Keti Koti: verbreek de banden van slavernij...
In het weekend van 1-2 juli zullen we - bij gelegenheid van Keti Koti - in de katholieke kerken van ons bisdom stil staan bij de afschaffing van slavernij in het koninkrijk der Nederlanden, juridisch 160 jaar geleden (1863), feitelijk pas tien jaar later, nu 150 jaar geleden. Bij deze gelegenheid zal het bekende lied van de bekeerde slavenhandelaar John Newton, "Amazing grace" gezongen worden. Slavernij, slaven houden en verhandelen, gaat in tegen de rechten van de mens.
Zie hierover het bericht op de website van ons bisdom: https://www.bisdomhaarlem-amsterdam.nl/index.php?p=news&id=5503&t=Amazing+Grace
Kerkvaders
Nederland liep zeker niet voorop in de afschaffing van slavernij! Maar hoe dacht de katholieke kerk hierover? In de bijbel was slavernij niet ongewoon, maar de slavernij in het Oude Testament had met schulden te maken en duurde zes jaar, tot het volgende sabbatsjaar. Dat gold voor Hebreeuwse slaven, voor niet-Hebreeuwse slaven gold die vrijlatingsregel niet al moest je hen wel goed behandelen (vgl. Lev. 25 en 19,33). In het Nieuwe Testament lijkt 1 Tim. 1, 10 ("ronselaars") zich tegen slavenhandel te keren, maar de tekst van Paulus 1 Kor 7, 21-23 accepteert enerzijds het slavenbestaan, wijst tegelijk op de waardigheid van de christenslaaf en diens geestelijke vrijheid . In Christus is iedereen gelijk. De oproep tot een goede behandeling van slaven komt met name in de brief aan Filémon tot uiting.
Acceptatie van de praktijk
Ook bij kerkvaders zien we min of meer een acceptatie van de praktijk, zoals die bijvoorbeeld in het Romeinse rijk gold. Augustinus verzette zich er heftig tegen toen hij merkte dat een klooster slaven hield, ook kwam hij op voor de nood van het proletariaat dat omvangrijker werd naarmate meer slaven werden vrijgelaten, maar noch bij hem, noch bij Ambrosius vinden we een inzet voor afschaffing van de slavernij. Dat lijkt in het algemeen voor de westerse kerkvaders van de derde en vierde eeuw te gelden.
Oosterse Vaders
Bij Oosterse kerkvader ziet men minder bereidheid om de maatschappelijke situatie klakkeloos te aanvaarden. Basilius de Grote en vooral Johannes Chrysostomos brengen de discussie op gang. Chrysostomos roept bijvoorbeeld rijke grootgrondbezitters op afstand te doen van hun talrijke slaven en ook zelf de handen te laten wapperen
(vgl. R. KLEIN, Die Sklaverei in der Sicht der Bischöfe Ambrosius und Augustinus, Stuttgart, 1988, pp. 217-225).
Paus Johannes VIII
Een eerste pauselijke oproep om slavernij te beëindigen stamt al uit het jaar 873 toen paus Johannes VIII de vorst van Sardinië opriep de handel in slaven en het houden van slaven "uit liefde voor Christus" te beëindigen en benoemde dat de vorst anders een grote zonde zou doen (Denz 668).
Verovering van de Amerika's
Na de verovering van de beide Amerika's en de invoering van slavernij daar, kreeg de paus van de Dominicanen bericht dat de Spaanse kolonisten de bevolking van Midden-Amerika tot slaaf maakten. In 1537 reageerde paus Paulus III daarop met een Breve waarin hij op straffe van excommunicatie verbood zich met het slaaf maken van de inheemse bevolking bezig te houden of haar van haar bezittingen te beroven (Denz. 1495). Weliswaar trok de paus op aandringen van de Spaanse regering de strafbepaling van excommunicatie weer terug, maar bereikte wel dat Karel V in 1542 een nieuwe wetgeving uitvaardigde die rekening hield met de pauselijke uitspraken.
Toch blijft het beeld gemengd: er zijn priesters als de dominicaanse bisschop Bartolomé de las Casas (+ 1566) die zich verzetten tegen het tot slaaf maken van inheemse mensen en een belangrijke rol had gespeeld in de wetgeving van Paus Paulus III en Karel V, maar er waren ook anderen die ondanks deze verboden zelf slaven hielden.
Meer pauselijke uitspraken
Daarna zijn er andere pauselijke uitspraken op dit terrein geweest, onder meer van paus Urbanus VIII, Benedictus XIV en Pius II. Dat geeft natuurlijk ook aan dat het nog steeds nodig was zich uit te spreken! Tenslotte verbood paus Gregorius XVI in de Constitutie "In Supremo apostolatus fastigio" (1839) nogmaals in niet mis te verstane woorden iedere vorm van slavernij: "Niemand mag het nog wagen Indianen, Nedgers of andere zulke mensen onrechtvaardig te kwellen, hen van hun goederen te beroven, hen in slavernij te voeren, anderen die zulk soort dingen tegen hen begaan hulp of medewerking te bieden, of die onmenselijke handel zelf uit te oefenene...".
In Nederland zou het toen nog bijna vijfentwintig jaar duren voordat de slavernij daadwerkelik werd afgeschaft en vijfendertig jaar voordat die afschaffing feitelijk van kracht werd...
Het tweede Vaticaans concilie
Ook het tweede Vaticaans concilie heeft zich tegen slavernij uitgesproken (Gaudium et spes, 1965): "De menselijke instellingen nu, privé of publieke, dienen er naar te streven dienstbaar te zijn aan de waardigheid van de mens en aan diens eindbestemming; ook dienen zij met kracht te strijden tegen elke vorm van slavernij, zowel op sociaal als politiek vlak, en de fundamentele rechten van de mens in elk politiek bestel te waarborgen" (GS 29, vgl. 27).
Actueel
Slavernij is helaas nog steeds niet uitgeroeid. En naast de sociale slavernij - het houden van mensen als slaaf - zijn er ook allerlei nieuwe manieren gekomen om mensen tot slaaf te maken van porno, van gokken of andere zaken die de menselijke waardigheid vernietigen.
Keti Koti mag dus voor ons allen een dag zijn om te strijden vóór de menselijke waardigheid, tegen slavernij.