Arsacal
button
button
button
button


Vlees en bloed...

20e zondag door het jaar B

Overweging Preek - gepubliceerd: zondag, 18 augustus 2024 - 1034 woorden
De kerkdeur in Schagen is open, ook buiten de vieringen
De kerkdeur in Schagen is open, ook buiten de vieringen
103 jaar!
103 jaar!
Proficiat met de 100e verjaardag!
Proficiat met de 100e verjaardag!

Zondag 18 au­gus­tus was ik in de H. Christoforus­kerk in Schagen voor de Eucha­ris­tie­vie­ring, waar ik een 100 jarige en een 103 jarige kerkgangster ontmoette (zie foto's). De evan­ge­lie­le­zing was opnieuw een gedeelte uit de Broodrede van Jezus in het zesde hoofd­stuk van het Johannese­van­ge­lie (Jo. 6, 51-58).

De 103 jarig kwam zelfs helemaal uit Anna Paulowna, omdat daar die zon­dag geen Mis was! Ik vond dat wel een mooi voor­beeld, ook voor anderen die veel jon­ger zijn. De Eucha­ris­tie "mérite un détour". Deken Iván Garcia was voor de H. Mis in 'T Zand en in Den Helder. Op Texel is in de zomer het Duitse toe­risten­pas­to­raat met HH. Missen actief. Cate­chiste Monica Wildeboer deed de Woord- en communie­vie­ring in Hyppolitushoef.
In Schagen con­ce­le­breerde emeritus pastoor-deken Eduard Moltzer, terwijl diaken Piet Steur assis­teerde. De organist en cantor zorgde voor de li­tur­gische zang.

Als het je vlees en bloed gewor­den is...

TWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR B SCHAGEN

Dat hóórt bij hem of haar...

Bijna alle mensen hebben in hun leven wel dingen
die ze zo be­lang­rijk vin­den
en die zo ken­mer­kend voor hen zijn,
dat je hen niet zon­der die zaken kunt denken.
Een bepaalde sport, gewoontes, liefhebberijen,
het kan gaan om iets
dat gewoon hóórt bij die persoon.
Zoiets kan ook het geval zijn
bij ideeën en over­tui­gingen die we hebben:
hoe je tegen de wereld aankijkt,
hoe je opvat­tingen zijn over hoe
de maat­schap­pij zou moeten wor­den ingericht,
hoe kin­de­ren zou­den moeten wor­den opgevoed,
welke waar­den je nastreeft in het leven,
enzo­voorts.
Die opvat­tingen kunnen van iemand
een vaste en eigen over­tui­ging
gewor­den zijn.
Van die over­tui­gingen, liefhebberijen,
manieren van leven, gewoontes
kun je in zekere zin zeggen
dat ze vlees en bloed gewor­den zijn
van die persoon.

Dat is na­tuur­lijk helemaal niet ver­keerd,
zeker niet als het om iets gaat
dat je leven verrijkt
er een mooie en goede glans aan geeft.

Als dat rela­tief wordt...

Toch betekent dat niet
dat niet een moment kan komen
waarop die dingen die je zo eigen zijn,
je niet veel meer te zeggen hebben,
ineens heel rela­tief wor­den
en je laten zien dat ze toch niet zo be­lang­rijk zijn
als je mis­schien altijd had gedacht.

Toen ik pastoor was
was er een goede vrouw die nog eenmaal
de TV bij het bed gezet
van haar erns­tig zieke man
die altijd zo’n enorme voetbal-fan was geweest
dat hij geen wedstrijd wilde missen.
“Doe ‘m maar uit, dat ding”, zei haar man al heel gauw,
hij kon geen voetbal meer verdragen.

Of iets anders:
het dochtertje van iemand uit de Quote 500
- dus een zeer vermogende persoon -
werd opeens erns­tig ziek,
de artsen zei­den dat er niets meer aan te doen was.
Al zijn zaken en bedrijven,
zijn geld en goed wer­den ineens verschrikke­lijk rela­tief.
Hij had zo alles willen opgeven
als hij zijn dochtertje daar­mee
had kunnen behou­den.

Zo hebben we allemaal wel dingen,
opvat­tingen en over­tui­gingen
waar we altijd zoveel tijd aan hebben besteed,
zoveel geld voor hebben uitge­ge­ven,
maar die hun belang verliezen
als onze situatie veran­dert
en we bij de essentie van het leven wor­den bepaald.

Niet voor het mate­rië­le

We hebben vandaag weer een gedeelte gehoord
uit het zesde hoofd­stuk van het Johannes-evan­ge­lie:
de toe­spraak die Jezus houdt,
naar aan­lei­ding van de broodvermenig­vul­diging.
Duizen­den mensen hebben te eten gekregen,
het smaakte goed, het was mooi,
maar dan begint Jezus erover te spreken
dat je niet voor het mate­rië­le moet leven:
“Werkt niet voor het voedsel dat vergaat”,
want dat mate­rië­le verliest
op een gegeven moment zijn bete­ke­nis.

Als we gebrekkig zijn gewor­den en oud,
hebben we niets meer
aan het geld dat ons in staat stelt
dure dingen te kopen of verre reizen te maken
of aan heel veel andere mate­rië­le dingen,
maar we hebben dan des te meer
aan de harte­lijke liefde van mensen
met wie we verbon­den zijn
en we kunnen dan juist heel sterk
de kracht van het geloof ervaren.

Een andere levensfase...

Ik heb dat vaak van oudere pries­ters gehoord
en van zusters, reli­gi­euzen op leef­tijd:
ze hebben veelal hard gewerkt,
zich altijd ingezet voor de mensen
en ze moesten ervoor vechten
om het gebed een goede plaats in hun leven te geven.
Maar op oudere leef­tijd
is heel veel weg gevallen
van wat moet en zal, al die ver­plich­tingen,
die zorgen en verant­woor­de­lijk­he­den
en toen is het gebed weer veel meer
op de voor­grond komen staan.

Maar daarvoor is wel be­lang­rijk
dat het gees­te­lijk leven
al vlees en bloed van je gewor­den is.
En dat geldt niet alleen voor pries­ters en zusters,
maar voor ons allemaal.

Vlees en bloed

Jezus zegt vandaag:
“Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt,
blijft in Mij en ik in Hem”
en: “Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt,
heeft eeuwig leven”.

Zeker, dit kunnen we heel goed betrekken
op onze deelname aan de Eucha­ris­tie
en de heilige communie:
als je echt met je hart daaraan deelneemt,
met geloof en ver­trouwen.
Die deelname geeft je
een diepe ver­bon­den­heid met Jezus,
die je in de communie ont­vangt:
je eet Zijn vlees en drinkt Zijn bloed.

Maar de bete­ke­nis van die woor­den van Jezus
is ook veel bre­der:
Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt...
Het wil zeggen: doe er je best voor
dat Jezus Christus
vlees en bloed van je wordt,
dat je je Hem eigen maakt,
dat Hij helemaal bij je gaat horen,
zo dat je je eigen­lijk geen leven
zon­der Hem kunt denken.

De eesentie op de voor­grond

O, zeker, op een gegeven moment
vallen er heel veel dingen weg,
waar je altijd belang aan hebt gehecht,
waar je veel mee bezig was,
die best be­lang­rijk voor je waren;
je kon je mis­schien geen leven bedenken
zon­der die hobby, die sport, die gewoonte enz.
Maar als je geloof in Jezus Christus
vlees en bloed van je gewor­den is,
komt dat kost­baarste en allermooiste,
op het moment dat veel wegvalt,
alleen maar meer op de voor­grond te staan;
dan heb je mis­schien niet veel nodig,
omdat de kern er is...

De basis daarvoor is dus een keuze
die we met Gods hulp maken
voor de allermooiste waar­den
van geloof, hoop en liefde.

Dat wens ik ons allen toe:
dat Jezus zo vlees en bloed van ons wordt
en wij eeuwig leven zullen hebben.

Terug