Arsacal
button
button
button
button


Maria tenhemelopneming: Maria in de dromen van Don Bosco

Feestelijke viering in Heiloo

Overweging Bezinning - gepubliceerd: donderdag, 15 augustus 2024 - 2346 woorden

Op 15 au­gus­tus, Hoog­feest van Maria's ten­hemel­op­ne­ming, was ik in Heiloo voor de heilige Mis, de pro­ces­sie en een lezing over de dromen van Don Bosco. Rond de vijf­hon­derd gelo­vi­gen namen deel aan de Eucha­ris­tie­vie­ring en ook voor de pro­ces­sie, de lezing en de aanbid­ding erna was veel belang­stel­ling.

Vele mensen wil­den biechten; er was helaas maar één biecht­va­der be­schik­baar, zodat veel geduld was gevraagd. Het is wel een mooi teken dat zoveel mensen de waarde van dit sacraent (her)ont­dek­ken.

De homilie die ik hierbij heb gehou­den vindt U in het bericht over de Mis in de ka­the­draal.

De pro­ces­sie trok door het park met het beeldje van Maria dat op de sch­ou­ders drukte van twee vrij­wil­lige dra­gers. Voor hen was de dag met een kleine peni­tentie verbon­den! Bij de genade­ka­pel sloten we de vie­ring af met het Angelus­ge­bed.

Na een lunchpauze ver­volgde ik om 14.00 uur met een lezing in de grote bede­vaart­ka­pel over - zo was me gevraagd - de dromen van Don Bosco (zie hier­on­der).

Aan het einde daar­van heb ik het H. Sacra­ment uit­ge­steld en was er gelegen­heid tot aanbid­ding, terwijl er ook biecht­gele­gen­heid was.

Lezing

DE DROMEN VAN DON BOSCO

1. Wie was Don Bosco?

Leven

Don Bosco was een pries­ter en opvoe­der, die werd geboren in 1815 in Noord Italië. Hij heette Giovanni, “don” is de naam waar­mee daar een pries­ter wordt aangeduid. Don Bosco is gestorven in 1888. Hij was de zoon van een arme boer, Francesco Bosco, en Margherita Occhiena (1788-1856), die met hard werken hun kost verdien­den. In 1817 stierf zijn vader. Hij heeft zijn vader dus nau­we­lijks gekend. De jeugd­ja­ren van Giovanni waren moei­lijk. Een oudere broer maakte hem het leven zwaar en hij moest soms naar familie toe voor zijn vei­lig­heid. Toch kon hij in 1835 na zijn studies aan de pries­ter­oplei­ding beginnen aan het semi­na­rie van Chieri, en in 1841 werd hij in Turijn tot pries­ter gewijd. Hij stichtte de Sociëteit van de Salesianen en de dochters van Maria Auxiliatrix. Achteraf gezien was zijn moei­lijke jeugd een voor­be­rei­ding op de missie die de Heer voor hem had bestemd.

Het begin van zijn apos­to­laat

Al gauw leerde Don Bosco de trieste levens­om­stan­dig­heden van de jongens kennen in de voorste­den van Turijn. Jonge mensen dool­den door de straten, werkloos, verloren, tot het ergste bereid. Hij wilde een eind maken aan die sociale wan­toe­stan­den. Het begon met een ont­moe­ting met een jongen, die hij gevraagd had de H. Mis te dienen. De jongen bracht ver­vol­gens vrien­den mee. Zo groeide het aantal jongens waar­mee don Bosco in contact kwam. Don Bosco hielp hen aan goede arbeids­over­een­komsten, hij zorgde voor een oplei­ding waar arme jongens kon­den uitgroeien tot geschoolde werk­krachten, "eer­lijke bur­gers en goede chris­te­nen".

Preventieve methode

Don Bosco ont­wik­kelde de preventieve methode, die jon­ge­ren sti­mu­leerde op de goede weg, niet zozeer door straffen als we door aanwe­zig­heid en ingeven van het goede. Je kunt een jongen beter tevoren influis­te­ren wat goed is om te doen, dan een verwijt maken omdat die iets ver­keerd heeft gedaan.

2. De dromen van don Bosco

Don Bosco heeft vele voorspellende dromen en visoenen gehad. Voor de dromen van don Bosco moeten we ons baseren op zijn eigen ge­tui­ge­nissen en de ge­tui­ge­nissen van anderen, met name de ge­tui­ge­nissen die onder ede zijn afgelegd in het proces van zalig­ver­kla­ring.

Een kin­derdroom

Het begon allemaal met een droom die don Bosco op negen­ja­rige leef­tijd kreeg. In die droom zag hij een huis gelegen in een grote binnenhof, een tuin waar veel kin­de­ren aan het spelen waren, som­mi­gen lachten, anderen waren aan het vloeken. Toen hij die vloeken hoorde, sprong hij er mid­den tussen om het vloeken met stompen en harde woor­den op te laten hou­den. Toen verscheen er een eerbied­waar­dige Man, die hem zei: niet met stompen, maar met zacht­moe­dig­heid en liefde moet je deze vrien­den voor je zien te winnen. Begin dus te praten over het kwaad van de zonde en de schat die de deugd is. Dan vroeg don Bosco hoe hij dat kon leren. En de man zei: ik zal je een Lerares geven. Onder haar hoede zul je wijs kunnen wor­den. “Maar wie bent U?”vroeg don Bosco. “Ik ben de Zoon van haar die jouw moe­der je heeft geleerd drie keer daags te groeten. Vraag mijn naam maar aan mijn Moeder”. Op dat moment zag Giovanni Bosco naast hem een vrouw, die er in­druk­wek­kend uitzag, met een kleed dat glansde als de zon. De Vrouw zegt hem dan dat dit het terrein is waarop hij zal gaan werken. Toen zag hij allemaal dieren die ver­an­der­den in lammetjes en fees­te­lijk rond de Man en de Vrouw dansten. Maar wat betekent dit? Je zult het allemaal gaan begrijpen, ant­woordde de Vrouw. Zo kreeg Giovanni Bosco zijn roe­ping en werd de aanzet gegeven voor de preventieve methode die hij in de vor­ming en opvoe­ding zou gaan han­te­ren.

Zijn dromen bedrog?

Don Bosco kreeg dus vaker dromen. In het begin leken die dromen hem fantasie en hij durfde er niet over te spreken, vooral niet wanneer die een sterf­ge­val aan­kon­dig­den dat aanstaande was. Maar na een paar jaar zag hij een jon­gere die hij kende gestorven liggen op twee stoelen in een por­tiek en dat was precies zoals hij het eer­der in een droom had gezien. Daarna aarzelde hij niet meer en was hij ervan overtuigd dat die dromen een soort van aan­kon­di­ging van Godswege waren. Zo voorspelde hij ruim van te voren de dood van bijna alle jon­ge­ren die gestorven zijn, zoals toen vaker voorkwam dan nu en die in het oratorium van don Bosco waren en schreef hij de tijd en de omstan­dig­he­den op. Vaak liet hij zo’n jon­gere over wie hij zo’n droom had gehad, be­ge­lei­den door een goede andere jon­gere, soms zei hij de initialen van die jongen, maar altijd kwamen zijn voorzeg­gingen uit, met alleen een zeer uitzon­der­lijke uit­zon­de­ring.

Droom of visioen?

Was het alleen een droom of was het een visioen? Soms is het moei­lijk te on­der­schei­den tussen droom en visioen. Zo droomde don Bosco op een keer dat hij zich bevond in een grote nis een stuk boven de grond, rechts in het schip van de Sint Pieter, schuin boven het beeld van Petrus. Hij wilde naar bene­den, hij was angs­tig en schreeuwde omdat hij daar zo hoog en alleen stond, maar niemand ant­woordde. Dat leek gewoon een angs­tige droom maar wie nu naar die plaats kijkt ziet daar het beeld van don Bosco staan van de beeld­hou­wer Canónica! Hij had dus gedroomd in feite over de plaats waar hij vele jaren na zijn dood een beeld zou krijgen.

3. De droom van de drie kerken

Steeds groter...

Don Bosco droomde (of had een visioen) van drie elkaar opvolgende, steeds grotere kerken. Dit is de manier waarop don Bosco zijn droom beschreef: Het leek me dat ik me in een grote vlakte bevond met een hele­boel jon­ge­ren. Som­mi­gen waren aan het vechten, anderen waren aan het vloeken. Toen zag je een regen stenen door de lucht gaan, gegooid door degenen die aan het vechten waren. Ik stond op het punt om weg te gaan, toen ik naast me een Vrouw zag, die me zei: Ga naar die jon­ge­ren toe en ga aan het werk. Ik ging naar voren, maar wat kon ik doen? Er was geen ruimte waar ik me met hen terug kon trekken. Ik keek dus weer naar de Vrouw, die me zei: Hier is je ruimte! En zij liet me een gras­veld zien. Maar hier is allen maar een gras­veld, zei ik. Zij ant­woordde: Mijn Zoon en de apos­te­len had­den zelfs geen klein stukje grond waar zij hun hoofd kon­den laten rusten. Ik begon dus te werken op dat gras­veld, aan­wij­zingen gevend, predikend, biecht horend. Maar het was allemaal voor niets als ik niet een omhei­ning had en een bouwsel waar ik hen kon samen brengen. Er was meer nodig dan dit gras­veld! Toen zei de Vrouw me: Kijk! Toen zag ik een kleine en lage kerk, iets van een binnenhof en een groot aantal jon­ge­ren. Ik ging weer aan het werk. Maar omdat de kerk weer te klein werd, nam ik opnieuw mijn toevlucht tot haar, tot de Vrouw en zij liet mij een andere kerk zien die tame­lijk groot was en een huis dat ernaast stond”. Daarna leidde de Vrouw hem een beetje ver­der en zei: op deze plaats waar de mar­te­la­ren van Turijn de mar­tel­dood hebben gele­den, wil ik dat God op een bij­zon­dere manier wordt geëerd (...). Toen zag ik om me heen een enorm en steeds groeiend aantal jon­ge­ren om me heen; terwijl ik naar de Vrouw keek, groei­den ook de mid­de­len en de ruimte. En toen zag ik een zeer grote kerk, precies op de plaats waar zij mij had laten zien dat de mar­teling van de heiligen van het Thebaans legioen [die mar­te­la­ren van Turijn] had plaats gevon­den, met allerlei gebouwen erom heen en een prach­tig monu­ment in het mid­den”. Dit was het visioen van de grote kerk en de gebouwen die don Bosco in Turijn stichtte voor zijn werken voor de jeugd.

Hulp der chris­te­nen

Don Bosco had ook inge­ge­ven gekregen dat de kerk gewijd moest wor­den aan de heilige Maria Auxiliatrix, hulp der chris­te­nen. Dit moest de moe­der­kerk van de Con­gre­ga­tie van de Salesianen zijn, want Maria “is de stichteres en zij zal degene zijn die onze werken onder­steunt”.

De beste collectant

De bouw van de kerk kostte veel geld, maar - zoals don Bosco zei - Maria zelf doet de beste collectes. Zo was er een senator Giuseppe Cotta, 83 jaar oud, die erns­tig ziek was, terwijl de artsen hem geen hoop op gene­zing meer gaven. Nog een paar minuten en ik ga naar de eeuwig­heid, zei de senator toen don Bosco hem bezocht. “Nee, senator”, ant­woordde don Bosco, Onze Lieve Vrouw heeft U nog nodig in deze wereld. U moet leven en me helpen om deze kerk te bouwen”. “Er is geen hoop meer op gene­zing”, ant­woordde de senator. “Maar wat zou U doen als Maria Auxiliatrix U de genade gaf te genezen?”. “Als ik genees, betaal ik zes maan­den lang 2000 lire”, ant­woordde de senator. Drie dagen later kwam de senator hem opzoeken: “Hier ben ik, genezen. Ik kom mijn eerste schuld aan Onze Lieve Vrouw betalen”. Zo gebeurde er veel bij­zon­dere gebedsverho­ringen en gene­zingen.

We zien dus dat don Bosco bij­zon­der ver­trouwde op Maria en haar bijstand en zegen.

4. De droom van de twee zuilen

De meest bekende droom van don Bosco is wel de droom van de twee zuilen.

Op het einde der mei­maand 1862 verhaalde Don Bosco de volgende droom aan zijn kin­de­ren:

Een oorlogsvloot

“Ik stond op een eenzame rots, mid­den in de wijde zee. Het einde­loze water maakte rondom flinke golven. Donkere, zware wolken hingen in de lucht. Een reusach­tige vloot van oorlogs­schepen kwam in strijdlinie aanvaren. Zij waren voor­zien van kanonnen, geweren, explosieven en enterhaken, en scherpe stalen snebben [vooruitstekende scherpe lange punten boven de voorsteven JH]. Zij stuur­den aan op een veel groter Schip, een majestueus enorm schip, gevolgd door vele kleine scheepjes, die allemaal onder één bevel ston­den.

De twee zuilen

De wind woei hef­tig tegen en werkte de vijand in de hand. Dan rezen uit de golven twee zuilen omhoog: die zuilen ston­den weldra dicht naast elkaar. De ene droeg het beeld der Heilige Maagd Maria en een opschrift:” Auxilium christianorum” (Hulp van de chris­te­nen). Boven de andere die nog groter was, prijkte een Hostie en blonk dit woord: “Salus Credentium”. (red­ding van de gelo­vi­gen).

Naar de zuilen!

In die gevaar­lijke situatie werd beraadslaagd tussen de Admiraal (Paus), Kapitein en loodsen van de bedreigde schepen, tot tweemaal toe, terwijl het tweemaal stormde. De strijd zou beginnen, maar... het was wel weon­der­lijk. Niet tegen de vloot in ging de strijd, maar die richtte zich naar de zuilen! De Admiraal greep zelf naar ’t roer. Eer ontstond een verschrikke­lijke achter­vol­ging! Het Admiraal­schip wil­den ze de pas afsnij­den, ze wierpen bran­dend ma­te­ri­aal op het dek. Kanonnen en geweren spuw­den vernieling. ’t Schip schokte en kraakte; het ging kapot zowel aan de ene als aan de andere zijwand... wat nu? Een won­der! Een licht­straal uit beide kolommen maakte de schade weer goed. Hoe bul­der­den al de kanonnen! Hoe gingen al de geweren tekeer! En ze gingen gemeen met de enterhaken aan ’t werk en veel scheepjes verzonken in zee...

Verankerd aan de zuilen

De vijan­den kwamen dichtbij het admiraals­schip: zij grepen woe­dend naar hun wapens en staken en kerf­den al vloekend met dolken... De strijd duurde lang en was wreed, ongehoord... Twee Admiralen (Pausen) volg­den elkaar op... Maar ein­de­lijk, met wijs beleid en manoeuvreren, komt het Admiraal­schip bij en tussen de zuilen: de voorboeg wordt aan de Hostie­zuil verankerd, het ach­ter­ste­ven aan de Mariapijler. De vijan­de­lijke vloot blies de aftocht. Die schepen vluchtten wanor­de­lijk en verdrongen zich op elkaar en boor­den elkaar de diepte in. Toen de vijan­de­lijke schepen als wrakken verzonken waren, kwamen alle kleine scheepjes van de Admiraalsvloot zich verankeren aan de zuilen en de wijde zee werd kalm.”

De aan­val­len op de kerk

De droom moet wel betekenen dat het schip van de kerk veel aan­val­len te ver­du­ren krijgt van tal­loze vijan­den, maar wanneer zij gehecht blijft aan de Eucha­ris­tie en Maria, zal zij alles over­win­nen. De twee admiralen (pausen) zijn wel uit­ge­legd als de paus van de maagd Maria (dat zou paus Pius IX kunnen zijn) en de paus van de H. Eucha­ris­tie (dat zou Pius X kunnen zijn). In ieder geval wijst de droom op het belang van de Eucha­ris­tie en Maria als vaste anker­pun­ten voor de kerk waardoor zij al het kwade zal ovewinnen.

Besluit

Zo zijn er nog vele andere dromen van don Bosco. Het zijn vaak dromen waar Maria een be­lang­rijke rol in speelt. Het voert nu te ver om op al die dromen in te gaan. Maar ik heb u hiermee we een kleine inblik gegeven...


Fotoserie

Klik op een foto voor een uitvergroting.
Terug