Heb je wel hulp nodig?
De Helper, de heilige Geest
Op Pinksterdag was ik voor de hoogmis in de Sint Adelbertuskerk in Haarlem-Noord waar pastoraal werker Han Hoogakker afscheid nam en om gezondheidsredenen met vervroegd emeritaat ging. In een feestelijk verzorgde viering werden veel hartelijke woorden geproken aan zijn adres en velen kwamen hem bedanken voor zijn inzet.
Ook ik heb hem bedankt en de pastoor, Peter de Jong, en de vele vrijwlligers die zich voor de parochie inzetten en die momenteel het fusieproces soms best als een lastige periode ervaren.
Bij deze gelegenheid hield ik de hierna volgende homilie:
Homilie
Vandaag op het Pinksterfeest belooft Jezus aan Zijn leerlingen in de zaal van het Laatste Avondmaal en over hun hoofd heen ook aan ons: de Helper, de heilige Geest.
De Helper, zo noemt Hij de Geest.
Misschien is wel de meest fundamentele overtuiging in een mensenleven en tegelijk een keuze waar wij allemaal voor staan of hebben gestaan: of we uitgaan van onze eigen kracht of dat we leven in de overtuiging dat we hulp nodig hebben, een Helper, dat we het niet alleen kunnen.
Voor mij persoonlijk is het antwoord eigenlijk evident: we kunnen het niet zelf, de krachten en de mogelijkheden die we hebben, zijn voorbijgaand, we worden ouder en onze krachten zullen afnemen, we zijn sterfelijke mensen en we weten niet wanneer en hoe (ook al denken mensen soms hun stervensuur in eigen hand te kunnen nemen); ineens kan ons iets uit handen geslagen worden, de economische situatie verandert, en ga zo maar door.
En de mogelijkheden die we hebben zijn ons geschonken, je moet ze eigenlijk eerder als een gave zien, een geschenk, dan als een eigen kracht.
Als je ze als gave ziet zul je ook eerder geneigd zijn ze mooi en dienstbaar te gebruiken.
Dat we het uiteindelijk zelf niet kunnen, vinden we allemaal ergens wel een beetje moeilijk: als kind wilden we al graag groot zijn en het zélf kunnen; en we zien er allemaal bij het ouder worden tegen op dat we afhankelijk worden, onszelf niet meer kunnen redden en misschien dan eigenlijk ook wel een beetje dat er dan niet echt prettig en liefdevol voor ons wordt gezorgd, dat we eerder tot last zijn, dat we niet gerespecteerd worden in onze menselijke waardigheid.
Daar raken we natuurlijk ook aan een probleem van onze samenleving waar bezuinigd wordt en juist de zwakkeren in de samenleving: de ouderen, zieken en gehandicapten gemakkelijk het gevoel kunnen krijgen dat ze er eigenlijk niet mogen zijn.
En dat raakt tegelijk aan een diep menselijke angst: de vrees dat je uiteindelijk niet geborgen bent, dat je alleen maar moet vertrouwen op je eigen kracht, dat er niemand is die voor je zorgt en dat je er dus eigenlijk niet mag zijn als mens.
Ik had ruim twee maanden geleden een mooie ervaring.
Al maanden tevoren was vastgelegd dat ik op 13 maart naar Rome zou gaan en dat bleek nu precies de dag waarop paus Franciscus werd gekozen.
Meteen na aankomst gingen we naar het Sint Pietersplein en vijf minuten later was er witte rook! Het eerste verschijnen van de nieuwe paus op het balkon maakte wel indruk op mij.
Het ging zo: Hij stond daar gewoon in zijn witte toog en eerst was er even een stilte, de paus stond daar als nietige mens in de stilte; daarna begon hij te spreken, u weet het misschien nog wel: buona sera! we baden samen een Onze Vader en een Wees gegroet en toen was er weer een langere stilte omdat de paus gevraagd had om voor hem te bidden, terwijl hij diep gebogen stond.
Toen gaf hij ons zijn zegen.
De volgende dag ging hij de rekening betalen in het priesterhotel waar hij had gelogeerd en belde hij onder meer naar zijn tandarts in Argentinië om te zeggen dat zijn afspraak niet door kon gaan en naar de krantenkiosk om zijn abonnement op de krant op te zeggen.
Al deze dingen hebben een betekenis: zijn nietig daar staan in de stilte en het gebed van de mensen voor hem, maken duidelijk dat hij allereerst wil vertrouwen op de hulp van Boven, dat daar alles uit voortvloeit; met al die andere dingen die de paus deed - en ik zou er nog veel meer kunnen noemen - wordt duidelijk dat hij mens in gemeenschap wil zijn.
Hij communiceert: we doen het samen en wat voor bijdragen je ook geeft aan de opbouw van het koninkrijk van God en van de samenleving, je verdient respect en waardering; we hebben elkaar nodig, we zijn geen losse korrels zand, we doen het samen.
Het begint dus bij een basis-overtuiging dat je een Helper nodig hebt, dat je het niet alleen kunt, dat er geen enkele reden is om jezelf af te sluiten voor andere mensen en die ander die God is, niet alleen omdat je het toch niet alleen kunt, maar ook en vooral omdat het samen zoveel mooier is.
Open jezelf naar anderen, open jezelf naar God.
En eigenlijk begint het bij dat laatste: “Als iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord onderhouden; mijn Vader zal hem liefhebben en wij zullen tot hem komen”.
Als je gelooft in een Gever van het leven, in een doel van je bestaan, in een God die je hemelse Vader is, is je basishouding er al een van dankbaarheid, van liefde, vreugde en vrede: je leven heeft een diepe zin.
Jouw leven is geborgen in de zorg van een God die liefde is, een God die het kruis misschien niet van je wegneemt, maar je laat zien dat je weg gaat naar de verrijzenis, naar het geluk.
Als je echt gelooft, moet er liefde zijn in je hart, anders is je geloof niet echt en die liefde zal overstromen uit je wezen naar anderen toe.
Ja, we staan voor een keuze in ons leven, een keuze die alleen maar belangrijker wordt in onze samenleving waar samenhang en openheid voor anderen vaak ver te zoeken is: kies je voor je eigen kracht of kies je voor vertrouwen en overgave; kies je voor het “ik”, het “individu”, ieder voor zich, of kies je voor samen? Op het eerste Pinksterfeest gingen de deuren open, de apostelen traden naar buiten, met vuur en overtuiging; zij verkondigden die boodschap van liefde die Jezus hun had nagelaten en zij zorgden voor de armen en gebrekkigen of lieten dat doen.
Laten we bidden dat die heilige Geest ons allen mag bezielen! Graag wil ik tot besluit nog een woord spreken tot pastoraal werker Han Hoogakker die vandaag afscheid neemt.
Ik wil jou en ook je echtgenote vandaag heel hartelijk danken.
Je hebt geen gemakkelijke tijd achter de rug, je hebt altijd vanuit geloof en een goed hart willen leven en werken; je goedheid en er willen zijn voor de mensen maakten je ook kwetsbaar omdat mensen je nogal eens ertoe willen brengen - vaak zonder kwade bedoelingen - om over je eigen grenzen heen te gaan.
Een teken van het fundament waarop je bouwt, Han, was het feit dat je in deze moeilijke periode van je leven je kracht zocht en vond in twee abdijen, in de stilte bij de Heer.
We wensen je van harte toe dat je goed mag herstellen en bevrijd van een zekere druk, vanuit je geloof en je goede hart nog veel voor anderen mag betekenen.
AMEN