Bij de KCV-gebedsgroep, over het lijden van Jezus en ons lijden
Maandagavond 24 maart was ik bij de KCV-Gebedsgroep in Haarlem. KCV wil zeggen: Katholieke Charismatische Vernieuwing. De groep bestaat al vijftig jaar en is gesticht door pastoor Arie van Duin van de Johannes de Doperparochie in de Amsterdamsestraat. Nu komen ze bij elkaar bij de Sint Josephkerk in de Jansstraat.
De avond begon met lofprijzing en gebed waarna ik een lezing heb gehouden over het lijden van Jezus en ons lijden.
Euthanasie de uitweg?
Euthanasie werd ooit als optie voorgehouden in bijzonder schrijvende gevallen, maar sinds de euthanasie-wet erdoor kwam in 2002, wordt deze “oplossing” voor het lijden steeds meer als een recht gezien. Het is een uitweg geworden om maar niet te hoeven lijden; dat lijden moet tot elke prijs uit de weg worden gegaan. Maar het lijden behoort tot het leven en als het er zo absoluut niet bij mag horen, maakt dat ons eerder kwetsbaar voor lijden.
Een aanslag op de paus
13 mei 1981 vond de aanslag plaats op paus Johannes Paulus II. Zijn secretaris en Mgr. (later kardinaal) Stanislaw Dziwisz heeft verteld hoe de paus en hij deze gebeurtenissen hebben ervaren:De paus is er altijd overtuigd geweest dat dit lijden in Gods plan paste: tegen mgr. Dziwisz zei hij: “Het is een grote genade van God geweest”.
In Rome was op die dag een grote pro-abortus demonstratie gepland, die werd op nhet laatste moment afgelast. De paus heeft de bovennatuurlijke betekenis van de aanslag bovendien sterk beleefd door de verbondenheid die hij erin heeft beleefd met Maria. 13 mei 1981 om 17.17 uur was de dag en het uur van de eerste verschijningen in Fatima.
Over het menselijk lijden schreef deze paus daarna de Apostolische Brief Salvifici Doloris. Daaraan ontlenen we enkele van de navolgende gedachten.
Het boek Job
De mens heeft zich dus altijd de vraag gesteld waarom hij moet lijden. Ook in de H. Schrift:
Het boek Job gaat over een onschuldige die moet lijden, hij wordt door smart op de proef gesteld. Drie vrienden komen bij hem en zien zijn lijden als straf voor de zonde. Uiteindelijk wordt Job in zijn rechten hersteld. De boodschap van het boek Job is dan ook dat het niet waar is dat ieder lijden uit persoonlijke schuld en zonde ontstaat.
Zozeer heeft God de wereld liefgehad dat Hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat al wie in Hem gelooft, niet verloren zal gaan (Jo. 3,16).
God, de enige die niet hoeft te lijden, wordt een mens zonder zonde om te lijden! Dat is het antwoord van God zelf op de vraag van het boek Job.
Oorsprong van lijden en kwaad
Waar komen lijden en kwaad vandaan? De bijbel geeft een antwoord in het boek Genesis (vgl. Gen. 18): God staat niet aan de oorsprong van kwaad, zonde en lijden: “Hij zag dat het goed, zeer goed was” en Hij heeft de mens geschapen in vriendschap met God in het paradijs. De mens is geschapen naar het beeld en de gelijkenis van God. Het tweede Vaticaans concilie (GS) zegt dat dit beeld van God tot uiting komt in kennis, geweten en vrije wil van de mens: dat maakt die mens zo verheven dat hij een beeld van God is. Als de mens deze drie kenmerken goed gebruikt lijkt hij op God en wordt hij vrij.
Als hij dat niet doet verstoort hij de harmonie met God. De zonde verstoort de harmonie van de mens met zijn diepste zelf: de mens raakt verdeeld. Hij wil het een en doet het ander. Gevolg van die verdeeldheid is strijd, verlies van vrijheid, zonde en lijden.
We merken zelf al in ons eigen leven hoe je vast kunt komen zitten in kwaad.
De achtergrond van kwaad en lijden
De zonde, erfzonde brengt verstoring van de harmonie en is de “achtergrond van kwaad, zonde en lijden”. Het is het gevolg van de menselijke conditie waarin we leven en die ontstaan is door zonde. Daardoor is hoogmoed en heersuzcht gekomen, die Jezus heeft beantwoord met nederigheid en dienen; door Zijn lijden zijn wij verlost.
Jezus openbaart ons de betekenis van het lijden. Niet dat God het lijden wil; integendeel want het lijden is nu juist een gevolg van verzet tegen God, maar Hij kan toch aan dat lijden een betekenis geven en een zin, zodat juist dat lijden de keer ten goede brengt: de verlossing.
In dit verband stonden we ook stil bij het leven van de heilige Lidwina.
Mede-lijden
Jezus toont in Zijn optreden de liefde van God voor degene die moet lijden door aandacht voor de lijdende mens (genezingen enz.). Jezus heeft zelf lijden op zich genomen: geboren in een verblijfplaats voor dieren; op de vlucht naar Egypte; verjaagd uit zijn geboorteplaats; zijn familie verklaart Hem voor gek; Hij wordt gemarteld, gekruisigd.
Waarom?
Christus geeft antwoord op de vraag naar het “waarom” van het lijden door zijn eigen lijden: Het lijden van de mens heeft betekenis; daarin kunnen we geloven doordat we zien dat het lijden van Jezus betekenis heeft: door Zijn lijden en kruis zijn we verlost.
Wat openbaart Jezus ons over de betekenis van ons lijden?
a) Zijn lijden is met liefde verbonden: Hij geeft Zijn leven voor ons, Hij lijdt uit liefde. Lijden heeft vaak met liefde te maken: je lijdt om je kinderen uit zorg voor hen; je lijdt om het verlies van iemand die je dierbaar was enz.
b) Ook stelt Jezus een teken voor ons mensen die denken dat het doen, het presteren alles is: je bent pas iets waard als je iets presteert; nee: je bent iets waard omdat je bent, omdat je mens bent, naar Gods beeld en gelijkenis geschapen.
Verlossing niet door actio maar door passio
c) Lijden moet je als je staat voor een rechtvaardige zaak, zoals Jezus. Dat brengt altijd lijden mee.
d) Lijden is een beproeving waardoor we geestelijk vernieuwd kunnen worden.
“Lijden leidt tot volharding; volharding tot deugd; deugd tot hoop” (Rom. 5,3-5)
Lijden maakt ons minder oppervlakkig.
e) “Aanvullen wat nog ontbreekt aan de verdrukkingen van de Christus” (Kol 1,24), ten bate van Zijn lichaam, de Kerk.
Medewerkers
Wij mogen medewerkers zijn van de verlossing. Niet omdat het lijden van Jezus niet goed genoeg was. Maar Christus heeft zich daarvoor opengesteld, omdat Hij ons beschouwt als Zijn Lichaam. Door de gemeenschap met Christus...