Hoe kijk je naar het lijden in je leven?
In de Papegaai die nu weer Jozefkerk heet
Op de derde zondag van de veertigdagentijd was ik in de Papegaai, de kerk aan de Kalverstraat in Amsterdam, die een paar maanden geleden haar oude naam heeft terug gekregen: St. Jozefkerk. Daags na het feest van Sint Jozef vierde ik er de Latijns Mis en stonden we stil bij de vraag: Hoe kijk je naar het lijden in je leven?
God kent je lijden
DERDE ZONDAG VAN DE ADVENT C H. Jozefkerk
Een tijd van barmhartigheid
Het leven dat ons is gegeven
moeten we eigenlijk zien
als een tijd van barmhartigheid.
Kijk naar iedere nieuwe dag
als een teken van Gods goedheid,
als een kans om iets te geven
door je lijden, door je gebed,
door je goede daden, je woorden,
door je zijn, je glimlach misschien.
Nog heeft de goede God ons laten leven
om vruchten te kunnen dragen
voor het rijk van God
en om ons tijd te geven
voor bekering en levensvernieuwing.
Dat zegt ons de parabel
van de vijgenboom in het evangelie vandaag.
Hoe kijk je naar je leven? De heidense en de christelijke leefwijze
Kijk alstublieft niet naar je leven
in de zin van: ik heb het verdiend,
kijk niet alsof het een schande zou zijn
als de goede God het toe zou laten
dat jou lijden overkomt.
Wij hebben geen recht op een leven
zonder zorgen en zonder verdriet;
zo denken de heidenen.
Die denken: het moet leuk zijn en prettig
en als het niet meer zo is
dan maakt ik er gauw een eind aan.
Dat is de heidense levenswijze,
die draait rond het “ik” en het individu
en dan telt een zieke of stervende mens
minder mee dan een gezonde en krachtige mens.
Maar voor een christen is het precies andersom.
Een christen is geroepen
om de samenleving gestalte te geven
met verbinding, met structuren van liefde,
van aandacht en zorg voor elkaar,
vooral voor de zwaksten.
Voor een christen krijgt
wat het zwakste is, de hoogste eer;
de arme heeft recht op de ereplaats.
Delen in het lijden
Wij kijken dus ook niet naar het lijden
als een straf van God,
als een kwaad dat ons overvalt,
maar we zien het als een delen
in het lijden van Jezus
die ons door het kruis heeft verlost.
En waarvan moesten we worden verlost?
Inderdaad, van de zonde; en wat was dan die zonde?
Het was de oerzonde, de erfschuld
van de mens die zichzelf in het middelpunt plaatst,
die zich groter dan God waant,
die vindt dat hij/zij zelf alle eer en aandacht verdient.
De vraag naar het ‘Waarom’
Toch is die ‘Waarom’-vraag
van de mens die zich afvraagt
waarom een lijden, een ziekte, verdriet
juist hem of haar moet treffen,
iets van alle tijden.
Die vraag zal vast ook weleens
op onszelf zijn afgekomen,
dat is menselijk;
en we komen die tegen
in het evangelie van deze dag,
waarin Jezus verschillende rampen bespreekt
die recent waren voorgevallen.
Het antwoord dat Jezus erop geeft
is dat we door het lijden dat we zien
ons alleen maar meer uitgenodigd moeten voelen
om goede vruchten te dragen
en dat we door het lijden dat we ondergaan
worden uitgenodigd ons meer
met het lijden van Jezus te verenigen.
Twee manieren om te lijden
Ja, het is waar:
ik heb mensen zien lijden met vrede
en ik heb mensen zien lijden zonder vrede.
Je kunt beter lijden met vrede
en die krijgen we door overgave.
Het leven dat ons gegeven is,
is een teken en een tijd
van Gods barmhartigheid.
Je draagt een klein stukje mee
van het kruis van Jezus Christus
en je bent geroepen
om net als Hij en met Hem
mooie, verlossende vruchten te dragen.
De roeping van Mozes
En denk in je moeilijke momenten
ook maar een keer
aan het verhaal van de roeping van Mozes,
dat we in de eerste lezing hoorden.
Het Joodse volk leed, het zuchtte
onder het slavenjuk van Egypte,
de pasgeboren kinderen werden gedood,
de andere Joden werden afgebeuld.
Mozes is gevlucht
en bevindt zich hier als herder
achter in de woestijn.
In die situatie heeft God zich
aan Mozes geopenbaard.
Vanuit een brandende doornstruik
krijgt Mozes Gods stem te horen:
“Ik ken je lijden,
ik ken het lijden van het volk.
Ik daal af om mijn volk te bevrijden”.
Dat is een mysterieuze en tegelijk nabije God,
verborgen in het vuur van die doornstruik.
Verborgen
Zo is God ook in ons leven:
Hij is er, verborgen,
zoals Hij verborgen is
onder de uiterlijke gedaante van het brood
als wij Hem in de communie ontvangen.
Als je moet lijden, denk er dan aan:
God kent je lijden,
Hij is bij je, maar verborgen.
Het lijden dat je aanneemt,
zal je ook iets goed brengen
want het zal je verlossen, vrij kunnen maken
en jouw lijden is ingevoegd
in het lijden van Jezus zelf.
Sint Jozef
Sint Jozef heeft dat heel precies begrepen.
Dat is het mooie van zijn leven.
Wat een geweldige patroonheilige
hebben jullie weer terug gekregen.
Sint Jozef heeft aanvaard met heel zijn hart
dat hij op de derde plaats kwam
- en dat nog wel als man in die samenleving -.
Het goddelijk Kind en Maria Zijn moeder
stonden voorop,
hij was er voor hen.
Jozef heeft met heel zijn hart aanvaard
om een eenvoudig dienaar te worden:
dienaar en beschermer van zijn gezin.
In het evangelie verdwijnt Jozef uit beeld
als Jezus twaalf jaar geworden is.
Dat was de leeftijd van volwassenheid
als man en lid van de synagoge.
Het is de laatste gelegenheid
waarbij Jozef wordt genoemd,
als het gezin bij die gelegenheid
naar Jeruzalem gaat..
Dat onderstreept
dat het leven van Jozef dienst was.
Hij verdwijnt als het ware in stilte
als hij niet meer nodig is.
Eenvoudig, dienend, bescheiden was hij
en al het lijden dat hem overkwam:
de reis naar Bethlehem,
de geboorte in een stal,
de vlucht naar Egypte
heeft hij met vrede aangenomen
omdat hij wist dat hij daarmee
Gods roeping vervulde.
Inspirerend!
Laten we ons allemaal
laten inspireren door sint Jozef
en dat deze kerk daarvoor
een centrum mag zijn.