Seminarist Josue aangesteld tot acoliet
Ontmoeting met de jonge priesters
In Heiloo vond op maandag 3 mei de maandelijkse ontmoeting met de jonge priesters plaats, waarin de ervaringen worden uitgewisseld en besproken. Vanwege de veranderde richtlijnen voor opleidingen, was het voor de eerste keer sinds lange tijd weer een fysieke bijeenkomst. Tijdens de Eucharistieviering in de grote bedevaartkapel werd op dit feest van de apostelen Filippus en Jakobus, seminarist Josue Emmanuel Mejia Sanchez tot acoliet aangesteld.
Het was goed om van de jonge priesters te horen hoe zij het maken in deze voor de parochies moeilijke Corona-tijd. De ervaringen zijn verschillend, niet alleen omdat de ene parochie ‘gemakkelijker’ is dan een andere, maar ook omdat er verschil is in kerkelijk leven dat weer op gang begint te komen. In enkele parochies is men vooral nog erg bevreesd, in andere worden binnen de regels meer activiteiten ondernomen, al zijn die dan (deels) digitaal.
In de Eucharistieviering zongen de cantores een mooi nieuw lied ter ere van Onze Lieve Vrouw ter Nood dat door kapelaan Álvaro Rodriguez Lucque is geschreven en gecomponeerd. Tijdens de Mis vond de aanstelling plaats van Josue van het seminarie Redemptoris Mater (hij was ook 1½ jaar in het seminarie in Heiloo) en in de homilie heb ik - min of meer op de volgende wijze - stil gestaan bij de liturgische dag en de aanstelling.
Acoliet zijn is Christus navolgen
Akoloetein
Beste Josue,
vandaag word je tot acoliet aangesteld.
Daarmee word je meer
met het altaar verbonden.
Je krijgt de taak om aan het altaar
te assisteren,
al zal dat nu vanwege de corona-tijd
niet altijd mogelijk zijn;
de heilige communie uit te reiken
en het heilig sacrament uit te stellen
als er geen priesters en diakens zijn.
Deze aanstelling
die tot 1972 een lagere wijding was,
heeft een heel lange geschiedenis.
In de Traditio Apostolica
uit het begin van de derde eeuw
komt de acoliet niet voor,
maar wel de subdiaken
van wie wordt gezegd dat hij de diaken volgt.
Het Griekse woord
voor ‘volgen’ is “akoloetein”,
waar acoliet van komt;
en zo is de acoliet
dus toch een beetje aanwezig
in die Traditio Apostolica.
Acoliet en subdiaken
Ook de H. Cyrpianus, paus Cornelius,
beiden ook uit de derde eeuw,
kennen de acoliet,
maar nog steeds is de acoliet
met het subdiaconaat verwant
en vervullen de lector en de acoliet
de taken van de subdiaken,
volgens Ministeria Quaedam,
het document van P. Paulus VI
waarmee de aanstellingen zijn geregeld.
Navolging
Akoloutein, dat is je opdracht Josue,
maar daarbij kijk ik toch graag
op de eerste plaats naar het evangelie,
waar dat woord regelmatig voorkomt,
vooral om de navolging van Jezus
aan te duiden.
Dat is ten diepste
de uitnodiging van deze dag:
dat je meer verbonden mag worden
met de viering van de Eucharistie,
van het geheim van Jezus’ paasmysterie,
van onze verlossing;
dat je je nog meer uitgenodigd mag weten
om Jezus na te volgen
en Zijn leerling te zijn.
FILIPPUS EN JAKOBUS
Jakobus
De heilige Jakobus is
Jakobus de mindere.
Hij zou tot de familie van Jezus hebben behoord
- “broeder des Heren”-
en zijn moeder was een van de vrouwen
die naar het graf van Jezus gingen;
in de eerste lezing
werd door Paulus
een verschijning van de verrezen Heer
aan deze Jakobus vermeld.
Jakobus speelde een bijzondere rol
als voornaamste
van de gezagdragers
onder de Hebreeuwse christenen
in Jeruzalem;
als Paulus het evangelie komt voorleggen
wat hij preekt,
is deze Jakobus erbij betrokken.
Jakobus doet op het concilie van Jeruzalem
het voorstel om niet de besnijdenis
van de heidenchristenen te eisen
en niet de onderhouding van de wet van Mozes.
De brief van Jakobus
is volgens een latere traditie
op zijn naam gesteld.
Filippus
Filippus komt uit Betsaïda,
net als Andreas, de broer van Petrus;
Filippus werd door Jezus uitgenodigd
met de eenvoudige woorden: “Volg mij”
en hij heeft Natanaël weer uitgenodigd:
“Kom eens kijken “.
Zo gaat het nog steeds:
het contact van persoon tot persoon,
de persoonlijke uitnodiging
is het meest vruchtbaar.
Het is sterker dan duizend mails of app-jes.
Filippus komt vooral voor
in het evangelie volgens Johannes.
Hij heeft het evangelie gepredikt
in klein-Azië,
niet ver van de streek
waar Johannes zou hebben gewoond
en er zijn aanwijzingen dat hij
met Johannes en Polycarpus in contact stond.
Toon ons de Vader
Aan de heilige apostel Filippus
danken we de vraag
die we vandaag in het evangelie horen:
“Heer, toon ons de Vader”.
Aan hem ook danken we dus in zekere zin
het antwoord dat we van Jezus krijgen.
Dit antwoord van de Heer
is eigenlijk sterk sacramenteel:
“Wie Mij ziet, ziet de Vader”,
Jezus is sacrament
van de Godsontmoeting.
In zekere zin geldt dat ook voor ons
omdat de Geest van God
aan onze harten is meegedeeld
De vraag van Filippus vandaag:
“Heer, toon ons de Vader”,
wordt zo een uitnodiging
om Gods aanwezigheid
ook in onszelf te zien:
Hij is in mij,
Hij woont in Mij,
ik ben een tempel
van de heilige Geest.
Laat mij zo leven!