Wat denkt hij wel, dat hij is...; over roddel en kwaadsprekerij (14e zondag B)
Een woord over de Canadese internaten
Zondag 4 juli was ik voor de Eucharistieviering in de Vredeskerk in Amsterdam, waar ze ook kunnen merken dat het kerkelijk leven weer op gang komt. Natuurlijk hopen we dat het steeds die kant mag opgaan naar meer vrijheid. In het evangelie (Mc. 6, 1-6) hoorden we de mensen van Jezus' vaderstad negatief en lelijk over Hem praten. Roddel en kwaadsprekerij... dat gebeurt nog steeds... En er was een vraag naar die Canadese internaten.
De internaten voor inheemse kinderen
Na afloop van de Mis vroeg één van de kerkgangers me over de internaten voor Canadese inheemse kinderen. Meer dan 150.000 van hen werden in een periode van zo'n 130 jaar (tot 1996) door de Canadese overheid in internaten geplaatst, vele daarvan katholieke instellingen. Sinds 1991 is door betrokken katholieke religieuze instituten en bisdommen afstand genomen van dit systeem. In die internaten heeft psychisch misbruik, geweld en seksueel misbruik plaats gevonden, in zo'n mate dat er sinds 1991 door de betreffende bisdommen en religieuze instellingen verontschuldigingen zijn uitgesproken en processen van genezing en verzoening zijn ingezet. Documenten daarover zijn te lezen op een speciale afdeling voor het thema “indigenous peoples” van de website van de Canadese Bisschoppenconferentie (dat geeft al aan hoe groot deze wond is):
De laatste tijd zijn de begraafplaatsen van deze internaten in het nieuws geweest; het gaat om graven die niet gemarkeerd zijn met een kruis of gedenksteen. Het gaat om kinderen die in de internaten gestorven zijn, velen van hen tijdens griep-epidemieën, door pneumonia of door tuberculosis (900 leerlingen alleen al door deze ziekte). De ‘heropvoeding’ van de kinderen en de armelijke en harde omstandigheden hebbent geen goed gedaan aan het klimaat op de internaten. De medische omstandigheden waren slecht, het pandemische karakter maakte dat veel kinderen tegelijkertijd stierven en de kinderen werden na hun overlijden niet gerepatrieëerd.
Op de website van de Canadese bisschoppen zijn - naast allerlei andere informatie - berichten te zien over ontmoetingen van de laatste pausen met slachtoffers en families. In december zal opnieuw een ontmoeting plaats vinden, met paus Franciscus.
Het spreekt denk ik vanzelf dat ik niet goed op de hoogte ben van deze trieste geschiedenis die weegt op de geschiedenis van Canada en van de katholieke kerk waarvan bisdommen en religieuze instituten bij deze overheidspoolitiek betrokken waren. Betrokken instituten en bisdommen hebben verontschuldigingen aangeboden en gaan de laatste dertig jaar een weg van genezing van deze wonden. Onlangs nog heeft paus Franciscus zijn afschuw uitgesproken naar aanleiding van de nieuwe publiciteit rond deze zaak, bij het Angelus van 6 juni:
“With sorrow I follow the news from Canada about the shocking discovery of the remains of two hundred and fifteen children, pupils at the Kamloops Indian Residential School in the Province of British Columbia. I join the Canadian Bishops and the whole Catholic Church in Canada in expressing my closeness to the Canadian people, who have been traumatized by this shocking news. This sad discovery further heightens awareness of the pain and sufferings of the past. May the political and religious authorities in Canada continue to work together with determination to shed light on this sad event and humbly commit themselves to a path of healing and reconciliation. These difficult times are a strong call for everyone to turn away from the colonial model and also from the ideological colonizations of the present, and walk side by side in dialogue, mutual respect and recognition of the rights and cultural values of all the daughters and sons of Canada. We commend to the Lord the souls of all the children who have died in the Canadian residential schools, and we pray for the grief-stricken indigenous families and communities of Canada.”
Tijdens de Mis in de vredeskerk heb ik de volgende Homilie gehouden.
Wat denkt Hij wel!?
VEERTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR B
De tong
Het gemeenste wapen van de mens
is vaak zijn tong.
het is maar een klein onderdeel van het lichaam,
maar het zit een beetje los,
het komt gemakkelijk in actie.
Als je iemand een klap geeft,
voel je dat misschien vijf minuten
Die klap gaat wel over,
maar wat er achter zat vaak niet.
Meer dan de klap zelf,
voelen we het geestelijk conflict.
En als je over de tong gaat,
als is er geen klap uitgedeeld,
kun je daar een leven lang
toch last van hebben,
het kan je leven zelfs bepalen.
Kinderen die werden gepest
of geen liefdevol thuis hadden,
dragen daar vaak een leven lang
de gevolgen van mee.
En een roddeltje is vlug verteld,
maar we zijn wel
verantwoordelijk voor onze woorden.
Kwaadsprekerij publiek
Roddel of kwaadsprekerij
gebeurt ook in de media
en niet alleen in de roddelbladen.
We herinneren ons misschien nog
de politieman die vele jaren geleden
met een groot arrestatieteam
per helikopter op Schiermonnikoog werd opgepakt
Het hele verhaal over het misdrijf
dat hij had gepleegd,
bleek later verzonnen te zijn,
maar de man was intussen met naam en toenaam
overal bekend.
Beschadigd
Of Lucia de B. of kardinaal Pell,
die waren veroordeeld
en pas uiteindelijk werden vrijgesproken,
“gerechtelijke dwalingen”,
noemt men dat.
Zo worden mensen
door valse beschuldigingen
en lelijke opmerkingen
soms zwaar beschadigd.
Misschien iets minder heftig
maken we het bijna allemaal wel mee:
iemand zegt iets lelijks
om ons gehaat of zwart te maken.
Dat raakt ons.
Ze kennen Hem
Ook Jezus heeft iets dergelijks meegemaakt.
Hij komt in het evangelie van vandaag
in Zijn vaderstad,
Hij is er bekend,
de mensen weten wel wie Hij is.
Het zijn bekenden!
Maar ze moeten het niet
dat Hij zich anders gedraagt
dan de andere dorpelingen,
dat zijn kop boven het maaiveld uitsteekt.
Hij valt op doordat Hij
verbluffend mooi
het woord voert in de synagoge
en omdat ze gehoord hebben
van de wonderen die Hij verricht.
Dan ontstaat er een sfeer van:
"Wat denkt Hij wel wie Hij is?
Hij is een timmerman uit het dorp,
maar Hij doet zich voor als ik-weet-niet-wie;
wat denkt Hij wel
dat Hij als een rabbi - een leraar - rondtrekt,
wonderen doet en preekt?"
Jaloezie zit er achter en afgunst,
ze vinden Hem daar niet sympathiek
en aanvaarden zeker niet
dat Hij door God gezonden is.
Jezus moet niet denken dat Hij méér is.
Stemming maken
Ze maken stemming tegen Hem
en de mensen laten zich door elkaar beïnvloeden;
dat heeft effect op Jezus,
het laat Hem niet onbewogen:
“Hij stond verwonderd over hun ongeloof”,
zegt het evangelie vandaag
en: "Hij kon daar geen enkel wonder doen,
behalve dat Hij een klein aantal zieken genas".
Geen wonder zonder geloof
Jezus kan alleen maar wonderen doen
als we ervoor open staan,
als we iets van Hem verwachten,
als we geloven.
Als je toch niet gelooft,
er toch niet voor open staat,
zul je nooit het wonder zien,
zul je niet de hand van God herkennen.
Dat maken we zelf ook mee:
sommige mensen kunnen we gewoon niet bereiken
al doen we nog zo ons best,
een echt contact komt niet tot stand,
omdat daarvoor de openheid er niet is.
“Een profeet wordt niet geëerd
in zijn eigen kring”
Verbinding maken?
Als we zelf negatief worden bejegend,
we merken dat openheid ontbreekt,
is de verleiding
om zelf iets naars van die ander te zeggen
of er flink tegen in te gaan
om ons gelijk te bewijzen.
We proberen ons groter en sterker te maken
dan die ander.
Toch is dat vaak jammer, hoe begrijpelijk ook.
In feite maken we de kloof daardoor meestal groter.
Alle negatieve verhalen maken stemming,
de positieve insteek gaat verloren.
Maar voor wie weet te wachten en te zwijgen,
kan het moment komen
dat hij/zij verbinding kan maken.
Zo verging het Jezus
Jezus heeft het lot van verwerping en afkeer
zelf gedragen,
Hij heeft geen banvloek afgeroepen
en is naar andere dorpen gegaan.
Hij heeft ervoor gekozen
om de minste te zijn.
Uiteindelijk hebben die negatieve kracht,
die kwaadsprekerij en die roddel
bijgedragen aan de negatieve stemming
die Jezus aan het kruis bracht.
Bijt er eens op!
Dit geeft aan dat we voorzichtig moeten zijn
met onze woorden.
Denk na over wat je zegt,
of het juist is en goed wat we zeggen,
uit liefde tot God en de mensen.
Als die mensen van Jezus’ vaderstad
elkaar niet hadden opgestookt
in hun negatieve gevoelens,
hoe anders zou het dan verlopen zijn...!
Af en toe moeten we maar even
op onze tong bijten...