Oordelen over de Kerk, de paus, het einde der tijden
Willibrordavond over Synodaliteit met mgr. Hoogenboom
Mgr. Th. Hoogenboom, de synodevader van de Nedelrnadse bisschoppen, was op de Willibrorddag van december te gast in het seminarie in het Diocesaan centrum in Heiloo. Hij vertelde over zijn ervaringen in Rome. Daarna vierden we de Mis waarin ik heb gesproken over de houding van de honderdman in het evangelie van deze dag en wat die ons te zeggen heeft.
Synode over synodaliteit
Mgr. Hoogenboom vertelde over het zeer drukke programma dat hij in Rome had gevolgd met dagelijkse lange synode-sessies en de thema's die daar aan bod kwamen. Hij liet zien dat de ontpllooiing van het synodale karakter van de Kerk een zaak is van ons allen. Wat kunnen we doen om vrouwen en alle leken meer betrokkenheid te geven bij het bestuur van de kerk?
Er kan meer...
Veel zaken zijn nu al mogelijk en kunnen worden gedaan; sommige zaken zijn al geïmplementeerd: zo is er in ons bisdom een Diocesane Pastorale Raad, is een vrouw vice-kanselier en staffunctionaris voor caritas. Zeker kan dit nog meer ontwikkeld worden. Ook kunnen meer vrouwen betrokken worden bij de seminarie-opleiding en de kerkelijke rechtbank. Mgr. Hoogenboom gaf een interessante kijk op heel dit syunodale proces.
HOE BENADER JE DE HEER, DE KERK, DE PRIESTER?
MAANDAG IN DE EERSTE WEEK VD ADVENT - WILLIBRORDDAG
(Mt. 8, 5-11)
Twee deugden
De honderdman in het evangelie van deze dag
geeft blijk van twee
van de belangrijkste deugden
die we maar kunnen bezitten:
nederigheid en vertrouwen.
Het zijn de twee deugden die maken
dat we onszelf niet in het middelpunt plaatsen,
omdat ze wenselijk zijn, ja een voorwaarde
voor een geest van dienstbaarheid.
Ze zijn heel nauw verbonden
met de geest van gehoorzaamheid.
Heer ik ben niet waardig..
De honderdman brengt die deugden tot uiting
met de woorden die wij zelf
in een licht aangepaste vorm
in de mond nemen,
iedere keer als wij ter communie gaan:
“Heer ik ben niet waardig,
dat gij tot mij komt,
maar spréék en ik zal gezond worden”.
Hoe benader je de Heer,
nederig of dwingend?
U moet...
De priesters overkomt het zeker geregeld
dat mensen wat dwingend vragen:
“U moet mij zegenen
en U moet daarbij Uw handen
op mijn hoofd leggen.
U moet mij op deze manier
en met die woorden
nu Uw zegen geven”.
Te prijzen is in deze mensen
hun vasthoudendheid en doorzettingsvermogen,
maar de bescheidenheid en nederigheid
komen wat minder tot uiting...
Zo is het en niet anders
Zo worden we ook wel benaderd door mensen
die heel bepaalde gedachten hebben
over de eindtijd
en over wat de Kerk en de priesters
nu zouden moeten doen.
Toch zegt Jezus zelf
dat we dag kennen noch uur
en dat we eenvoudigweg
klaar moeten staan,
bereid moeten zijn
als Hij komt.
Geestelijke houding
Andere gelovigen benaderen de priester
met precies zo’n zelfde vraag:
“Geef mij alstublieft Uw zegen”,
hun vraag is niet dwingend gesteld
meer er spreekt een geestelijke houding uit
van bescheidenheid en vertrouwen in Gods kracht.
En we komen natuurlijk ook wel tegen
dat mensen een situatie van groot lijden
en tegenslag, waardoor ze echt diep geraakt worden,
toch met geloof en vertrouwen beleven.
Wees als de honderdman
Wij zijn geroepen te zijn als de honderdman.
Die wordt niet voor niets
door Jezus zo geprezen.
Ook wij hebben mensen onder ons,
die aan onze zorgen zijn toevertrouwd
en we zijn zelf weer ondergeschikte,
dat is het goede van een hiërarchische kerk.
Natuurlijk worden we met situaties geconfronteerd
in Kerk en samenleving,
die we niet begrijpen
of waar we ons zorgen over kunnen maken.
Dat zal altijd blijven.
Hoe gaan we ermee om?
Het antwoord geeft ons de honderdman
in het evangelie van deze dag:
Dat antwoord luidt op de allereerste plaats:
bescheidenheid en vertrouwen.
Bescheidenheid
De bescheidenheid brengt ons ertoe
in te zien en ervan overtuigd te zijn
dat wij niet alwetend zijn,
dat wij ook niet altijd
over alle informatie beschikken,
dat onze oordelen vaak oordelen “van buitenaf” zijn
en dat wij maar eenvoudige werkers zijn
in de wijngaard van de Heer,
dat het niet om ons draait,
dat het onze roeping is
om de Heer in Zijn Kerk te dienen,
missionair te zijn en goede keuzes te maken
voor Zijn Aangezicht.
Bescheidenheid zal ons ook helpen
om niet jaloers te zijn op de gaven van een ander
en de resultaten die die ander behaalt.
God heeft aan ieder talenten gegeven,
de één dit, de ander dat,
maar wat we hebben gekregen is goed
en meer dan voldoende
om God en Zijn koninkrijk te kunnen dienen.
Verheug je erin eenvoudig te mogen kunnen dienen.
Vertrouwen
De tweede deugd die de honderdman ons vóórleeft
is het vertrouwen.
Het vertrouwen is een vrucht van het geloof;
het vertrouwen komt erop neer
dat je altijd weer opnieuw
je eigen oordeel
- dat vaak een veroordeling inhoudt -
ondergeschikt wilt maken
aan God, aan je geloof in God,
aan je geloof dat Hij de Kerk leidt;
dat geloof is fundamenteel
een vertrouwen op Zijn Voorzienigheid.
Wat raakt je?
Wat doet je pijn?
Waar kun je niet over uit?
Wat vind je onbegrijpelijk?
Ga allereerst naar het vertrouwen
dat God alles leidt in Zijn Voorzienigheid
en dat heel je eigen leven en alles wat er gebeurt,
uiteindelijk in Zijn hand geborgen is:
God leidt de Kerk,
God leidt de geschiedenis.
Ja, maar..?
Natuurlijk komt dan meteen
ons menselijk “ja, maar”.
Hoe kan dat zo zijn
als er zoveel mensen lijden,
hoe kan dat zo zijn als dit of dat gebeurt
wat onbegrijpelijk en onaanvaardbaar is?
We weten dat daarin het kwaad en de zonde
een rol spelen.
Maar ook dat is iets wat God toelaat,
het gaat in die zin niet buiten Hem om.
Maar het kwaad blijft voor ons ook een mysterie.
Eens zul je alles
vanuit Zijn perspectief kunnen zien,
wanneer je boven tijd en ruimte
bent geheven
en eeuwig mag leven.
Nu is de goede basis voor je spreken en handelen
altijd een diep vertrouwen
op de Voorzienigheid van God,
dat Hij alles ten goede leidt,
dat er geen haar van je hoofd valt
buiten het liefdevol plan dat Hij met ons,
met de wereld en iedere mens heeft.
Lijdzaam?
Betekent het dat je lijdzaam toeziet
omdat alles toch wel past in Gods plan?
Nee, juist niet.
Je wilt medewerker zijn in Zijn heilsplan.
Ook hierin geeft de honderdman
ons een voorbeeld
doordat hij zo liefdevol opkomt
voor zijn lijdende knecht.
De liefde is niet gericht op hemzelf,
maar op de ander, op Jezus, op God.
Laten we dit vandaag
van de honderdman overnemen:
bescheidenheid en vertrouwen
en die liefde die ons tot inzet brengt:
Caritas Christi urget nos!