Katholiek onderwijs van Europa in Brussel bijeen
Aanslagen in Nieuw Zeeland: afschuw en meeleven
De schokkende aanslagen in Nieuw Zeeland doen ons weer realiseren: haat en wraak zijn geen goed antwoord. Maar wat dan wel? Iedere vijf jaar komen vertegenwoordigers van het Europees katholiek onderwijs bijeen. Dit keer in Brussel. Wat kan katholiek onderwijs betekenen in een cultuur die steeds verder van het christendom af staat? Een oproep tot dialoog.
Allereerst wil ik mijn meeleven uitspreken met al degenen die bij de aanslagen betrokken waren als toeschouwer, slachtoffer of familie of kennis. Ik gedenk de slachtoffers in mijn gebed. Ik spreek mijn afschuw uit over dit geweld.
Terwijl we in Brussel waren vernamen we ook nog van het overlijden van Kardinaal Godfried Danneels. We gedenken hem in ons gebed.
Dialoog en contekstualiteit
Het thema van de bijeenkomst was: de katholieke school en de interculturele en interreligieuze uitdagingen. Die uitdagingen zijn er: de eerste ochtend van de tweedaagse bijeenkomst werd ons al verteld dat 23% van de bevolking van Brussel moslim is en meer dan de helft in het buitenland is geboren. Katholieke scholen hebben altijd niet katholieke leerlingen verwelkomd, in veel landen zijn de scholieren bijna uitsluitend niet katholiek, maar het is dan wel een bijzondere uitdaging om de katholieke identiteit te realiseren. Dat kan dan in feite alleen kansrijk door - zoals prof. Didier Pollefeyt uiteenzette - een gecontekstualiseerde waardenoverdracht in dialoog: de leerlingen hebben geen band met de christelijke waarden maar die waarden kunnen wel verbonden worden met de concrete leefomstandigheden en ervaringen van de leerlingen. Dat vereist een inhoudelijke dialoog. Leraren moeten daarin gecoacht worden. De katholieke dialoogschool is een in Vlaanderen breed geïntroduceerd concept dat daarvoor wil gaan.
Fricties
Maar zo heel eenvoudig is het allemaal niet, beklemtoonde mgr. J. Aveline, hulpbisschop van Marseille. Mensen in een wijk die bijna helemaal moslim geworden is, zien de instroom als een invasie en zij voelen zich soms niet meer thuis; dat kan fricties geven. Tegelijk beklemtoonde Aveline dat we het moeten zoeken in het geven van ons leven in dienst - caritas verbindt - en in de spirituele, profetische insteek. En we hebben getuigen nodig! En we moeten onderscheiden hoe de heilige Geest in jongeren werkt.
Deze en andere uitgangspunten kunnen belangrijk zijn voor de dialoog in de school.
Toke Elshof
De tweede dag begon met een bijdrage van onze dr. Toke Elshof, die berichtte over haar onderzoek over de relatie tussen de (geloofs)cultuur in het gezin en de katholieke school. Zij deed dit aan de hand van beelden, zoals de Sagrada Familia, en de tulp en de roos als beeld voor de opvoeding: niet alleen voeding maar ook opvoeding tot samenleven, het beleven van waarden, met het stellen van grenzen. Ouders weten van de dreiging van de buitenwereld: pestgedrag, onveiligheid, enzovoorts. Uit het onderzoek bleek dat ouders deze omveiligheid mede ervaren door de aanwezigheid van de Islam, die godsdienstvrijheid en andere waarden niet lijkt te respecteren. Katholiciteit is voor ouders juist een erenaam voor een respectvol schoolklimaat, blijkt uit haar onderzoek. Katholieke school wil voor hen zeggen: een school die gericht is op educatieve waarden. Het schoolklimaat brengt op een impliciete manier de katholiciteit tot uiting. Bij de ouders is er echter wel verschil van mening over religieuze diversiteit op school. Een deel van hen ziet het religieus anders zijn van buitenlandse kinderen met niet-westerse cultuur als bedreigend. Andere ouders zien het katholiek zijn van de school juist als reden waarom ‘andere’ kinderen welkom moeten zijn en respect verdienen.
Verwachtingen van ouders
Onkerkelijke ouders kiezen voor een katholieke school vaak vanwege hun eigen goede herinneringen aan de katholieke schooltijd. Bij randkerkelijke ouders speelt een rol dat kerkbetrokkenheid een uitzondering is geworden, maar dat er bij hen wel een zekere nostalgie naar die kerkelijkheid is. Iedereen vindt het goed dat de macht van de kerk verdwenen is. Kerkelijke ouders zijn vaak kerkelijker dan hun eigen ouders. Bij hen is geloofsbeleving en betrokkenheid bij de maatschappij groter. Islamouders kiezen voor de katholieke school omdat er openheid is voor God en meer respect dan op andere schooltypen, naar hun aanvoelen.
Alle westerse ouders verwachten van de school een laagdrempelige aandacht voor en inwijding in het katholieke geloof. Moslim ouders staan daar anders in en willen niet dat hun kind meedoen met een katholieke viering. Openheid voor het hogere, voor God en aandacht voor andere religieuze tradities, zien zij wel zitten. Moslimouders waarderen als er informatie ook aan hen wordt gegeven over de christelijke feesten en als ouders en grootouders bij de school betrokken worden. De meeste ouders vinden dat er wel wat meer aandacht voor deze zaken mag zijn, volgens het onderzoek van dr. Elshof. De religieuze omgeletterdheid van de ouders en de religieuze diversiteit van de samenleving maken dat de noodzaak wordt gevoeld aan een katholieke school met aandacht voor de eigen identiteit die tevens oefenplaats is voor dialoog.
Berichten uit verschillende landen
Later in de ochtend werden er berichten gepresenteerd over de situatie in Frankrijk, Albanië, Bosnië-Herzegowina en Zweden door vertegenwoordigers uit deze landen. Lieven Boeve sprak in de middag over de uitdagingen van een geseculariseerde cultuur en de dialoogschool als antwoord daarop en hoe de scholen dat antwoord kunnen geven. Het concept van de dialoogschool zoals die in Vlaanderen is ontwikkeld kan wellicht daar goed werken als het op een manier wordt uitgewerkt die de katholieke identiteit inderdaad ervaarbaar maakt, zoals de bedoeling is. In Nederland is de situatie anders omdat er geen centrale leiding is die een dergelijk concept kan invoeren of opleggen en begeleiden. In Nederland is de inzet veeleer: de katholieke scholen inspireren en ondersteunen om de katholieke identiteit in deze tijd gestalte te geven op een wijze die inderdaad dialogaal is en recht doet aan de schoolbevolking. Dit gebeurt in ons land door de begeleiding van bisschoppelijk gedelegeerden, het werk van de NKSR. onderwijsbureaus, Verus, week voor het katholiek onderwijs, materiaal voor godsdienst/ levensbeschouwing, studiedagen en dergelijke. ook hier is de vraag: hoe kun je katholiciteit in gesprek brengen op een voor niet-kerkelijke en vaak ook niet-katholieke leerlingen herkenbare wijze?
Nederlandse aanwezigheid
Vanuit Nederland was de voorzitter van de NKSR - diaken drs.Titus Frankemölle - aanwezig, evenals de vroegere president van de CEEC, mr. Dick Wijte, bisschoppelijk gedelegeerden priester drs. George Dolle, diaken drs. Wim van den Dool en daarnaast pastoor dr. Jan Jaap van Peperstraten en - zoals genoemd - dr. Toke Elshof.
Onder die sprekers waren dus vertegenwoordigers uit verschillende Europese landen en de secretaris van de Congregatie voor de katholieke Opvoeding, aartsbisschop Vincenzo Zani, die de slottoespraak hield.
Donderdagavond werd de Eucharistie gevierd in de Brusselse kathedraal met mgr. Koen Vanhoutte, de dag erna aan het einde van het symposium in het hotel.