Waren we niet allemaal blind?
Coronavirus: Niemand zag het aankomen....
Zondag 22 maart hebben mgr. Punt en ik met de plebaan de Eucharistie gevierd in de kathedraal. De Mis werd uitgezonden door RTV Noord-Holland, die dat volgende week ook zal doen. Ook is de live-stream van ons bisdom actief. De geestelijke Stille Omgang op zaterdagavond was de eerste uitzending. Deze zondag was het evangelie dat van de blindgeborene. Maar waren we niet allemaal blind voor wat ons kon overkomen? Zondag 22 maart kunt U via de website van KRO-NCRV de actie "Bidden verbonden" volgen, waarin vanuit ieder bisdom een bisschop een overweging houdt.
De actie ‘biddend verbonden’ kunt U volgen op:
De TV Mis met geloofsgesprek met kard. Eijk en een afsluitende vespers (17.00 uur) met mgr. De Korte worden op TV uitgezonden.
De uitzendingen vanuit de kathedraal kunnen worden terug gekeken op:
Tijdens de Eucharistieviering in de kathedraal stonden we stil bij de situatie van de Corona-epidemie, hieronder vindt U de homilie die ik daar heb gehouden.
Waren we niet allemaal blind?
Homilie
Niet voorzien...
Heel veel dingen zien wij niet.
Hoe zouden we ooit hebben kunnen voorzien
dat deze crisis over ons zou komen?
Het zal de meesten van ons
wel zo gegaan zijn
dat we ons leven hebben geleefd
en dat we dachten dat dit
in grote lijnen zo zou blijven.
Dan draait de wereld door...
Natuurlijk, heel velen van ons
hebben ook weleens iets meegemaakt
waardoor je wereld overhoop wordt gehaald:
een plotseling overlijden van een dierbaar iemand,
een ziekte die bij ons wordt ontdekt,
ontslagen worden,
maar als ons dat gebeurt
dan zien we om ons heen
dat de wereld gewoon verder draait,
dat alles doorgaat
alsof er niets was gebeurd.
We worden allemaal geraakt...
Maar nu staat alles stil
en het leven van iedereen
is op z’n kop gezet.
Helemaal als het gaat om mensen
die ziek geworden zijn,
die vrezen voor hun baan of bedrijf,
of die iemand hebben verloren.
En voor mensen die ouder zijn,
alleen of zwak van gezondheid
grijpt het ook nog dieper in,
maar deze crisis raakt ons allemaal,
zelfs als je jong bent
en wat minder gevaar loopt:
dit is iets wat we niet hadden voorzien
en waar we geen rekening mee hadden gehouden,
een crisis die ons ineens
een volkomen andere levenservaring geeft,
die van de precariteit.
Precariteit
Precariteit wil zeggen
dat de omstandigheden van ons leven
eigenlijk tamelijk onzeker zijn,
bestaansonzekerheid,
dat je geen controle hebt.
Als we daarover zouden nadenken
in goede en prettige omstandigheden,
weten we dat natuurlijk ergens wel:
er kan mij iets overkomen,
mijn leven is eindig,
veel dingen lopen uiteindelijk anders
dan ik had kunnen voorzien,
maar het is dan vaak niet zo’n thema,
niet als het goed gaat,
als het leven wel loopt.
Blind geboren...
In die zin zouden we kunnen zeggen:
wij zijn blind geboren.
We hebben niet in de gaten,
althans we realiseren ons niet echt
hoe afhankelijk en klein
wij mensen zijn,
hoe weinig wij alles in de hand hebben,
hoe uiteindelijk alle mooie dingen in het leven
gewoon maar gave zijn,
geen prestaties,
ze zijn ons geschonken,
zonder verdienste, zonder recht erop,
zonder zekerheid dat dit zo door zal gaan.
Een piepklein virusje...
Dat is nu anders geworden,
helemaal anders.
Iedereen voelt nu die onzekerheid wel
en dat allemaal door een heel klein,
piepklein virus-je,
onzichtbaar voor onze ogen.
Het zou makkelijk zijn als we het konden zien,
dan konden we het uit de weg gaan,
dat virus...,
We zouden erop kunnen trappen,
het onschadelijk kunnen maken.
Maar zo is het niet.
We zien het niet
en toch is het er... overal.
Het gaat om onze blindheid
Jezus geneest in het evangelie
een blindgeboren man,
maar zoals uit de tekst van het verhaal al blijkt
gaat het eigenlijk niet
om de fysieke genezing
van zomaar een man.
Het gaat om de blindheid van ons allemaal.
Want het resultaat van de genezing
van die blindgeboren man
is niet zozeer dat hij de mensen en de natuur
om hem heen kan zien,
maar dat hij is gaan geloven:
“Ik geloof, Heer”.
En dat de niet-zienden zien
en de zienden blind worden
gaat niet over dat je fysiek blind bent
en niet kunt kijken;
dat gaat erover
dat wij allemaal
zo weinig oog hebben
voor wat het leven werkelijk is
- hoe onbestendig, hoe kort, hoe onzeker -
en voor wie God dan is...
Een fundament...
Het geloof in God brengt mensen
tot een innerlijke zekerheid,
tot een vertrouwen:
bij al die onzekerheid, die precariteit,
is er Iemand
die mij een vaste bodem geeft
om op te staan,
een fundament
waar ik op kan bouwen,
een zekerheid die blijft
bij alle onzekerheid van het bestaan.
God bewijzen?
Natuurlijk is dat iets
wat je moet gaan ervaren
en waar je dus voor open moet staan
om het te kunnen ervaren.
Wie zoekt, vindt!
De meest spitsvondige redeneringen
zullen niet kunnen overtuigen,
we kunnen God bewijzen
tot we een ons wegen,
maar daar gaat iemand niet van geloven.
Want geloven is een ontmoeting,
een ervaring
een innerlijke ontmoeting
en daar moet je
dus ook een beetje klaar voor zijn,
zoals die blindgeboren man
die op een gegeven moment zover is
dat hij zegt op de vraag of hij gelooft in de Mensenzoon:
“Wie is dat, Heer?
Dan zal ik in U geloven”.
Bent U er?
Wie bent U, Heer?
Dan zal ik in U geloven!
Sterkte, Gods zegen!
Van harte wens ik U allen
- met innerlijke vrede en vertrouwen -
die ontmoeting, dat contact toe
in deze Corona-crisis-tijd!