Allerheiligen: leven vanuit de zaligsprekingen
1 november
Op 1 november, daags voor Allerzielen, gedenken we alle heiligen; niet alleen degenen die heilig verklaard zijn, maar ook die mensen die misschien in het verborgene een leven hebben geleid naar Gods wil, voilgens de zaligsprekingen die we op deze dag in het evangelie horen.
De H. Mis in de kathedraal is via kathedraal TV nog te volgen.
Homilie
Een ander perspectief
Zalig?
We hoorden de acht zaligheden of zaligsprekingen
aan het begin van de bergrede van Jezus.
Het zijn er acht want de laatste en negende keer
dat Jezus het woord “zalig”in de mond neemt,
spreekt Hij direct de leerlingen aan:
“Zalig zijt gij wanneer men U beschimpt,
vervolgt en lasterlijk van allerlei kwaad beticht
om Mijnentwil”.
Het is een soort conclusie en toepassing
van die zaligsprekingen
op de leerlingen van Jezus.
Ik denk dat je niet bij iedere zaligspreking
en bij deze conclusie
staat te trappelen
dat die in je eigen leven wordt waargemaakt:
“Zalig de armen van geest,
zalig de treurenden,
zalig die vervolgd worden”,
zijn misschien nu niet direct
een heel aanlokkelijk perspectief.
Mens -zijn volgens de zaligsprekingen
Van andere zaligsprekingen voel je wel onmiddellijk aan
dat het heel goed en mooi is
als je zo kunt zijn:
“Zalig de zachtmoedigen,
zalig die hongeren en dorsten naar gerechtigheid,
zalig de barmhartigen,
zalig de zuiveren van hart,
zalig die vrede brengen”.
De gemeenschappelijke noemer
in deze zaligsprekingen is
dat de verlangens van je hart
zuiver en goed zijn.
De mens die hier geschilderd wordt,
die ons in deze zaligsprekingen wordt voorgehouden
is niet gewelddadig,
hij laat zich niet kwaad maken
en rekent het kwade niet aan,
zal de apostel Paulus
in zijn hooglied van de liefde zeggen.
De mens die hier geschilderd wordt
is niet fel, geen ruziezoeker, niet haatdragend.
Wat onmacht met ons doet
Wij mensen kunnen agressief en kwaad worden,
gewelddadig
vanuit een soort onmacht,
omdat we het gevoel hebben
dat wij het zelf voor elkaar moeten brengen;
of we zeggen iets heel stevig en heftig en sterk
in feite omdat we het zelf nog zo nodig hebben
om dit met kracht te beamen,
omdat we ons onzeker voelen;
maar als je kunt leven en handelen
vanuit geloof en vertrouwen
mag je verliezen,
kun je prijsgeven,
is het niet zo belangrijk meer
je recht en gelijk te halen.
Leven in overgave
Hoe meer je je geborgen weet in Gods liefde
des te minder geweld hoef je zelf
in te brengen,
je kunt je klein maken
omdat je leeft geborgen in de sterke hand van God,
je wilt zelfs graag klein zijn
omdat je juist daarin Zijn Kind bent.
In de mens van de bergrede
komt het “laten” en “overgeven”
meer aan de orde.
Zoals ik zojuist al zei:
verschillende van de zaligsprekingen
schetsen niet zo’n aantrekkelijk beeld:
wie wil er graag treuren,
wie wil er graag vervolgt worden en beschimpt?
Maar het is ook hier in feite weer die levenshouding
van de mens die niet alles
uit dit aardse leven hoeft te halen.
Alles wordt bezien in een grootser en weidser perspectief.
Als je calculeert
met alleen de aardse werkelijkheid voor ogen,
dan kun je het je niet permitteren
om hier op aarde bedroefd te zijn
en vervolgd te worden,
want dit aardse is alles wat je hebt;
als je geloof en vertrouwt
en als je je leven bewust beleeft
in dat groter perspectief van een leven
dat verder gaat, voortgaat,
voller, mooier, rijker
naarmate je zelf hebt getracht
- met al je zwakheid -
dat perspectief in je leven in te bouwen,
dan, ja dan
hoeven niet al je wensen hier en nu vervuld te worden,
is het de moeite waard om hier
zelfs ten koste van je eigen aards geluk
te hongeren en dorsten naar gerechtigheid.
Propter nos, omwille van ons
Het is dit voorbeeld dat Jezus onszelf heeft gegeven:
mens geworden
was alles wat Hij deed “propter nos”
omwille van ons,
zachtmoedig, barmhartig,
de ware vrede brengend.
Hij maakte zich klein en zwak
en daar werd misbruik van gemaakt:
hij werd gemarteld, gedood,
in feite dus omdat dit “propter nos”
voorop bleef staan.
Hij verdedigde zich niet:
“Steek dat zwaard in de schede”.
De leerling zal het niet anders vergaan;
het zal jou niet anders vergaan,
maar je moet je verheugen en juichen
omdat je dat alles mag zien
in dat weidse perspectief
dat wij vandaag bijzonder vieren:
de gemeenschap van de heiligen,
de verbondenheid van ons mensen
hier op aarde
met al degenen die ons
in de hemel al zijn voorgegaan.
Deel van die gemeenschap zijn...
Heer, help ons
tegen de trend van deze tijd en deze wereld in
- die groot en sterk wil zijn,
die voor rechten op wil komen -
om de geest van de zaligsprekingen te leven
in ons eigen leven,
door te beleven
dat wij deel uitmaken
van die grote hemel en aarde omvattende
gemeenschap, de gemeenschap mvan de heilige,
de "communio sanctorum".