De noodzaak van onthechting
14e zondag door het jaar C
Zondag 7 juli was ik voor de heilige mis in de kathedrale basiliek van Sint Bavo. Het schoolkoor zong, dat zijn de leden van het kathedrale koor die op de koorschool zitten en die nu met de schoolvakantie gaan beginnen. Het evangelie sloot goed aan, want Jezus zond daar Zijn leerlingen uit....
HOMILIE
Letterlijk uitgestuurd
Een tijd geleden belden er ineens
een priester en een priesterstudent
aan de deur
van de plebanie/het bisschopshuis
hier naast deze kathedraal.
Ze waren uitgestuurd
twee aan twee
letterlijk zoals het vandaag in het evangelie staat:
zonder geld, zonder volgepakte koffers,
zonder reeds geboekte hotels,
alleen met een woord van vrede
en hun vertrouwen op God;
helemaal afhankelijk dus
van wat mensen hun onderweg zouden geven.
Dit was een initiatief
vanuit de Neocatechumenale Weg
en ik was later bij een bijeenkomst
waarop mensen die dat hadden gedaan
vertelden hoe het was gegaan
- niet alleen priesters of priesterstudenten,
ook andere gelovigen waren daarbij
die twee aan twee waren uitgestuurd.
Een ervaring
Kort samengevat kwam hun ervaring erop neer
dat je het leven zo heel anders beleeft,
dan wanneer je geld hebt
en je zelf kunt redden.
Ze hadden afhankelijkheid én vertrouwen ervaren:
God was hun meer nabij geweest.
En verder:
rijke mensen sluiten vaak hun hart,
de armen staan meer open.
Een priesterstudent was uitgescholden
door een pastoor nota bene
woonachtig in een prachtige pastorie,
chique auto voor de deur:
hij deed aan die onzin niet mee,
dat moesten ze maar zeggen
aan die gek die hen op pad had gestuurd.
Een ander had geen onderdak kunnen vinden
en met z’n tweeën hadden ze geslapen
tussen de zwervers voor het station.
En toen ze wakker werden
stond de zwerver die naast hen had geslapen
grijnzend klaar
met koffie en een croissant
waarvoor hij het geld bij elkaar had gebedeld.
Het kind en de rijke
We weten het natuurlijk eigenlijk al uit het evangelie:
afhankelijkheid maakt ons klein,
maar wanneer we klein zijn als een kind
zullen we het hemelrijk kunnen binnengaan,
wat voor een rijke vreselijk moeilijk is,
moeilijker dan het voor een kameel is
om door het oog van de naald te gaan!
Wie zelf weet wat het is
om in nood te zitten
en hulp te krijgen,
staat meestal wel open
voor de nood van een ander,
maar de rijke
maakt de hekken rond zijn huis heel hoog
met scherpe punten, camera’s
en blaffende honden.
Het centrum van het universum
We moeten er dus niet van staan te kijken
dat er in onze samenleving
weinig geloof is
en dat de aandacht vaak uitgaat
naar bevrediging van eigen lust
en niet naar de offers die we zouden moeten brengen.
En dan wordt de ware God een sprookje....
De rijke raakt gemakkelijker afgesloten
van de echte werkelijkheid
en gericht op macht
door zijn vele bezit,
zonder begrip voor de armen en mensen in nood;
hij is geneigd zichzelf
tot centrum te maken van het universum.
Zo’n rijke is zijn eigen god.
Niet per se
Maar het is niet zo
dat dit per se zo is.
Er zijn ook rijke mensen
die met hun rijkdom dienstbaar willen zijn
aan een rechtvaardiger wereld
en het koninkrijk van God.
En er zijn ook mensen
die misschien helemaal niet zo rijk zijn,
maar toch zo gehecht aan iets,
dat dát hun afgod wordt.
En er zijn ook nu veel goede mensen
die een arm hart behouden
ook al zijn ze tamelijk welgesteld.
Maar daar komt het wel op aan:
of we arm van hart, arm van geest,
eenvoudig zijn
en open voor het goede
en uiteindelijk voor God.
Vrede aan dit huis!
De leerlingen van de Heer
werden dus uitgestuurd, twee aan twee.
Het bekende en vertrouwde laten ze los,
menselijke zekerheden laten ze achter.
Ze moeten goed doen aan anderen
en weldoende woorden spreken:
Vrede aan dit huis!
Dat is alles wat ze te bieden hebben.
En ze deden nieuwe ervaringen op.
Ze werden niet teleurgesteld.
Open voor elkaar, open voor God
Voor velen van ons
begint de vakantietijd.
Ook dat kan een kans voor ons zijn
om een nieuwe ervaring op te doen.
Als de zon schijnt zijn we sowieso
iets meer ontspannen
en meer open voor elkaar.
Mensen groeten elkaar eerder op straat
en zijn vriendelijker.
De samenleving wordt iets minder hard,
iets minder verschanst in het “ik”.
De zomer is een goede gelegenheid
om het oude gebed te bidden:
“Heer, wees Gij de zon van mijn bestaan,
dan kan ik veilig verder gaan”.
En geef, Heer, dat we ons niet laten meenemen
door die ik-gerichte geest
- afgesloten, zelfgenoegzaam -
die in onze samenleving rondwaart,
maar open en gevende mensen
zullen zijn.