Ontdopen? Niet doen! (2)
Natuurlijk kun je je niet echt (laten) "ontdopen", je kunt de film van je leven nu eenmaal niet terugdraaien, al zou je dat soms weleens willen. Toch is er misschien één van wie je kunt zeggen dat hij zich echt heeft laten ontdopen. Maar helaas, helaas, het liep niet goed met hem af...
Ik verklap nog niets, maar over hem gaat de preek hieronder, gehouden bij de presentatieviering van alle vormelingen van Volendam: zo'n 250 jongens en meisjes die in de komende weken het heilig vormsel zullen ontvangen kwamen met ouders en familie samen op het feest van de Doop van de Heer in de Mariakerk van Volendam.
Homilie
Beste Jongens en meisjes die binnenkort gevormd worden, Alles is begonnen bij je doopsel. Je was toen waarschijnlijk nog piepklein en je werd door je ouders naar de kerk gedragen.
Misschien dat een of ander van jullie later gedoopt is, maar voor de meesten zal het zo wel zijn gegaan.
Je ouders hebben je laten dopen omdat ze je alle goeds toewensen, ze willen dat je gelukkig wordt en onder de zegen van God mag opgroeien en dat je beschermd mag blijven tegen het kwaad en de listen van de duivel.
Dertienhonderd jaar geleden leefde in deze streken koning Radboud. Hij was koning van heel Noord-Holland en Friesland, dus ook van deze plaats. Bijna iedereen was al gedoopt en katholiek, maar de trotse Radboud nog niet.
Nu was Radboud ook niet zo’n lieverdje: hij was een flinke vechtersbaas en tamelijk hebberig: als hij een mooie boerderij of een goed stuk land zag, beschuldigde hij rustig de eigenaar van landverraad, liet die man gevangen zetten en pikte zelf zijn eigendommen in.
Maar na vele, vele jaren wilde hij zich toch weleens bekeren en een nieuw leven beginnen en hij wilde zich laten dopen.
De priester Wulfram had het hem uitgelegd: “Het doopsel is de mooiste zegen die je van God kunt ontvangen.
God zal voor je zorgen als Zijn kind, Hij zal je beschermen en bewaren en - als je een beetje meewerkt - zal God je na dit leven op aarde, voor altijd gelukkig maken in de hemel”.
Dat wilde koning Radboud natuurlijk wel, maar tijdens het doopsel, vlak voordat het dan eigenlijk ging gebeuren en het water over zijn hoofd zou vloeien, had hij toch nog effe één vraag: “Hoe is het dan eigenlijk met mijn voorvaderen, mijn familie en met de ridders van mijn land: zijn zij wel in de hemel?” Toen antwoordde de priester - misschien niet zo erg voorzichtig -: “Die waren natuurlijk niet gedoopt, misschien zijn zij wel in de hel”.
En die trotse koning weigerde zich toen te laten dopen, met de woorden: “Dan ga ik ook maar naar de hel maar ik blijf bij mijn ridders en familie”.
De doopviering ging dus niet door, maar het verhaal is nog niet afgelopen. Want Radboud wilde toen een grote oorlog tegen de koning van de Franken beginnen, die wél was gedoopt.
Hij bracht een groot leger bij elkaar, met duizenden soldaten, maar net toen hij wilde beginnen dood en verderf te zaaien, werd hij ernstig ziek, hij kwam op bed te liggen en ging achter elkaar dood en die koning van de Franken kon zo zijn land binnentrekken en het veroveren.
Jij bent natuurlijk wél gedoopt, je ouders hebben je al op de weg van God gezet, ze wilden je de bescherming en de zegen van het doopsel meegeven.
Daar ben ik jullie ouders dankbaar voor en ik hoop dat jullie dat later ook zullen doen als je zelf kinderen krijgt.
Maar ook al ben je gedoopt, net als koning Radboud sta je steeds voor keuzes in je leven.
Welke kant ga jij op? Je moet natuurlijk kiezen wat voor school je gaat doen, wat voor beroep je later wilt, welk meisje of jongen jou man of vrouw zal worden en niet te vergeten: je kunt ook priester worden of naar een klooster gaan, ik weet uit eigen ervaring: dat is ook heel erg mooi; en je hebt natuurlijk je eigen dromen over hoe de toekomst er voor je uit zal zien.
Beste jongens en meisjes, kies voor wat bij je doopsel hóórt, kies ervoor om een eerlijk en rechtvaardig mens te zijn, dat je een goed hart mag bewaren, dat je altijd vertrouwen mag houden en dat je leven bezield zal worden door de liefde, de hoop en het geloof! Het is niet zo gemakkelijk.
Soms word je gepest en raak je moedeloos; soms proberen anderen je over te halen om dit of dat eens te proberen, gekke of verkeerde dingen te gaan doen; soms heb je ergens geen zin meer in, terwijl je eigenlijk wel weet dat je het gewoon moet doen.
Je hebt dus kracht nodig, heel veel kracht en verlichting, dat je goed mag kunnen zien wat je moet doen, dat je de moed mag hebben om ervoor te gaan.
Durf gewoon jezelf te zijn, je bent goed zoals je ben; niet alles wat “ze” zeggen is waar; durf ook eens kritisch te zijn en gewoon maar eens “nee” te zeggen als ze je willen overhalen tot iets wat je niet ziet zitten en bewaar je goede hart, bewaar je goede hart! Toen Jezus was gedoopt, ging de hemel open.
De mensen zagen een duif neerdalen, ik denk: een hele mooie witte, het was de heilige Geest. En ze hoorden een stem: Dit is mijn kind, ik heb Hem lief. Dat zijn de woorden die God ook tegen jullie zegt.
Binnenkort gaan jullie de volgende stap zetten: je ontvangt het heilig vormsel, de heilige Geest zal over je komen, je wordt gesterkt met Zijn kracht om dóór te gaan op de weg die bij jouw doopsel is begonnen.
Ik wens jullie allemaal héél veel zegen, Gods beste zegen voor jullie levensweg: Ga met de Geest, ga met God, dan ga je goed!.
Amen.