Sommigen echter twijfelden....
Hoogfeest van Sint Willibrord
Op het Hoogfeest van Sint Willibrord vierden we de heilige Mis in de kathedraal waar ook de seminaristen bij aanwezig waren. We lazen het evangelie van Matte"{us (28, 16-20) waarin staat dat sommige leerlingen twijfelden, nog bij de ontmoeting na Jezus' verrijzenis in Galilea.. Daar stonden we bij stil in de homilie.
Sint Willibrord die in 690 als missionaris naar ons land kwam en bijna vijftig jaar in onze streken heeft gewoond en gewerkt, is patroon van ons bisdom, van het seminarie en van de kerkprovincie. Hij wordt beschouwd als de eerste bisschop van Utrecht.
In de kathedraal is een speciale kapel, gewijd aan Sint Willibrord en zijn missiewerk, met relieken van de heilige (zie foto0.
Geloof: soms wordt het op de proef gesteld, soms wordt het bevestigd
HOOGFEEST VAN DE H. WILLIBRORD,
patroon van ons bisdom en van de Utrechtse kerkprovincie.
Was het niet goed?
Denk niet dat God U niet meer mag
omdat U dit of dat misschien niet goed genoeg
zou hebben gedaan.
Sommige mensen hebben ergens een onmacht gevoeld
om iets te doen zoals het eigenlijk zou moeten,
het lukte niet
of ze zijn er zwak in geweest.
Afgewezen
Mensen zijn soms boos op God
omdat ze denken dat Hij hen straft
voor iets dat ze in hun leven hebben gedaan;
en soms zijn ze het daar dan niet mee eens.
Ze voelen zich niet geaccepteerd
en verwijten dat aan de kerk, aan God.
Maar is dat wel zo?
Of zitten ze misschien op een verkeerd spoor?
Is God een straffende God?
God reageert niet met een straf
die voor hen is bedacht.
We moeten proberen
de moeilijke dingen die ons overkomen
niet als een straf te zien,
die ons wordt opgelegd.
Het is niet zo dat God iets tegen U heeft,
als U iets overkomt.
Het is waar dat U deelt
in de gevolgen van het kwaad
dat door menselijke zwakheid
zo in deze wereld is doorgedrongen.
En het is ook waar dat het kwade
niet al te eerlijk lijkt verdeeld,
al kunnen we ons daar soms ook heel erg in vergissen.
Als we het kwade als een straf zien
die voor ons is bedacht,
kan de reactie zijn
dat we het "moeten" verwerpen,
boos zijn omdat er van God of de Kerk
allerlei dingen moeten,
die je in de praktijk
niet doet
of niet goed kunt verwezenlijken.
Maar dan zitten we eigenlijk niet op een goed spoor.
Regels
Want die reactie is niet altijd reëel,
want iedere mens weet en voelt
dat er regels nodig zijn;
dat we zelf allemaal bepaalde regels stellen
en verlangen dat anderen om ons heen
bepaalde regels onderhouden.
Zou God werkelijk een Persoon kunnen zijn,
iemand met wie je kunt spreken,
van wie je kunt houden,
ten opzichte van wie je dankbaar kunt zijn,
als Hij niet ook iets van je vroeg?
Net als een vader en moeder in een gezin
ten opzichte van hun kinderen,
wil Hij ook iets van ons.
Vraagt Hij te veel?
Eigenlijk natuurlijk niet:
God heeft ons alles gegeven,
we hebben niets uit ons zelf;
wij zijn gewoon geen heer en meester
over ons eigen leven.
God mag en kan in feite alles vragen.
Maar soms voelen we iets wel als te veel.
Hoe kan Hij dat nu van mij vragen?
Of: Ik kan dat niet volbrengen.
Niet het onmogelijke
God vraagt nooit het onmogelijke van U;
Hij vraagt dat U Uw best doet, zeker,
en Hij kent alle gedachten van uw hart,
al uw vragen en zorgen,
uw pijn en uw angsten,
uw kleinheid en onmacht.
Hij weet dat je soms
als mens een weg zult moeten gaan
en een ontwikkeling moet doormaken
om iets te kunnen.
Denk er bijvoorbeeld maar aan
hoe uzelf als persoon
in de loop van de jaren
verder ontwikkeld bent,
anders in het leven bent komen te staan.
Soms zijn we ergens nog niet goed aan toe.
Maar hoe dan ook:
Hij houdt van U.
Zeg het maar honderdduizend keren tegen Uzelf:
God houdt van mij.
Altijd.
God houdt van ons,
zoals we zijn,
met al onze zwakke kanten.
Onze vragen
"Ja maar waarom gebeurt me dan dit
en waarom dan dat?"
Geloven is een stap van vertrouwen.
Misschien dat als U die stap steeds weer opnieuw
probeert te zetten,
U iets van het antwoord
op die vraag kunt vermoeden.
Maar niemand kan U dat antwoord voorrekenen,
zo werkt dat niet.
Er zullen altijd dingen, gebeurtenissen zijn en blijven
die ons geloof aanvechten.
Daarom is het ook geloof.
Maar er zijn tegelijk ook talloze omstandigheden en voorvallen
die ons geloof bevestigen.
Die laatste keer...
Ook de leerlingen van Jezus hadden hiermee te maken.
Het is in het Matteüs-evangelie de laatste verschijning van Jezus,
waarover we in het evangelie hebben gehoord,
vlak voor Hij ten hemel wordt opgenomen.
Wat doe je als je Hem ziet?
Zet je dan een stap van vertrouwen in zijn liefde,
van vertrouwen dat Hij altijd bij je is?
De leerlingen hadden veel meegemaakt.
Ze waren bevestigd in hun geloof in Jezus
door zijn woorden en zijn wonderen,
ze hadden de verrezen Heer ontmoet.
Maar ze waren ook op de proef gesteld
doordat hun meester en aanvoerder
zo gruwelijk moest lijden;
en ook hun eigen leven liep gevaar.
En dan staat er:
"Toen zij Hem zagen,
wierpen ze zich in aanbidding neer;
sommigen echter twijfelden".
Bemoediging
Is dat eigenlijk niet bemoedigend voor ons?
Ook de leerlingen hadden er moeite mee
zich aan Hem toe te vertrouwen.
En toch zegt Hij dan, ook tot hen:
"Ziet, ik ben met U alle dagen
- ook op die zwarte, die donkere dagen,
ook op die dag met die straf -
tot aan de voleinding der wereld.
AMEN.