Hoe meer je geeft...
Als over het priesterschap gesproken wordt,
gaat het al gauw
over wat een priester moet of niet mag:
hij mag niet trouwen,
hij mag geen relatie aangaan
hij moet langer doorwerken,
hij moet zijn brevier bidden,
enzovoorts.
En het is waar:
een priester geeft zijn hele leven
om een geestelijk vader te zijn,
hij is priester
en dat is geen baan van negen tot vijf.
Maar is dat eigenlijk niet zo
met alles in het leven dat met liefde te maken heeft?
Vader of moeder of echtgeno(o)t(e)e ben je continu
en voor je hele leven.
Soms zou je meer tijd voor jezelf willen hebben
en moet je toch jezelf geven
om de naastenliefde niet tekort te doen.
Het is heel vaak zo in het leven:
hoe meer je geeft,
hoe meer je ontvangt.
Inderdaad ontvangt een priester heel veel:
grote en bijzondere genaden van God
en hij krijgt ook heel veel terug van de mensen
voor wie hij is aangesteld.
Je mag als priester veel voor mensen betekenen
en bij hen zijn op de diepste en mooiste en moeilijkste
momenten van hun bestaan.
Biecht horen en de Eucharistie
zijn mooie en sterke momenten.
Een oprechte, echte biecht bijvoorbeeld
van iemand die een nieuw begin wil maken
is voor een priester een heel mooie en diepe ervaring.
En verder is het eerste wat in mijn hoofd opkomt
als ik denk aan de momenten uit mijn eigen priesterleven
waar ik dankbaar voor ben,
een tragisch overlijden van een jong iemand,
waarin ik als priester iets mocht betekenen,
of die keer dat ik iemand mocht helpen
zijn levensweg, zijn roeping te vinden.
Dan ben ik dankbaar
dat ik daarbij mocht zijn.
Alleen als een priester gaat denken
dat het gras ergens anders groener is,
dat hij het toch maar slecht getroffen heeft,
als hij gaat letten op wat hij niet heeft,
gaat het niet goed.
Daarom is voor een priester
en eigenlijk voor ieder die een roeping beantwoordt,
punt nummer één:
de relatie met de Heer.
Zo is het ook waar de liefde onder mensen in het spel is:
wie bijvoorbeeld merkt dat hij zelf of zijn partner
meer eigen wegen gaat,
niet meer zo op de ander betrokken is,
dan hoeft er nog niet zoveel aan de hand te zijn,
maar het wordt toch tijd de vraag te stellen:
Hoe krijgt onze liefde
een nieuwe impuls?
Precies diezelfde vraag
stelt een priester
- en niet alleen een priester -
over zijn relatie met de Heer.
Als zijn priesterschap op de klippen loopt,
is het eerst dáár mis gegaan:
die relatie was bekoeld.
Het is door zijn relatie met de Heer
dat een priester er vreugde in vindt
zijn leven te geven
voor Christus en de Kerk.
+ Jan Hendriks
Als over het priesterschap gesproken wordt,
gaat het al gauw
over wat een priester moet of niet mag:
hij mag niet trouwen,
hij mag geen relatie aangaan
hij moet langer doorwerken,
hij moet zijn brevier bidden,
enzovoorts.
En het is waar:
een priester geeft zijn hele leven
om een geestelijk vader te zijn,
hij is priester
en dat is geen baan van negen tot vijf.
Maar is dat eigenlijk niet zo
met alles in het leven dat met liefde te maken heeft?
Vader of moeder of echtgeno(o)t(e)e ben je continu
en voor je hele leven.
Soms zou je meer tijd voor jezelf willen hebben
en moet je toch jezelf geven
om de naastenliefde niet tekort te doen.
Het is heel vaak zo in het leven:
hoe meer je geeft,
hoe meer je ontvangt.
Inderdaad ontvangt een priester heel veel:
grote en bijzondere genaden van God
en hij krijgt ook heel veel terug van de mensen
voor wie hij is aangesteld.
Je mag als priester veel voor mensen betekenen
en bij hen zijn op de diepste en mooiste en moeilijkste
momenten van hun bestaan.
Biecht horen en de Eucharistie
zijn mooie en sterke momenten.
Een oprechte, echte biecht bijvoorbeeld
van iemand die een nieuw begin wil maken
is voor een priester een heel mooie en diepe ervaring.
En verder is het eerste wat in mijn hoofd opkomt
als ik denk aan de momenten uit mijn eigen priesterleven
waar ik dankbaar voor ben,
een tragisch overlijden van een jong iemand,
waarin ik als priester iets mocht betekenen,
of die keer dat ik iemand mocht helpen
zijn levensweg, zijn roeping te vinden.
Dan ben ik dankbaar
dat ik daarbij mocht zijn.
Alleen als een priester gaat denken
dat het gras ergens anders groener is,
dat hij het toch maar slecht getroffen heeft,
als hij gaat letten op wat hij niet heeft,
gaat het niet goed.
Daarom is voor een priester
en eigenlijk voor ieder die een roeping beantwoordt,
punt nummer één:
de relatie met de Heer.
Zo is het ook waar de liefde onder mensen in het spel is:
wie bijvoorbeeld merkt dat hij zelf of zijn partner
meer eigen wegen gaat,
niet meer zo op de ander betrokken is,
dan hoeft er nog niet zoveel aan de hand te zijn,
maar het wordt toch tijd de vraag te stellen:
Hoe krijgt onze liefde
een nieuwe impuls?
Precies diezelfde vraag
stelt een priester
- en niet alleen een priester -
over zijn relatie met de Heer.
Als zijn priesterschap op de klippen loopt,
is het eerst dáár mis gegaan:
die relatie was bekoeld.
Het is door zijn relatie met de Heer
dat een priester er vreugde in vindt
zijn leven te geven
voor Christus en de Kerk.
+ Jan Hendriks