Sant'Egidio viert verjaardag in Mozes en Aäronkerk
De impact van een klein gebaar
Op zondag 9 februari vierden we in de Mozes en Aäronkerk in Amsterdam de 57e verjaardag van Sant’ Egidio. Na de Eucharistieviering om 15.00 uur was er een drukke en levendige receptie voor vrienden, vrijwillgers en medewerkers van Sant’ Egidio. In de homilie stonden we stil bij de betekenis van onze kleine gebaren voor de medemens en bij de opdracht van Jezus: "Vaar naar het diepe!"
Eucharistie
Priester Zeger Polhuijs van Sant’ Egidio is regelmatig in Amsterdam en concelebreerde, evenals pater Jan Stuijt. Diakens Ronald Dashorst van Sant’ Egidio Apeldoorn en Colm Dekker van Amsterdam assisteerden. Onder de aanwezige gelovigen prof. dr. Erik Borgman en de provinciaal van de Franciscanen Theo van Adrichem. Ook de Filippijnse ambassadeur Z. Exc. Jose Eduardo III Malaya was aanwezig, evenals vertegenwoordigers van de Raad van Kerken.
Ontvangst
Na de Eucharistieviering was er een ontvangst waar ik vele medewerkers van Sant’ Egidio kon ontmoeten evenals vriuenden van de gemeenschap, waaronder mensen die geen vaste woning hebben en vluchtelingen uit onder meer Syrië en Oekraïene. Er waren mensen uit verschillende asielcentra. Zo was er een Russische jonge vrouw die in Nederland studeert en regelmatig een rolstoel gebonden Oekraïense vrouw bezoekt, vrijwilligers die zich inzetten voor "Koffie en vriendschap", voor de Franciscustafel, de generatietuin, de school voor vrede. De kinderen hadden tijdens de Mis een eigen liturgie van het woord. Na afloop van de Mis ontmoette ik ook hen en de begeleidsters. Diaken Ronald Dashorst vertelde me over de mooie activiteiten in Apeldoorn. In die stad heeft Sant’ Egidio een drukbezochte kledingbank en ook de vredeswandeling vindt veel weerklank.
Van harte proficiat, jarige Sant’ Egidio!
De impact van een klein gebaar
5e ZONDAG DOOR HET JAAR C - SANT’EGIDIO MOZES EN AARON
57e verjaardag van de gemeenschap van Sant’ Egidio
Een klein gebaar...
De goede dingen gebeuren vaak in het verborgene
en de impact van een klein gebaar,
een act van liefde
kan in feite niet worden gemeten.
We zien een lach op een gezicht,
iemand die zich thuis voelt,
die dankbaar is als vriend ontvangen te worden,
maar de reikwijdte
van een woord of gebaar van liefde
gaat verder:
het raakt de ziel van een mens.
Wounded healer
We weten allemaal hoe ernstig gewond
een mens geestelijk kan zijn
door wat hij of zij meemaakt op jeugdige leeftijd
of ook door trauma’s die later opgelopen zijn.
We zijn “wounded healers”, zoals Carl Jung dat noemde,
we zijn geroepen genezing te brengen,
anderen bij te staan, goed te doen,
in de wetenschap dat we ook zelf
liefde en genezing nodig hebben.
Paus Franciscus beschreef de kerk
als een “vedhospitaal”
maar om naast andere gewonden te kunnen staan,
is het goed als we de eigen wonden
onder ogen kunnen zien.
Liefde mogen ervaren
We hebben het allemaal weleens
als balsem op onze ziel ervaren
als je begrepen wordt en aangenomen,
als je liefde ervaart
en merken mag dat iemand
iets voor je over heeft,
dat hem of haar misschien wat moeite kost,
maar toch is gedaan.
Jezus' liefde
Die liefde hebben we gezien en ervaren
in onze Heer Jezus Christus,
die in ons midden is gekomen
voor ons.
Hij heeft zich gebogen over onze wonden.
De genezingen die Hij heeft verricht,
de aandacht die Hij had voor de mens in nood,
voor de tollenaar en de zondaar,
de troost die Hij bood,
tonen Zijn liefde voor iedere mens.
Ze zijn tegelijk tekens
van de geestelijke genezing die Hij wil bieden,
de genezing van onze innerlijke verwondingen,
de genezing van de zonde,
onttrokken worden aan de macht van het kwaad.
“U heb ik vrienden genoemd”, waren Zijn woorden.
Liefde zichtbaar maken
Wij zijn geroepen door onze welwillendheid,
door vriendschap en menselijke goedheid,
door vergevingsgezindheid
de liefde van Jezus zichtbaar en ervaarbaar te maken.
Iedere keer opnieuw, in iedere concrete ontmoeting
wordt deze vraag aan ons gesteld:
Hoe kan ik in deze omstandigheden,
voor deze mens
een andere Jezus zijn?
Het materiële schiet tekort...
In het evangelie van deze dag
merken we een grote honger bij de mensen
om Jezus’ woorden - het Woord Gods - te horen.
Zozeer dringt de menigte op
dat Jezus gebruik moet maken van een vissersboot
om Zijn onderricht te kunnen geven.
De geestelijke honger van de mensen
kan alleen bevredigd worden
door het Woord van God,
door de genezing van de ziel
en het eeuwig leven,
want het verlangen van een mens
is uiteindelijk een verlangen naar het eeuwige,
het oneindige.
Niets materieels kan die honger stillen;
iedere aardse maaltijd voedt ons maar voor een paar uur,
die kan ons niet volledig en uiteindelijk
voldoening en bevrediging schenken.
Al het aardse schiet te kort.
Een luikje...
Daarom is het onze roeping als leerling van Jezus
in het materiële dat wij schenken,
in voedsel en kleding die wij delen,
tevens een luikje te openen
naar de liefde van Jezus,
die oneindige en eeuwige liefde is.
Met het materiële
geven we daarom onze vriendschap,
waardoor dat materiële het materiële overstijgt.
Als Jezus de geestelijke honger
van die menigte mensen heeft gestild,
keert Hij zich tot de visser
in wiens boot Hij had plaats genomen,
met de woorden:
“Vaar naar het diepe”.
Naar het diepe
Misschien zullen verschillende van ons
zich herinneren hoe de H. Paus Johannes Paulus II
deze woorden schreef en sprak
aan het begin van dit millennium:
Duc in altum, vaar naar het diepe!
Wees niet bang, laat je niet afschrikken,
overwin je menselijke angst,
misschien met kleine stapjes,
maar ga vooruit, ga naar het diepe
en werp je netten uit.
Onredelijk
De vissers die vervolgens
leerlingen werden van de Heer
deden wat Jezus hun had gezegd
al moesten ze daarvoor veel weerstand overwinnen:
de hele nacht hadden ze gezwoegd,
maar niets kunnen vangen;
en nu, op de dag, als de omstandigheden
voor het vissen veel ongunstiger zijn,
zouden ze opnieuw moeten uitgaan
en de netten die ze net weer hadden schoon gespoeld,
opnieuw moeten uitwerpen.
De vraag leek zo onredelijk
voor het gezonde vissersverstand,
die riep zoveel begrijpelijke weerstand op...
en toch deden ze het
om dan netten vol vissen te vangen.
En toch...
Zo is het met ons.
Er is misschien veel in ons leven
wat een menselijke angst of terughoudendheid dicteert.
En toch: zet een stap, vaar naar het diepe!
Contactvrees
In onze samenleving is er veel angst
om dichtbij mensen te komen.
Door de Corona-tijd is er afstand gegroeid
en ook het voortdurend gebruik van onze telefoontjes,
sociale media en berichtendiensten
helpen niet echt om concreet en direct
naar mensen toe te gaan.
Mensen vinden het bijvoorbeeld moeilijk
om iemand te bellen,
ze ervaren de drempel als veel lager
als ze iemand kunnen appen
en we vinden het gemakkelijker
om iets over iemand tegen een ander te zeggen
- zeker als het een kritische opmerking betreft -
dan tegen de persoon zelf.
Er zijn dus vele drempels die we ervaren
om een ander te naderen.
En velen van ons zijn druk,
het is vaak moeilijk om tijd vrij te maken.
Andere mensen zijn weer verlegen
en vinden het daardoor lastiger
om naar iemand toe te gaan.
Als je zo’n belemmering voelt,
is er veel wat je dreigt te weerhouden
om er maar niet op uit te gaan,
niet naar die ander toe te gaan.
Een stap zetten
De opdracht van Jezus luidt daarentegen
luister niet naar die al te menselijke stemmetjes
die in je kunnen weerklinken,
vat moed, zet een stap, een eerste stap
vaar naar het diepe.
Niet alleen omdat het menselijk contact
wezenlijk is voor ons mens-zijn
- we zijn sociale wezens,
we zijn elkaars broeder en zuster -,
maar nog veel meer:
omdat je geroepen bent
er te zijn voor degene
die je als broeder of zuster is gegeven,
je bent geroepen hen aan te spreken, bij hen te zijn
en hun vriend te zijn,
met de liefde van Jezus.