Het Sint Bonifatiusinstituut komt weer bijeen, op gepaste afstand
Open zijn om de wil van God te doen
Zaterdag 5 september werd het nieuwe studiejaar van het Sint Bonifatiusinstituut geopend met de Eucharistieviering in de kapel van de Tiltenberg, door de helft van de studenten gevolgd in de aula. Want de studenten komen wel weer fysiek bij elkaar maar met toepassing van alle Corona-maatregelen.En er is een nieuwe spirituaal begonnen.
Nieuwe spirituaal
Pater Jan Stuyt s.J. is de nieuwe spirituaal die br. Bernard Zweers opvolgt, die zich meer zal richten op het initiatief dat hij in Haarlemmerliede is begonnen: ‘de broeders van het stille leven’. Pater Jan Stuyt heeft eerder gewerkt in Wijk aan Zee en de Krijtberg en buiten ons bisdom als pastoor-deken van Nijmegen en voor de Jesuit Refugee Service, een dienst aan de vluchtelingen. Ik heb hem in mijn studietijd in Rome al leren kennen en zijn familie heeft historische banden met het bisdom Haarlem: de grootvader van pater Stuyt heeft als architect De Tiltenberg gebouwd en vele andere kerken (waaronder de kerk van de H. Familie in Den Haag waar ik na mijn priesterwijding kapelaan was) en werkte met architect Jos Cuijpers aan de kathedraal (zie foto). Als U een zwart-wit patroon ziet op de voorgevel van een kerk of gebouw, bijvoorbeeld als een soort dam-bord, is het vast en zeker een kerk van Stuyt.
Corona-maatregelen en aanmeldingen
Het aantal nieuwe studenten (negen) is tot nu toe achter gebleven bij andere jaren: hier zien we duidelijk de invloed van de vrees voor Corona. Maar wellicht dat er toch nog studenten bij komen omdat het een mooie opleiding is die je in deeltijd kunt doen en behalve de studie ook een geestelijke weg biedt, waardoor je geholpen wordt te groeien in het geloof, met een aanbod van stille dagen, eucharistie, getijdengebed en geestelijke begeleiding. De opleiding doet in ieder geval zijn best om in verband met de pandemie de ‘verkeersstromen’, de afstanden, desinfectie-middelen enzovoorts goed geregeld te hebben.
De studie
Het instituut biedt een studie aan verbonden met de Pauselijke Lateraanse Universiteit die leidt tot baccalaureaat en licentiaat in de godsdienstwetenschappen en eigen certificaten voor de basiscursus (twee jaar) en een minorvariant.
Aanmelding kan via de studieprefect drs. J.D.J.T. (Diederik) Wienen, email: dwienen@tiltenberg.org
Hieronder de homilie die ik bij de opening van het studiejaar heb gehouden, aansluitend bij het evangelie van de dag (Lc. 6, 1-5).
homilie
Stel jouw visie niet te absoluut
Arrogantie
Arrogantie is een nare trek,
die we vaak tegen komen,
met name wanneer mensen
er vanuit gaan
dat zij zelf alles het beste zien
en het zelf wel weten.
En soms maak je mee
dat mensen vinden
dat je een zoekende mens moet zijn
en het niet allemaal zo precies moet weten,
eigenlijk vooral omdat ze vinden
dat jij niet aan jouw opvattingen mag vasthouden,
maar meer moet doen wat zij vinden.
Ook dat is eigenlijk een vorm van arrogantie.
Niet de minste
Die arrogantie is een gevolg van de hoogmoed,
die in ons mensen aanwezig is
als gevolg van de zondeval:
de mens streeft ernaar
de grootste, de hoogste, de eerste te zijn
en anderen moeten voor hem buigen,
hem de eer bewijzen.
Dat is de mens die niet de minste wil zijn.
Tegenover die mens
staat de Mensenzoon
die de minste werd
om allen te dienen.
Zij wisten het
Ook Jezus kwam met die arrogante houding
herhaaldelijk in aanraking.
De Farizeeën en Schriftgeleerden
stellen zich zo tegenover Hem op:
zíj weten alles en beoordelen iedereen;
zíj zullen wel duidelijk maken
waar Jezus het wel of niet goed doet.
Uitwrijven
In het korte evangelie
dat we vandaag hebben gehoord,
geeft Jezus twee antwoorden
op de vermaning van de Farizeeën
die kritiek hebben op Jezus’ leerlingen
omdat die op de sabbat aren plukten.
Het punt van de kritiek
van deze Farizeeën
heeft eigenlijk niet direct betrekking
op het plukken,
maar op het uitwrijven van deze aren,
omdat dit door de Farizeeën
als werk, als arbeid werd beschouwd,
die op de sabbatdag verboden was.
Absoluut
Wat daarbij opvalt is
hoe absoluut die Farizeeën hun interpretatie stellen,
hoewel die als zodanig
niet voorkwam in de Tora, de Wet van Mozes,
maar een Rabbijnse uitleg was
van wat als oogsten moest worden gezien.
Deze uitleg, hun visie, dat je die handeling
van het uitwrijven van aren
als oogstarbeid moet beschouwen,
ook al zijn het er maar een paar,
wordt absoluut gesteld:
“Waarom doet ge iets
dat op sabbat niet mag?”.
Afweging van waarden
Jezus geeft een tweevoudig antwoord:
Hij verwijst naar een geschiedenis van koning David,
die at van de toonbroden
die voor de priesters zijn bestemd,
omdat zij honger hadden
en er niets anders te eten was.
In bepaalde omstandigheden
zijn er hogere waarden
dan een bepaalde interpretatie van een sabbatswet,
die voorrang mogen krijgen.
Uit de heilige Schrift zelf
is duidelijk
dat er ruimte is voor een bepaalde afweging
van waarden
en de mens gaat boven de sabbat.
Het gezag van de Mensenzoon
De tweede opmerking
die Jezus hierover maakt
verwijst naar Zijn eigen gezag:
“De Mensenzoon is Heer van de sabbat”.
De Joden kenden de Mensenzoon
uit de profetieën van het boek Daniël
uit het Oude Testament,
een hemels wezen en mens tegelijk
die met macht en heerlijkheid verschijnt,
zo werd die mensenzoon daar geschetst.
Het woord tekent dus hier de grootheid
en goddelijke afkomst van Jezus
als Heer van de sabbat:
Hij heeft het goddelijk gezag
om over de sabbatswetten te mogen beschikken.
Bewaar de eenvoud
De kritiek aan de Farizeeën
is tegelijk een woord aan ons,
aan mensen van alle tijden:
bewaar de eenvoud en de openheid,
de nederigheid om je eigen visie,
je eigen gedachten en meningen
steeds ondergeschikt te kunnen maken
aan het woord en de wil van God.
Bewaar de eenvoud om te kunnen buigen.
Het grote geheel
Zonder concreet naar iemand te willen verwijzen,
heb je binnen de Kerk soms mensen, vaak grote mensen,
die moesten verwerken
dat de Kerk niet de weg ging
die zij zich als ideaal hadden voorgesteld
en die dat in feite niet konden verdragen.
Zij raakten verzuurd en verbitterd,
omdat hun opvattingen, hun gedachten
niet verwerkelijkt werden.
Maar je leven is een dienst
aan het grote geheel,
aan Christus en Zijn Kerk.
Het is niet jouw Kerk,
het is niet jouw interpretatie,
de Kerk is van de Heer,
van die Mensenzoon die Heer is.
Vrijheid
Leef zo dat je de vrijheid behoudt
om steeds Gods wil te doen,
leef zo dat je lijkt op Christus,
de Mensenzoon die veel moest lijden
omdat Hij voor ons
de minste wilde zijn.