De cultuur van ons hart...
Zesde zondag door het jaar A
Het leken harde woorden die Jezus op de zesde zondag door het jaar in de evangelielezing sprak (Mt. 5, 17-37). Gaat het daarin om wat wél of niet mag? Of gaat het om meer?
De cultuur van ons hart
Verachtvoudigd
We weten allemaal dat de criminaliteit en de aggressiviteit
in onze samenleving toeneemt.
Jaren geleden al
hoorde ik een hoofdcommissaris in ruste
die vertelde
dat het aantal gevallen van criminaliteit
gedurende zijn loopbaan
in de stad waar hij had gewerkt
verachtvoudigd was!
En toch had die man niet stil gezeten.
Hij noemde nog een grote verandering:
vroeger als je een boef gepakt had,
werd die veroordeeld en ging hij naar de gevangenis.
Maar nu is de rechtelijke macht vaak overbelast
en jarenlang was er te weinig plaats in de cel.
Harder
We zien beelden genoeg
van bijvoorbeeld supportersgeweld in eigen land.
En er zijn allerlei voorbeelden te geven
van het feit dat de maatschappij en de mensen
harder worden, individualistischer en egoïstischer,
meer op zichzelf gericht.
Met liefde omgeven
Maar niemand komt er onder uit:
de liefde maakt het leven pas waard om geleefd te worden.
Bijna iedereen voelt dat aan,
daarom is er in onze maatschappij zo'n wanhopig zoeken
naar relaties en naar liefde;
maar is men ook daarin niet teveel op zichzelf gericht?
Liefde vraagt juist heel veel geven.
Liefde ís geven, er voor die ander zijn.
Iemand die met liefde omgeven wordt,
die ervaart dat hij of zij geborgen is
in de zorg en de liefde van anderen,
zal bijvoorbeeld niet zo gauw vragen om euthanasie
en het leven voltooid vinden.
Juist het gevoel van eenzaamheid en verlatenheid,
van teveel zijn en geen waarde hebben,
maakt dat mensen tot zoiets komen.
Wij moeten het de maatschappij duidelijk maken:
stervende en lijdende mensen,
gehandicapte mensen,
brengen ons een belangrijke boodschap
over de zin en de waarde van het leven,
een boodschap die meer dan ooit nodig is,
juist in een samenleving
die te vaak alleen maar denkt aan materie,
aan carrière en presteren.
Liefde, offers, lijden,
zijn oneindig meer waard
dan de meest glanzende loopbaan,
dat leert ons precies het leven van Jezus.
Zij horen erbij!
Eigenlijk is het al jammer
dat er verpleeghuizen en inrichtingen nodig zijn
- al begrijp ik natuurlijk best dat het gewoon niet anders kan -,
maar eigenlijk horen deze mensen thuis
midden onder ons;
zij horen bij de maatschappij, bij het leven.
Wij hebben deze mensen nodig
om zelf een goed en meelevend hart te kunnen houden
en een reeële kijk op het leven te hebben,
om te weten wat het is als je gezond mag zijn.
Minder voor hén zorgen,
en zich juist meer op nog gezonde, vitale mensen richten,
maakt zeker niet altijd betere mensen van ons.
Tot alles weer klopt?
Wij zien en ervaren dat de maatschappij
harder en zelfgenoegzamer wordt,
dat niet menselijk begrip
maar economische wetten
en de wet van het eigenbelang
de samenleving regeren.
Wij kunnen dat jammer vinden,
maar het is niet voldoende
om het maar aan te zien
en misschien te roepen
om een strengere aanpak van de criminaliteit,
zodat alles weer meer klopt met ‘men’ vindt of denkt
of met wat de wet ervan zegt.
Hypocrisie
De maatschappij is vaak heel hypocriet.
Zij jammert over het toenemen van geweld en aggressie,
over seksueel geweld tegen vrouwen en kinderen,
maar tegelijkertijd doet zij niets
om het gezinsleven te beschermen,
of om porno en geweldfilms tegen te gaan.
Er is van alles te zien
een muis-click van ons vandaan
en dan moet men niet verbaasd zijn
als dit de geesten vormt
en het in de praktijk wordt gebracht.
Nee, het gaat niet om een wetje,
om een uiterlijk in orde zijn;
Jezus wil vandaag in het evangelie verder gaan:
“Maar ik zeg U...”,
zegt Hij telkens weer
en dan komt een radicale uitspraak
die wijst naar ons innerlijk,
naar onze intenties.
Ja, de eis van het evangelie gaat dieper,
zij raakt het hart,
zij raakt de mentaliteit.
De cultuur van ons hart
Het gaat er niet alleen om
dat men bepaalde dingen niet mag doen,
het gaat niet alleen om een ‘tot zover en niet verder’
bij een grens die in feite steeds verschuift.
Het gaat er niet om te passen binnen de kaders
van wat ‘men’ denkt en doet.
Het gaat om meer,
het gaat om de cultuur van ons hart,
om de vorming van een mentaliteit naar het hart van de Heer.
Kijk niet naar de mensen,
kijk naar de Heer,
daardoor worden we nieuwe mensen.