Maria tenhemelopneming: Maria in de dromen van Don Bosco
Feestelijke viering in Heiloo
Op 15 augustus, Hoogfeest van Maria's tenhemelopneming, was ik in Heiloo voor de heilige Mis, de processie en een lezing over de dromen van Don Bosco. Rond de vijfhonderd gelovigen namen deel aan de Eucharistieviering en ook voor de processie, de lezing en de aanbidding erna was veel belangstelling.
Vele mensen wilden biechten; er was helaas maar één biechtvader beschikbaar, zodat veel geduld was gevraagd. Het is wel een mooi teken dat zoveel mensen de waarde van dit sacraent (her)ontdekken.
De homilie die ik hierbij heb gehouden vindt U in het bericht over de Mis in de kathedraal.
De processie trok door het park met het beeldje van Maria dat op de schouders drukte van twee vrijwillige dragers. Voor hen was de dag met een kleine penitentie verbonden! Bij de genadekapel sloten we de viering af met het Angelusgebed.
Na een lunchpauze vervolgde ik om 14.00 uur met een lezing in de grote bedevaartkapel over - zo was me gevraagd - de dromen van Don Bosco (zie hieronder).
Aan het einde daarvan heb ik het H. Sacrament uitgesteld en was er gelegenheid tot aanbidding, terwijl er ook biechtgelegenheid was.
Lezing
DE DROMEN VAN DON BOSCO
1. Wie was Don Bosco?
Leven
Don Bosco was een priester en opvoeder, die werd geboren in 1815 in Noord Italië. Hij heette Giovanni, “don” is de naam waarmee daar een priester wordt aangeduid. Don Bosco is gestorven in 1888. Hij was de zoon van een arme boer, Francesco Bosco, en Margherita Occhiena (1788-1856), die met hard werken hun kost verdienden. In 1817 stierf zijn vader. Hij heeft zijn vader dus nauwelijks gekend. De jeugdjaren van Giovanni waren moeilijk. Een oudere broer maakte hem het leven zwaar en hij moest soms naar familie toe voor zijn veiligheid. Toch kon hij in 1835 na zijn studies aan de priesteropleiding beginnen aan het seminarie van Chieri, en in 1841 werd hij in Turijn tot priester gewijd. Hij stichtte de Sociëteit van de Salesianen en de dochters van Maria Auxiliatrix. Achteraf gezien was zijn moeilijke jeugd een voorbereiding op de missie die de Heer voor hem had bestemd.
Het begin van zijn apostolaat
Al gauw leerde Don Bosco de trieste levensomstandigheden van de jongens kennen in de voorsteden van Turijn. Jonge mensen doolden door de straten, werkloos, verloren, tot het ergste bereid. Hij wilde een eind maken aan die sociale wantoestanden. Het begon met een ontmoeting met een jongen, die hij gevraagd had de H. Mis te dienen. De jongen bracht vervolgens vrienden mee. Zo groeide het aantal jongens waarmee don Bosco in contact kwam. Don Bosco hielp hen aan goede arbeidsovereenkomsten, hij zorgde voor een opleiding waar arme jongens konden uitgroeien tot geschoolde werkkrachten, "eerlijke burgers en goede christenen".
Preventieve methode
Don Bosco ontwikkelde de preventieve methode, die jongeren stimuleerde op de goede weg, niet zozeer door straffen als we door aanwezigheid en ingeven van het goede. Je kunt een jongen beter tevoren influisteren wat goed is om te doen, dan een verwijt maken omdat die iets verkeerd heeft gedaan.
2. De dromen van don Bosco
Don Bosco heeft vele voorspellende dromen en visoenen gehad. Voor de dromen van don Bosco moeten we ons baseren op zijn eigen getuigenissen en de getuigenissen van anderen, met name de getuigenissen die onder ede zijn afgelegd in het proces van zaligverklaring.
Een kinderdroom
Het begon allemaal met een droom die don Bosco op negenjarige leeftijd kreeg. In die droom zag hij een huis gelegen in een grote binnenhof, een tuin waar veel kinderen aan het spelen waren, sommigen lachten, anderen waren aan het vloeken. Toen hij die vloeken hoorde, sprong hij er midden tussen om het vloeken met stompen en harde woorden op te laten houden. Toen verscheen er een eerbiedwaardige Man, die hem zei: niet met stompen, maar met zachtmoedigheid en liefde moet je deze vrienden voor je zien te winnen. Begin dus te praten over het kwaad van de zonde en de schat die de deugd is. Dan vroeg don Bosco hoe hij dat kon leren. En de man zei: ik zal je een Lerares geven. Onder haar hoede zul je wijs kunnen worden. “Maar wie bent U?”vroeg don Bosco. “Ik ben de Zoon van haar die jouw moeder je heeft geleerd drie keer daags te groeten. Vraag mijn naam maar aan mijn Moeder”. Op dat moment zag Giovanni Bosco naast hem een vrouw, die er indrukwekkend uitzag, met een kleed dat glansde als de zon. De Vrouw zegt hem dan dat dit het terrein is waarop hij zal gaan werken. Toen zag hij allemaal dieren die veranderden in lammetjes en feestelijk rond de Man en de Vrouw dansten. Maar wat betekent dit? Je zult het allemaal gaan begrijpen, antwoordde de Vrouw. Zo kreeg Giovanni Bosco zijn roeping en werd de aanzet gegeven voor de preventieve methode die hij in de vorming en opvoeding zou gaan hanteren.
Zijn dromen bedrog?
Don Bosco kreeg dus vaker dromen. In het begin leken die dromen hem fantasie en hij durfde er niet over te spreken, vooral niet wanneer die een sterfgeval aankondigden dat aanstaande was. Maar na een paar jaar zag hij een jongere die hij kende gestorven liggen op twee stoelen in een portiek en dat was precies zoals hij het eerder in een droom had gezien. Daarna aarzelde hij niet meer en was hij ervan overtuigd dat die dromen een soort van aankondiging van Godswege waren. Zo voorspelde hij ruim van te voren de dood van bijna alle jongeren die gestorven zijn, zoals toen vaker voorkwam dan nu en die in het oratorium van don Bosco waren en schreef hij de tijd en de omstandigheden op. Vaak liet hij zo’n jongere over wie hij zo’n droom had gehad, begeleiden door een goede andere jongere, soms zei hij de initialen van die jongen, maar altijd kwamen zijn voorzeggingen uit, met alleen een zeer uitzonderlijke uitzondering.
Droom of visioen?
Was het alleen een droom of was het een visioen? Soms is het moeilijk te onderscheiden tussen droom en visioen. Zo droomde don Bosco op een keer dat hij zich bevond in een grote nis een stuk boven de grond, rechts in het schip van de Sint Pieter, schuin boven het beeld van Petrus. Hij wilde naar beneden, hij was angstig en schreeuwde omdat hij daar zo hoog en alleen stond, maar niemand antwoordde. Dat leek gewoon een angstige droom maar wie nu naar die plaats kijkt ziet daar het beeld van don Bosco staan van de beeldhouwer Canónica! Hij had dus gedroomd in feite over de plaats waar hij vele jaren na zijn dood een beeld zou krijgen.
3. De droom van de drie kerken
Steeds groter...
Don Bosco droomde (of had een visioen) van drie elkaar opvolgende, steeds grotere kerken. Dit is de manier waarop don Bosco zijn droom beschreef: Het leek me dat ik me in een grote vlakte bevond met een heleboel jongeren. Sommigen waren aan het vechten, anderen waren aan het vloeken. Toen zag je een regen stenen door de lucht gaan, gegooid door degenen die aan het vechten waren. Ik stond op het punt om weg te gaan, toen ik naast me een Vrouw zag, die me zei: Ga naar die jongeren toe en ga aan het werk. Ik ging naar voren, maar wat kon ik doen? Er was geen ruimte waar ik me met hen terug kon trekken. Ik keek dus weer naar de Vrouw, die me zei: Hier is je ruimte! En zij liet me een grasveld zien. Maar hier is allen maar een grasveld, zei ik. Zij antwoordde: Mijn Zoon en de apostelen hadden zelfs geen klein stukje grond waar zij hun hoofd konden laten rusten. Ik begon dus te werken op dat grasveld, aanwijzingen gevend, predikend, biecht horend. Maar het was allemaal voor niets als ik niet een omheining had en een bouwsel waar ik hen kon samen brengen. Er was meer nodig dan dit grasveld! Toen zei de Vrouw me: Kijk! Toen zag ik een kleine en lage kerk, iets van een binnenhof en een groot aantal jongeren. Ik ging weer aan het werk. Maar omdat de kerk weer te klein werd, nam ik opnieuw mijn toevlucht tot haar, tot de Vrouw en zij liet mij een andere kerk zien die tamelijk groot was en een huis dat ernaast stond”. Daarna leidde de Vrouw hem een beetje verder en zei: op deze plaats waar de martelaren van Turijn de marteldood hebben geleden, wil ik dat God op een bijzondere manier wordt geëerd (...). Toen zag ik om me heen een enorm en steeds groeiend aantal jongeren om me heen; terwijl ik naar de Vrouw keek, groeiden ook de middelen en de ruimte. En toen zag ik een zeer grote kerk, precies op de plaats waar zij mij had laten zien dat de marteling van de heiligen van het Thebaans legioen [die martelaren van Turijn] had plaats gevonden, met allerlei gebouwen erom heen en een prachtig monument in het midden”. Dit was het visioen van de grote kerk en de gebouwen die don Bosco in Turijn stichtte voor zijn werken voor de jeugd.
Hulp der christenen
Don Bosco had ook ingegeven gekregen dat de kerk gewijd moest worden aan de heilige Maria Auxiliatrix, hulp der christenen. Dit moest de moederkerk van de Congregatie van de Salesianen zijn, want Maria “is de stichteres en zij zal degene zijn die onze werken ondersteunt”.
De beste collectant
De bouw van de kerk kostte veel geld, maar - zoals don Bosco zei - Maria zelf doet de beste collectes. Zo was er een senator Giuseppe Cotta, 83 jaar oud, die ernstig ziek was, terwijl de artsen hem geen hoop op genezing meer gaven. Nog een paar minuten en ik ga naar de eeuwigheid, zei de senator toen don Bosco hem bezocht. “Nee, senator”, antwoordde don Bosco, Onze Lieve Vrouw heeft U nog nodig in deze wereld. U moet leven en me helpen om deze kerk te bouwen”. “Er is geen hoop meer op genezing”, antwoordde de senator. “Maar wat zou U doen als Maria Auxiliatrix U de genade gaf te genezen?”. “Als ik genees, betaal ik zes maanden lang 2000 lire”, antwoordde de senator. Drie dagen later kwam de senator hem opzoeken: “Hier ben ik, genezen. Ik kom mijn eerste schuld aan Onze Lieve Vrouw betalen”. Zo gebeurde er veel bijzondere gebedsverhoringen en genezingen.
We zien dus dat don Bosco bijzonder vertrouwde op Maria en haar bijstand en zegen.
4. De droom van de twee zuilen
De meest bekende droom van don Bosco is wel de droom van de twee zuilen.
Op het einde der meimaand 1862 verhaalde Don Bosco de volgende droom aan zijn kinderen:
Een oorlogsvloot
“Ik stond op een eenzame rots, midden in de wijde zee. Het eindeloze water maakte rondom flinke golven. Donkere, zware wolken hingen in de lucht. Een reusachtige vloot van oorlogsschepen kwam in strijdlinie aanvaren. Zij waren voorzien van kanonnen, geweren, explosieven en enterhaken, en scherpe stalen snebben [vooruitstekende scherpe lange punten boven de voorsteven JH]. Zij stuurden aan op een veel groter Schip, een majestueus enorm schip, gevolgd door vele kleine scheepjes, die allemaal onder één bevel stonden.
De twee zuilen
De wind woei heftig tegen en werkte de vijand in de hand. Dan rezen uit de golven twee zuilen omhoog: die zuilen stonden weldra dicht naast elkaar. De ene droeg het beeld der Heilige Maagd Maria en een opschrift:” Auxilium christianorum” (Hulp van de christenen). Boven de andere die nog groter was, prijkte een Hostie en blonk dit woord: “Salus Credentium”. (redding van de gelovigen).
Naar de zuilen!
In die gevaarlijke situatie werd beraadslaagd tussen de Admiraal (Paus), Kapitein en loodsen van de bedreigde schepen, tot tweemaal toe, terwijl het tweemaal stormde. De strijd zou beginnen, maar... het was wel weonderlijk. Niet tegen de vloot in ging de strijd, maar die richtte zich naar de zuilen! De Admiraal greep zelf naar ’t roer. Eer ontstond een verschrikkelijke achtervolging! Het Admiraalschip wilden ze de pas afsnijden, ze wierpen brandend materiaal op het dek. Kanonnen en geweren spuwden vernieling. ’t Schip schokte en kraakte; het ging kapot zowel aan de ene als aan de andere zijwand... wat nu? Een wonder! Een lichtstraal uit beide kolommen maakte de schade weer goed. Hoe bulderden al de kanonnen! Hoe gingen al de geweren tekeer! En ze gingen gemeen met de enterhaken aan ’t werk en veel scheepjes verzonken in zee...
Verankerd aan de zuilen
De vijanden kwamen dichtbij het admiraalsschip: zij grepen woedend naar hun wapens en staken en kerfden al vloekend met dolken... De strijd duurde lang en was wreed, ongehoord... Twee Admiralen (Pausen) volgden elkaar op... Maar eindelijk, met wijs beleid en manoeuvreren, komt het Admiraalschip bij en tussen de zuilen: de voorboeg wordt aan de Hostiezuil verankerd, het achtersteven aan de Mariapijler. De vijandelijke vloot blies de aftocht. Die schepen vluchtten wanordelijk en verdrongen zich op elkaar en boorden elkaar de diepte in. Toen de vijandelijke schepen als wrakken verzonken waren, kwamen alle kleine scheepjes van de Admiraalsvloot zich verankeren aan de zuilen en de wijde zee werd kalm.”
De aanvallen op de kerk
De droom moet wel betekenen dat het schip van de kerk veel aanvallen te verduren krijgt van talloze vijanden, maar wanneer zij gehecht blijft aan de Eucharistie en Maria, zal zij alles overwinnen. De twee admiralen (pausen) zijn wel uitgelegd als de paus van de maagd Maria (dat zou paus Pius IX kunnen zijn) en de paus van de H. Eucharistie (dat zou Pius X kunnen zijn). In ieder geval wijst de droom op het belang van de Eucharistie en Maria als vaste ankerpunten voor de kerk waardoor zij al het kwade zal ovewinnen.
Besluit
Zo zijn er nog vele andere dromen van don Bosco. Het zijn vaak dromen waar Maria een belangrijke rol in speelt. Het voert nu te ver om op al die dromen in te gaan. Maar ik heb u hiermee we een kleine inblik gegeven...