Arsacal
button
button
button
button


Het medelijden van Jezus

Jaargesprekken met de seminaristen

Overweging Preek - gepubliceerd: dinsdag, 7 januari 2025 - 710 woorden

Dins­dag 7 januari was ik op bezoek in het St. Wil­li­brord­semi­narie voor de Mis en jaar­ge­sprekken met een paar pries­ter­stu­denten, eer­der was ik daarvoor in Nieuwe Niedorp voor de se­mi­na­risten van het Re­demp­to­ris Mater­semi­narie.

Met drie pries­ter­stu­denten van Heiloo had ik het gesprek al gehad, twee van hen kon­den deze mid­dag niet aanwe­zig zijn. Nog een ander stu­deert dit jaar in Rome. Die had op Oude­jaars­avond bij de Vespers en het Te Deum met de paus mogen dienen en de paus ontmoet. Ook met hem had ik al eer­der ge­spro­ken. Het was goed de se­mi­na­risten te ont­moe­ten en hun erva­ringen te horen.
De se­mi­na­risten doen stages in pa­ro­chies en dat zijn erva­ringen die hen veel brengen. En aan de andere kant zal hun aanwe­zig­heid ook jonge mensen in­spi­re­ren om de gedachte te over­we­gen om pries­ter te wor­den.

Na de Eucha­ris­tie­vie­ring, waarbij ook de be­stuurs­le­den van het hei­lig­dom aanwe­zig waren, vond de laatste bestuurs­ver­ga­de­ring voor rector Jeroen de Wit en mij­zelf plaats. Die taken wor­den over­ge­no­men door de nieuwe rector Jacques Quadvlieg.

Bij de Eucha­ris­tie­vie­ring hield ik deze homilie:

 

OM JEZELF TE GEVEN...

DINSDAG NA OPENBARING VAN DE HEER (2025)

Het medelij­den van Jezus

De twee­vou­dige won­der­ba­re spijzi­ging
wordt in het Marcus-evan­ge­lie
tweemaal vooraf­ge­gaan door Jezus’ medelij­den:
“Hij gevoelde medelij­den met hen
want zij waren als schapen zon­der her­der;
en Hij begon hen uit­voerig te on­der­richten”
Jezus voelt medelij­den met de mensen,
dat is de toon en de ach­ter­grond van zijn spreken!

Spreekangst

Je zou dat met jezelf kunnen ver­ge­lij­ken:
wat voel jezelf bij­voor­beeld
als je een referaat moet hou­den
tij­dens een werk­col­lege
of als je een lezing moet doen
in een kerk
of mensen toe moet spreken.
Ik herinner me
hoe gespannen ik was
en trilde
toen ikzelf de eerste keer
op de middel­ba­re school
in de kerk voor moest lezen.
Teveel eigen­liefde,
teveel met mezelf bezig!

Ik wil...

Als ik er zelf niet op uit was geweest
om een goede indruk te maken,
goed te pres­te­ren,
succes­vol te zijn,
waarom zou ik dan nog zenuwach­tig
hebben hoeven zijn?
Onze ik-gericht­heid
staat ons vaak in de weg.
Ik wil...,
Ja wat wil je eigen­lijk?
Wat wil je nou eigen­lijk echt?
Als het ant­woord iets anders is
dan: “Jezus”, of:
“De wil van de Vader vol­bren­gen”,
of dit­zelfde maar mis­schien met andere woor­den,
wie zoek je dan,
wat wil je dan
als je spreekt,
als je handelt,
als je zwijgt?

Hoe Hij naar ons kijkt

Het gaat er niet om
hier iemand - behalve mezelf -
te beschul­digen:
we zoeken allemaal wel
op bepaalde momenten ons­zelf,
dat is de erfzonde,
maar ons voor­beeld is Jezus
en het is door Gods genade
dat wij Zijn beeld in ons dragen.

En Jezus is geko­men om te geven,
een wegge­ge­ven leven tot op het kruis.
En zo is ook de blik waar­mee Hij kijkt:
Hij begint een grote menigte te on­der­richten,
aangezien Hij medelij­den gevoelde met hen,
want zij waren als schapen zon­der her­der.

Pro nobis

Wat kun je voelen en ervaren als je mensen toespreekt?
Hoe kom ik over,
hoe vin­den ze het, hoe vin­den ze mij,
slaat het aan wat ik zeg,
oogst ik waar­de­ring en bijval?
Of ook rea­geren wij mensen
uit irri­ta­tie, kwaad­heid,
omdat we ons­zelf willen laten gel­den,
of wij willen niet gestoord wor­den,
niet las­tig gevallen,
maar met rust gelaten wor­den
of hoe dan ook vanuit gevoelens en gedachten
waar­van we moeten toe­ge­ven - als we eer­lijk zijn -
dat ze in feite om ons­zelf heen cirkelen,
onze woor­den en daden zijn dan in feite
geen gevende woor­den, gedachtes en daden,
maar nemend, ons­zelf willen laten gel­den,
ons niet in de hoek willen laten schuiven,
vergel­dend, ons toe-eigenend enzo­voorts.

Maar de gevoelens van Jezus zijn
bepaald door en doordrenkt van medelij­den,
ze zijn echt helemaal voor ons,
pro nobis,
zelfs niet een klein beetje stiekem
toch een voor­deel voor zich­zelf willen behalen.
Pro nobis

Wat geef je te eten?

De leer­lin­gen redeneren men­se­lijk:
de mensen zelf moeten maar gaan
om zelf in hun fourage te voor­zien:
Stuur hen weg
om zelf eten te kopen.
“Geeft gij hun maar te eten”,
luidt het ant­woordt van Jezus.
Wij weten intussen
wat Hij ons te eten geeft:
zich­zelf,
Zijn lichaam, Zijn Bloed.

Wij weten intussen
wat Hij ons te eten wil laten geven:
ons­zelf,
ons leven;
geef jezelf,
geef je leven.
Dat zal Hij zegenen
en over­vloe­dig vrucht­baar maken
voor velen,
pro multis.
AMEN

post deze webpagina op: Facebook X / Twitter
Terug