Hoe weet je of je roeping hebt?
Stappen op de weg van een (priester)roeping
Dit weekend worden door het sint Willibrordseminarie oriëntatiedagen gehouden. Zes deelnemers verdiepen zich in wat roeping is, hoe je die onderscheidt, wat een priesteropleiding inhoudt en hoe de geestelijke, menselijke, pastorale, filosofische en theologische vorming verloopt. Over roeping heb ik op vrijdagavond 5 maart een inleiding gegeven.
Eerst heb ik verteld over mijn eigen roeping en hoe ik duidelijkheid kreeg dat het priesterschap mijn weg was. Na de inleiding zijn we nog wat in gesprek gegaan.
Vanwege de corona-situatie wordt het weekend digitaal gehouden zonder fysieke bijeenkomsten, maar wel dus met een programma waarbij alle facetten aan bod komen.
Over roeping
Een licht uit de hemel?
Wat is roeping? Als het gaat over een Goddelijke roeping hoef je zeker niet te denken aan een bijzonder teken van God, een speciale gebeurtenis, een wonder, niet met woorden te vatten ervaring of een stem uit de hemel, zoals bij de jonge Samuël. Natuurlijk kan een wonderbaarlijk teken je gegeven worden, maar meestal roept God op een andere wijze. Hij legt iets in je hart: een gedachte, een verlangen, de schoonheid en aantrekkelijkheid van een roeping, een richting voor je leven. Kortom, roeping houdt in dat je je innerlijk tot iets, bijvoorbeeld tot een bepaalde levensweg, getrokken voelt.
Onderscheiden...
Dat betekent niet het gaat om een weg die je heel erg aantrekkelijk lijkt of die je leuk vindt. Eerlijk gezegd heeft het feit dat je iets misschien heel graag wilt, nog niet zoveel over roeping te zeggen. Stel je bijvoorbeeld voor dat iemand voor het priesterschap kiest omdat hij vindt dat je dan indruk kunt maken of heilig overkomt of omdat hij het mooi vindt om chique kazuifels te dragen of een bepaalde positie wil bereiken. Die persoon heeft vast niet die roeping of als hij al een roeping tot het priesterschap heeft, moet die heel erg uitgezuiverd worden, want het gaat bij roeping erom jezelf te geven.
Vrije wil
Want roeping begint voor wat je eigen aandeel betreft bij de bereidheid om offers te brengen. God roept je nooit buiten je om. Hij heeft je een vrije wil gegeven en met die vrije wil zeg je ja op iets dat je wordt gevraagd, want roeping is een uitnodiging, een vraag om iets met je leven te gaan doen. Vanuit die vrije wil ga je doen wat je gevraagd wordt.
Wanneer is je wil vrij?
Maar wanneer is je wil vrij? Eerlijk gezegd gaat dat niet vanzelf. Dat je iets heel graag wil, betekent bijvoorbeeld niet dat je iets met vrije wil kiest. Je wil is echt vrij als je zowel het één wilt doen als het andere, maar je de wil van God wilt volbrengen. Dat betekent dat je eerste inzet om een roeping te onderscheiden en te beantwoorden erin bestaat dat je je innerlijk vrij maakt. Het is dus heel belangrijk om erop te letten waar je meer getrokken wordt door God en waar je meer getrokken wordt door je eigen verlangens.
Offers brengen
Om vrij te kunnen zijn om voor je ware roeping te kiezen, is het heel belangrijk offers te kunnen brengen. Leg je er op toe om minder te leven op de golven van wat je leuk vindt, aantrekkelijk, wat je fijn vindt en plezierig. Niet dat je altijd moet doen wat niet leuk is of zo, maar het is belangrijk afstand te nemen van je verlangens. Het is goed om offers te brengen, dat wil zeggen dingen te doen en te kiezen die je misschien niet zo leuk of prettig vindt, maar die je doet omdat ze goed zijn en waardevol. Het is dus bijvoorbeeld zeer goed om iets te doen voor mensen die lijden of arm zijn, zonder materiële vergoeding. Misschien zou je eigenlijk eerder op moeten staan, kritiek beter moeten verdragen, minder moeten eten of drinken, seksuele bekoringen vermijden, vaker biechten, bidden of naar de Mis gaan of meer aandacht moeten geven aan die of die persoon. Zo zijn er vele voorbeelden te noemen.
Veranderen
Als er iets is waarvan je denkt: dat zou ik eigenlijk anders moeten doen, is het zeer goed voor de vorming van jezelf als mens en christen om met een concreet punt te beginnen dat je wilt veranderen en te bedenken hoe je valkuilen zult kunnen vermijden. Niet alles tegelijk, dan wordt het niks. Ieder offer dat je brengt - waardoor je dus tegen de stroom van wat je wilt en altijd maar doet ingaat - maakt je persoon sterker en helpt je om de wil van God te kunnen doen en een roeping te kunnen herkennen en volgen.
"Dat lukt me niet..."
Het kan dus zijn dat je roeping verschijnt als een prachtig vergezicht. Je ziet dat die de goede weg wijst, maar het lukt je niet om die weg daadwerkelijk te gaan met de offers die daarbij komen kijken. Het is te moeilijk. Dat betekent niet perse dat die weg niets voor je is en dat God je dus niet roept, het kan eenvoudig betekenen dat je jezelf nog moet oefenen in het brengen van offers om een vrij mens te kunnen zijn. Het is een grote oefening om van je ik-gerichtheid los te komen. Begin met iets eenvoudigs en bouw het op.
Geestelijke leiding
Als je die gelegenheid hebt is het heel goed om met een geestelijk begeleider en/of biechtvader hierover heel open te praten, nadat je eerst vertrouwen in die persoon hebt gekregen. Vertel bijvoorbeeld wat je moeilijk vindt, breng je dromen en vergezichten onder woorden en stel deze begeleider de vraag die je eigenlijk aan God zelf wilt stellen: Heer, wat moet ik doen? Hoe kan ik de wil van God onderscheiden...
Nadere invulling van de roeping
Natuurlijk zijn er ook vragen over hoe je de roeping precies zou moeten invullen. Bijvoorbeeld als het gaat om een geestelijke roeping als priester, kan het zijn dat niet meteen duidelijk is op wat voor wijze je priester zou moeten worden: misschien in een orde, of in een bisdom, in een missieland of ...
Natuurlijk gaat het er dan altijd om dat je je beschikbaar wilt stellen en het is goed je te oriënteren, maar als je innerlijk (nog) geen zekerheid hebt is het beter alleen de stappen te zetten waarover je innerlijk duidelijkheid hebt.
Een wijze van leven
Priesterschap is een dienst waarbij je jezelf en je eigen plannen los moet laten, naar het voorbeeld van Jezus Christus die bad: “Niet mijn wil Vader, maar Uw wil geschiede”. Dat komt heel bijzonder tot uiting in de belofte van gehoorzaamheid die een priester bij zijn wijding aflegt, maar ook bijvoorbeeld in het celibaat. Dat maakt duidelijk dat het priesterschap niet een baan of functie is, maar een wijze van leven. Verder kan ik er dit over zeggen: ga bij het gaan van de weg van je roeping uit van wat duidelijk voor je is.
Als je weet dat je priester moet worden, maar niet of je bij een orde moet gaan (en zo ja: welke), dan kun je wel een priesteropleiding volgen, maar niet bij een orde gaan totdat duidelijk voor je wordt welke richting de Heer je wijst.
Menselijke overwegingen
Ook hierbij geldt weer dat niet je eigen wil en verlangen de doorslag kan geven: ‘Ik moet wel alleen kunnen wonen’ of juist: ‘Ik wil niet alleen wonen’ zijn overwegingen die hun doel missen. ‘Met mensen omgaan en al die vrijwilligers die zeuren, is niets voor mij’, ‘Ik moet wel een behoorlijk huis hebben en in de stad wonen’, ‘Ik ben zo gehecht aan... (vul maar in), dus dat moet ik wel hebben’, dat zijn allemaal overwegingen die je een teken geven dat je nog niet goed in staat bent om een roeping van God te volgen.
Kleine stapjes...
Misschien bedoel je: ik kan niet zonder, ik kan het echt niet. Dan is het belangrijk om met kleine stapjes te leren om dingen los te laten. Wie God wil dienen, wie Jezus wil volgen kan niet anders dan loslaten, telkens weer de focus verleggen, weg van jezelf, naar het geven, naar het dienen, naar God en de naaste. En Jezus heeft het al gezegd: wie alles prijsgeeft om Mij te volgen, zal het honderdvoudig terug krijgen.
Je geluk bestaat trouwens niet in wat je hebt, maar in wat je kunt missen.