Nieuwe maatregelen om seksueel misbruik tegen te gaan
Paus Franciscus publiceert Motu Proprio ‘Vos estis lux mundi’
Donderdag 9 mei heeft paus Franciscus - na de speciale vergadering van de voorzitters van de bisschoppenconferenties in februari over dit thema - nieuwe, aanvullende maatregelen gepubliceerd over de melding en behandeling van klachten van seksueel misbruik.
Over welk misbruik gaat het Motu Proprio?
De regels betreffen het melden van seksueel misbruik van minderjarigen en kwetsbare personen en wanneer er dwang, geweld, bedreiging of machtsmisbruik bij is geweest. Voorts hebben ze betrekking op het maken, tonen, bezitten of verspreiden van kinderporno en het betrekken van minderjarigen of kwetsbare personen bij pornografische vertoningen. Tenslotte gaan de regels over kerkelijke gezagsdragers die handelingen stellen of juist nalaten met het doel civiel of canoniek gerechtelijk onderzoek naar deze delicten van geestelijken (priesters, diakens, bisschoppen) of religieuzen te dwarsbomen.
Loket voor meldingen
Alle bisdommen in de hele wereld - al dan niet samen met de andere bisdommen van een land - moeten binnen een jaar na het van kracht worden van dit Motu Proprio op 1 juni 2019, een vast en gemakkelijk toegankelijk loket hebben waar men melding kan doen van seksueel misbruik. In Nederland is dit loket er al sinds vele jaren. In 2015 is de regeling voor de katholieke kerk in Nederland het laatst aangepast: www.meldpuntgrensoverschrijdendgedragrkk.nl.
Wat moet er met een melding worden gedaan?
Een bisschop die een melding binnen krijgt moet de bisschop van de plaats waar de gemelde feiten zijn gebeurd waarschuwen en de overste of bisschop die de gezagsdrager van die mogelijke dader is. Ook iedere geestelijke heeft die verplichting, maar op zich kan iedereen een melding doen.
Meldingen over handelen of nalatigheid van gezagsdragers in de kerk
Als de melding gaat om een kardinaal, bisschop, pauselijk gezant of hoogste overste van een religieuze orde of congregatie (e.d.) kan de melding ook direct aan de H. Stoel worden gedaan of via de Nuntius (art. 3 par. 3). Voor seksueel misbruik van minderjarigen is de bevoegde instantie de Congregatie voor de Geloofsleer. In andere gevallen kan het bij andere Congregaties thuishoren. Als zo’n melding over een kerkelijk gezagsdrager - met name een bisschop - binnen komt bij een kerkelijk gezagsdrager moet hij die doorgeven aan de H. Stoel en aan de aartsbisschop metropoliet of als de melding de metropoliet betreft aan de langstzittende diocesane bisschop. De metropoliet of de langst zittende bisschop moet de bevoegde Congregatie van de Romeinse Curie in Rome op de hoogte stellen en bevoegdheid vragen om een onderzoek in te stellen. Voor dat onderzoek bevat het Motu Proprio de nodige regels. Het onderzoek van de metropoliet (of andere persoon die van Rome de opdracht heeft gekregen) moet binnen 90 dagen worden afgerond, maar de metropoliet kan gemotiveerd een verlenging vragen.
En hoe gaat het verder?
Verder zijn er regels voor de bescherming van personen die een melding doen en over de zorg voor de (mogelijke) slachtoffers en hun families (art. 5).
Het motu proprio doet de suggestie aan de bisschoppenconferenties om een fonds in te stellen om dergelijke onderzoeken te bekostigen.
Als het onderzoek klaar is worden de documenten naar de bevoegde instantie in Rome gestuurd met een votum van de aartsbisschop metropoliet (of degene die opdracht heeft gekregen voor het onderzoek).
Behandeling in Rome
Daarna wordt het verder behandeld in Rome, gewoonlijk door de Congregatie voor de geloofsleer althans wanneer het om seksueel misbruik van minderjarigen gaat. De Congregatie geeft aan of er een strafproces moet volgen of administratieve sancties of dat de behandeling in Rome moet worden gedaan, enz. Delicten of ernstige nalatigheid van kerkelijke gezagsdragers inzake seksueel misbruik wordt (gewoonlijk) door de Congregatie voor de Geloofsleer behandeld. De procedures die dan gelden zijn al eerder gepubliceerd in het Motu Proprio Sacramentorum sanctitatis tutela waarvan de laatste editie in 2010 is verschenen (bijv. op 16 juli in L'Osservatore Romano en in Communicationes 42(2010), pp. 333-344; eerdere edities in 2001 en - deels -1962: Crimen sollicitationis). Voor de beoordeling en bestraffing van ernstige delicten door kerkelijke gezagsdragers zijn binnen de Congregaties voor de Geloofsleer juridische beoordelingsprocedures in werking getreden. De normen voor deze procedures die sinds een tiental jaren een gerechtleijk karakter hebben gekregen, zijn bij mijn weten (nog) niet gepubliceerd.