Er is één vijand die je mag haten!
'Bemint uw vijanden' (zevende zondag A)
Op de zevende zondag door het jaar was ik in de kathedraal voor de Eucharistieviering. Jezus riep in het Evangelie van deze dag op om onze vijanden te beminnen. Maar is er nu echt niet één vijand die je mag haten? Volgende week is de TV Mis vanuit de kathedraal.
"Bemint uw vijanden"
Wie is het?
“Bemint uw vijanden”
We weten natuurlijk allemaal wel
dat Jezus dat heeft gezegd
en als we die woorden even voorbij horen komen
bij de voorlezing van het evangelie,
gaat het misschien ook nog wel.
Maar het wordt compleet anders
als we ons te binnen brengen
wie die vijand in ons eigen leven eigenlijk is.
De vijand die je moet haten
Zeker, er is maar één vijand,
die werkelijk onze vijand is
en die mogen we wél haten:
die vijand is het kwaad.
Iedereen die hier aanwezig is,
krijgt van mij een groot compliment
als het kwaad zijn of haar grootste vijand is
en u die vijand haat en afwijst!
Dat haten van het kwaad
wil in feite gewoon zeggen
dat we vast besloten zijn
om het goede te doen
en verkeerde zaken af te wijzen,
keuzes te maken.
Verleidelijk
Helaas is het niet altijd zo gemakkelijk
om die vijand te haten
en we hebben die maar al te vaak
te zeer lief.
Als iemand in de gelegenheid is bijvoorbeeld
om ongezien geld mee te pakken
dat voor het oprapen ligt
of zich iets anders toe te eigenen,
zullen heel veel mensen bezwijken;
of als iemand een collega pootje kan lichten
om zelf vooruit te komen in zijn carrière,
of als iemand bij het verdelen van een erfenis
door niet helemaal eerlijk te zijn,
iets binnen kan slepen
of als iemand een ander voordeeltje kan behalen voor zichzelf
door een ander te benadelen, of noem maar op...,
dan zetten vele mensen
hun geweten toch even in de pauzestand.
Dat is natuurlijk niet goed;
hier gaat het om een vijand
die we moeten haten en afwijzen
en die vijand is de hebzucht en de eerzucht, het egoïsme.
Onze gevoelens
Maar omgekeerd:
als wijzelf het slachtoffer zijn
van een lelijke poets die ons gebakken wordt,
als wij benadeeld worden,
is het misschien wel heel begrijpelijk
dat onze gevoelens tegenover die persoon
die dat heeft gedaan,
niet al te hartelijk zijn!
Bedenk maar even wie degene is
of wie degenen zijn
die U in de loop van uw leven
groot kwaad hebben aangedaan,
echt benadeeld hebben.
Hebt u die persoon of personen voor ogen?
Dan klinken daarvoor dus die woorden van Jezus:
Bemint uw vijanden!
Alles over je kant laten gaan?
Moet je dan alles maar over je kant laten gaan?
Nee, de eerste lezing zei het gelukkig al:
“Wijs elkaar terecht”.
We mogen er dus best iets van zeggen
als iemand ons kwaad heeft gedaan,
de eerste lezing formuleerde dat zelfs als een plicht!
Zo kan die ander begrijpen en in zien
wat verkeerd is gegaan.
Dat is juist iets wat heel vaak niet gebeurt
omdat de meeste mensen het maar lastig vinden
iemand met iets vervelends te confronteren
en iets te zeggen
wat als een aanmerking kan worden verstaan.
Zeg het!
Toch staat er in die eerste lezing: zeg het!
Probeer het goed te zeggen,
probeer het goede in de ander te zien
en in je woorden te laten merken
dat je dat goede ziet en herkent,
maar zeg het,
als het even kan: zwijg niet!
Natuurlijk kan het zijn
dat onze emotie nog zo sterk is
dat we niet in staat zijn
om over het gebeurde
rustig en goed te spreken,
dan kan het beter zijn om te wachten.
Beter te spreken dan te zwijgen
Maar in de vrijheid van de kinderen Gods
is het beter erover te spreken dan erover te zwijgen.
Het is zelfs zo
- ook al heeft dat wel even overweging en tijd gekost,
al ging dat niet gemakkelijk -
dat als we in staat zijn
om erover te spreken,
dan zijn we in feite al bezig
om die vijand niet langer te haten.
Zo’n met een zekere innerlijke vrijheid
en een zeker begrip
uitgesproken terechtwijzing of reactie
op wat ons is aangedaan,
is in feite al een verwerkelijking
van die opdracht van Jezus:
Bemint uw vijanden.
Onbeantwoord?
Moeilijker wordt het als deze liefdevolle terechtwijzing,
die in feite een uitgestoken hand is,
niet wordt aanvaard
en wordt beantwoord met woorden
die de situatie alleen maar erger maken.
Dat gebeurt vaak.
Misschien hadden wij onze opmerking
nog liefdevoller meten formuleren,
misschien is die ander er niet aan toe
om toe te geven
en bezit die nog niet de grootheid
om de minste te kunnen zijn.
Misschien komt die er later nog op terug,
misschien ook niet,
het beste dat we dan nog kunnen doen is ervoor bidden,
niet gaan haten.
Vermijd scherpe woorden.
De liefde als leidraad
Haat in ons hart is verwoestend,
die zaait in deze wereld
alleen maar méér kwaad;
laat de liefde ons leiden,
zelfs voor degene die zich als onze vijand opstelt.
Dit is cruciaal;
we maken ons leven en onze wereld
er mooier door.
Als we het goede, het mooie en ware
blijven zoeken
kunnen we niet berusten bij haat in ons hart;
dus: bemint uw vijanden.
Het begint met een hand die we
denkbeeldig, in ons hart
naar anderen uitsteken,
daarna kunnen we dat ook
in de werkelijkheid doen.
Laat in uw hart Gods liefde regeren.