niet vol zijn van zichzelf,
maar als het ware leeg worden
om vervuld te kunnen zijn van iets groters,
om open te staan voor God en de naaste;
het zijn mensen die niet zozeer trots zijn,
als wel dankbaar en vol vertrouwen;
die niet hun ogen sluiten
voor de pijn en het verdriet van mensen,
maar open staan en meeleven;
die niet vol zijn van al het materiële
dat de wereld ons te bieden heeft,
maar hongeren en dorsten
naar de zin en betekenis van alles,
naar God.
Zalig zijn zij...!
En dat is het eigenlijk wel:
zalig geprezen wordt
wie niet zelf voldaan
door het leven gaan,
niet alleen op zoek zijn
naar wat prettig is, leuk en fijn,
maar willen dienen
in een waardevol leven
voor God en mens.